Origineel gepubliceerd op DeWereldMorgen.
De Vrije Universiteit Brussel zit met de handen in het haar: studenten worden altijd religieuzer en importeren dit ongegeneerd in het bastion van de vrijzinnigheid. De VUB wil open en tolerant zijn, maar ook dit heeft grenzen! Als gelovige studenten vragen of ze tijdens middagpauzes in één van de lokalen samen mogen bidden, is het antwoord steevast ‘nee’. En als ze het dan ongevraagd doen, is de tolerantie méér dan opgebruikt. Wat ze daar kwaad mee zouden kunnen doen is geheel onduidelijk als er toch geen God bestaat! Waar is rector Danckaert eigenlijk bang voor?
Als de ‘V’ van VUB écht ‘vrij’ betekent, zou ze ook hier vrijheid moeten toelaten, maar in de realiteit staat de ‘V’ voor ‘vrijzinnig’, en dit is blijkbaar niet zo ‘vrij’ als ze zichzelf presenteert. Volgens de simpelste definitie van ‘vrijdenkerij’ moet iedereen vrij zijn in zijn denken, maar toch niet zó vrij dat hij de antwoorden bij een God mag zoeken: die piste is bij voorbaat afgesloten, dichtgetimmerd, taboe. Vrijdenkerij is tegen alle dogma’s, maar op een dogmatische manier: er is enkel ruimte voor de dogma’s van de Verlichting en het rationalisme
De VUB (oorspronkelijk ULB) is in 1834 opgericht door de vrijmetselarij: Pierre-Theodoor Verhaegen, grootmeester in de 33ste graad, was de grote trekker en stichter. Het is geen geheim dat er altijd een nauwe band gebleven is tussen beide, en dan vooral met de irreguliere vrijmetselarij die atheïstisch is. Als je een (hoge) positie ambieerde, was lidmaatschap van deze club quasi onontkoombaar. Hoe open en hoe vrij willen VUB-ULB eigenlijk écht zijn?
Vrijzinnigheid leert om kritisch te zijn: tegenover alles, maar eerst en vooral tegenover religie. Zelfkritisch zijn is natuurlijk een hele stap moeilijker. Dé slogan van de VUB is ‘scientia vincere tenebras’: ‘door de wetenschap duisternis overwinnen’. Maar dat de wetenschap op haar beurt zelf de deur opent voor duisternis wordt gevoeglijk genegeerd: vervuiling, nucleaire wapens, cybercriminaliteit, klimaatopwarming …
En dat de Verlichting erg eenzijdig was, eng rationalistisch, eurocentrisch en naïef optimistisch is ook moeilijk om te erkennen. De vrijzinnigheid was zeer efficiënt om kerk en religie af te breken, maar om iets anders in de plaats te stellen, bleef ze heel zwak, vaag en algemeen: het alternatieve zingevingskader blijft vooral léég. Ieder vult het in naar eigen believen en voorkeur. Dit leeg laten – de grote levensvragen onder de mat vegen – is wat meestal gebeurt.
Er is vrijheid van onderwijs in ons land en dus heeft elke levensbeschouwing recht om eigen scholen en universiteiten op te richten: dat is het probleem niet. Maar als ze zich voordoet als ‘bij ons is iedereen helemaal vrij in zijn denken’, komt de dissonantie naar boven.
De VUB zit met een innerlijk dilemma dat een inconsequentie wordt. Luidop verkondigen dat God niet bestaat, mag wel, dat Hij wél bestaat, mag niet. Dat religie niet wetenschappelijk is, is duidelijk, maar dat atheïsme dat ook niet is, wordt verdoezeld. Dat er een God bestaat is een gelóóf, dat Hij níet bestaat – helaas – evenzeer. Het ‘vrije onderzoek’ is aan de VUB ook een hoog gekoesterde waarde: er mogen geen beperkingen zijn, maar… je mag je inspiratie – voor filosofie en moraal bijvoorbeeld. – niet in de Bijbel gaan zoeken. Plato citeren is oké, Jezus niet.
De VUB heeft altijd vooropgelopen in het bestrijden van de katholieke dominantie, in het doorbreken van het religieuze monopolie, in het terugdringen van God en geloof naar het kleinst mogelijke hoekje. En de vrijzinnigheid is daar behoorlijk goed in geslaagd: de cultuur, de tijdgeest, wordt nu bepaald door het paradigma van het ‘secularisme’, hoewel ze zelf een kleine minderheid is. We hebben collectief geaccepteerd dat we in het openbaar over ons geloof zwijgen – tenzij het atheïsme is. En daar botst het met de moslimstudenten en Afrikaanse evangelische christenen aan de VUB die vaak vurig zijn in hun geloof.
Voor hen is die scheiding artificieel: als God De Schepper is van alles, heeft Hij toch met álles te maken? Waarom mogen zij niet bidden voor hun universiteit, voor de proffen en de wetenschappers? De scheiding van kerk en staat wordt door seculiere denkers altijd ingevuld als – lees: uitgebreid tot – een scheiding tussen geloof en samenleving (inclusief wetenschap, cultuur, politiek, economie, moraal). En de scheiding lijkt eerder op een betonnen muur-met-prikkeldraad, terwijl ze ook een vriendelijk haagje tussen twee buren zou kunnen zijn.
Atheïsten hoopten vanaf de jaren 1970 dat religie langzaam maar zeker vanzelf zou uitsterven: door toenemende kennis en voorlichting zouden alle ogen open gaan en de laatste restjes van onwetendheid en religieus (bij)geloof verdwijnen. Maar … dat gebeurt niet. Sommige vooraanstaande atheïsten bekeren zich zelfs terug tot het geloof: Kristien Hemmerechts, Ayaan Hirsi Ali, Tom Holland … Niet alleen de kerk is in crisis, het atheïsme ook. Merken we een soort morele paniek, ook aan de VUB?
De kerk wordt in onze media uitvoerig aangevallen en bekritiseerd, de vrijzinnigheid nooit. De intolerantie die vrijzinnigen aan de kerk verweten is hun ook niet vreemd: fanatisme is te vinden in élke ideologie, ook niet-religieuze. De VUB zit in deze dubbelheid: is ze eigenlijk open voor alles of is ze toch vooral antireligieus? U kan de vraag zelf beantwoorden.