Abortus is een kwestie die veel verdeeldheid zaait. De twee voornaamste partijen in het debat definiëren zichzelf op een manier die de andere kant doet huiveren. Alsof pro-choice mensen anti-leven zijn. Alsof pro-life mensen een hekel hebben aan keuze. Aan welke kant men zich ook bevindt, het voelt als een nulsomspel, waarbij slechts één partij kan winnen en de andere verliest. Hoe meer vrijheid er is om een abortus te kiezen, des te meer pro-lifers verliezen. Hoe meer abortus beperkt wordt, des te meer pro-choicers verliezen. Hoe kunnen we deze patstelling doorbreken?
Misschien kan het volgende helpen: wat als we ons realiseren dat niemand abortussen “leuk” vindt? Dat niemand “een abortus” op zijn bucketlist zet? Hoewel we het niet eens zijn over de vraag of het een legitieme optie is in laatste instantie, viert niemand wanneer mensen daadwerkelijk voor die keuze gesteld worden. Dus hoe kunnen we samen vooruit? Kunnen we samen streven om abortus echt een laatste redmiddel te maken? Kunnen we ervoor zorgen dat zo weinig mogelijk mensen zelfs maar over de mogelijkheid moeten nadenken? Kunnen we ervoor zorgen dat men niet moet kiezen tussen moeder en kind?
Hoe belangrijk het ook is om te discussiëren over de moraliteit van abortus en wat goede wetten zijn om abortus te reguleren (of te verbieden), onze energie zou waarschijnlijk beter besteed zijn als we zorgen dat vrouwen en mannen in een crisiszwangerschap voldoende steun hebben en verschillende goede opties kunnen overwegen voordat ze het punt bereiken waarop abortus de minst slechte optie lijkt. Onderzoek toont namelijk aan dat zwangere vrouwen die de liefde en ondersteuning nodig om een zwangerschap uit te dragen niet vinden in hun intieme kring waarschijnlijk voor abortus zullen kiezen.
In plaats van mensen te beschamen omdat ze in een crisiszwangerschap verkeren (en dus voor het kind kiezen ten koste van de moeder), of abortus te snel voor te stellen als een gemakkelijke uitweg (en dus voor de moeder kiezen ten koste van het kind), moeten we creatief zijn in het nemen van concrete initiatieven om de ouder(s) te helpen en te ondersteunen, en niet bang zijn om zelf een prijs te betalen om zowel voor het goed van de moeder als van het kind te kiezen.
Het volgende verhaal is hier een goede illustratie van:
Een ongehuwde 18-jarige vrouw, die ik Becky zal noemen, werd zwanger. Ze was bang om dit aan haar strikte christelijke ouders te vertellen, omdat ze ervan overtuigd was dat ze haar in schande zouden afwijzen en haar het huis zouden uitzetten. Dit zou op zijn beurt haar plannen om naar de universiteit te gaan en haar droom om dierenarts te worden ernstig in gevaar brengen. Daarom was ze van plan een abortus te ondergaan.
Becky vertrouwde dit toe aan een buur van de familie die ik Dorothy zal noemen. Dorothy was een gescheiden vrouw van middelbare leeftijd die in de loop der jaren een speciale relatie met Becky had ontwikkeld. Toen Becky Dorothy over haar plan vertelde, oordeelde Dorothy haar niet en dumpte ze niet haar persoonlijke mening over abortus op Becky. Ze bood gewoon aan om te helpen. Als Becky koos voor een abortus, bood Dorothy aan om te helpen met haar herstel na de abortus. Maar omdat ze ervan overtuigd was dat abortus niet de beste oplossing was voor Becky’s dilemma, moedigde ze Becky liefdevol aan om serieus na te denken over haar geplande handelwijze.
Wat nog belangrijker is, ze bood aan om alles te doen wat nodig was om het voor Becky mogelijk te maken haar zwangerschap uit te dragen. …
Als Becky’s ouders haar het huis uit zouden schoppen (wat ze deden), bood Dorothy haar kelder aan als verblijfplaats. Het was niet veel, maar het was iets. Dorothy bood ook aan om Becky alle financiële en emotionele steun te bieden die ze nodig zou hebben tijdens de zwangerschap, in de mate van het mogelijke (ze sloot uiteindelijk een tweede hypotheek af op haar huis). Als Becky de baby ter adoptie wilde opgeven, bood Dorothy aan om hiermee te helpen. Als Becky het kind wilde houden (wat ze uiteindelijk ook deed), bood Dorothy aan om haar hier ook mee te helpen (ze werd de meter). En bovendien beloofde Dorothy met Becky samen te werken om het financieel mogelijk te maken haar droom om dierenarts te worden na te streven.
Bijgevolg ging Becky door met de zwangerschap, ging ze bij Dorothy wonen en vervolgde haar droom parttime terwijl zowel zij als Dorothy haar dochter opvoedden.
Bron: Greg Boyd
Als we echt om leven en keuze geven, zullen we ervoor zorgen dat mensen zoveel mogelijk haalbare keuzes hebben om leven te laten bloeien. Dat kan betekenen dat we opties moeten scheppen die er eerder niet waren, door onze eigen middelen te gebruiken, zoals de vrouw in het verhaal deed door geld te geven, een woonplek te bieden, en haar tijd op te offeren om een kind te helpen opvoeden.
Het vastgeroeste “pro-life versus pro-choice” debat overstijgen betekent het verwerpen van het idee dat we moeten kiezen tussen de moeder en het kind. Het betekent begrijpen dat we voor beiden kunnen kiezen, dat we voor beiden het beste kunnen zoeken. Maar tenzij we bereid zijn de prijs van deze kostelijke, praktische liefde te betalen, zijn we gedoemd om te blijven kibbelen over abortus en te proberen onze zin te krijgen door op de “juiste” mensen te stemmen. En op deze manier blijven zowel moeders als kinderen verliezen.