Origineel gepubliceerd in De Morgen.
Na de gewelddadige inval van Hamas militanten op zaterdag 7 oktober in Israël werden verscheidene kinderen en baby’s dood teruggevonden in bebloede kinderkamers. Kleine spruiten die op gruwelijke wijze vermoord werden. Wij moderne mensen hebben de taal niet om dit passend te beschrijven. ‘Demonisch’ komt in de buurt.
Hamas is een islamitische verzetsbeweging opgericht om Palestina te bevrijden van “het zionistische project”. Volgens het handvest van Hamas is haar referentiekader hiervoor “de islam, die haar principes, doelstellingen en middelen bepaalt.” Is wat we vorige zaterdag zagen dan het ‘ware gezicht’ van de islam?
Islamitische identiteiten
Ik woonde vijf jaar in Libanon onder islamitische Libanezen en Syriërs. De gastvrijheid die ik onder hen ervoer heb ik nooit gekend in eigen land. De Syriërs hadden zelf enorm geleden onder IS, dé radicaalislamitische beweging bij uitstek. Met walging verwierpen ze deze groep, die berucht is voor haar wreedheden.
Ook ontmoette ik in Libanon islamitische imams en geleerden die zich met christelijke priesters en theologen inzetten voor verzoening tussen hun gemeenschappen. Zij volgden het voorbeeld van de Jordaanse prins Ghazi met zijn ‘A Common Word’-brief aan ‘s werelds christenen, ondertekend door 138 vooraanstaande moslims, onder andere de grootmoefti’s van Egypte, Syrië, Jordanië, Oman en Istanbul. Ze presenteert de islam als eveneens gegrondvest op Jezus’ twee grootste geboden: God en je naaste liefhebben.
Hadden al deze vriendelijke en vredelievende moslims de islam dan compleet verkeerd begrepen?
Islam is te divers om zich door één beweging te laten vatten. De Koran kent een diversiteit aan teksten, van verzoenend tot gewelddadig, en leent zich tot een verscheidenheid aan interpretaties, van die van prins Ghazi tot die van IS. De vraag of IS en Hamas echt islamitisch zijn is trouwens aan moslims om te oordelen, niet aan buitenstaanders. Ik weet echter wél wie ik steun in deze strijd om de ‘ziel van de islam.’ En de vele veroordelingen van IS door moslimgeleerden suggereert dat de meerderheid hen niet als de ‘ware’ islam beschouwt.
Waarom keren sommigen zich dan tot dergelijke gruwelijke versies van de islam, tot een jihad van haat en terreur?
Radicaal islamisme gedijt op plaatsen waar onrecht, chaos en wanhoop heersen. Al-Qaeda ontstond tijdens de sovjetbezetting van Afghanistan. Hezbollah ontstond onder Israëlische bezetting van Libanon. IS ontstond onder Amerikaanse bezetting van Irak en groeide tijdens de Syrische burgeroorlog. En Hamas ontstond onder Israëlische bezetting van Palestina.
Een jihad van liefde
Niets vergoelijkt terreur. De Hamas moordenaars van die baby’s ontmenselijkten zichzelf met hun demonische daad. En toch mogen wij ze niet ook nog eens ontmenselijken in onze ogen. “Dan verlaag je je tot zijn niveau,” schreef Mohamed El Bachiri in Een jihad van liefde over de IS-terrorist die zijn vrouw doodde bij de aanslagen in Brussel. “Dat is ook een broeder, maar een broeder die een verkeerd pad heeft gekozen.” Na de nieuwe aanslag in Brussel is dit helaas ook in België opnieuw relevant.
Al is ‘een verkeerd pad’ heel licht uitgedrukt, de attitude is juist: we moeten proberen te begrijpen wat de Hamas-militanten leidde tot deze gruwelen, we moeten er alles aan doen om het onderliggende onrecht aan te pakken, we moeten dit kwaad veroordelen en bestrijden, maar zonder ze te ontmenselijken. Wat hen bezielde is demonisch, maar het blijven mensen.
Ondertussen straft Israël Gaza collectief door onophoudelijke, vernietigende bombardementen en een blokkade van water, voedsel, elektriciteit en brandstof. Meer dan 700 Palestijnse kinderen en baby’s werden al gedood. Wanneer de Israëlische minister van defensie zegt dat Israël “tegen menselijke dieren vecht en navenant handelt,” dan gaat de cyclus van demonische ontmenselijking en terreur gewoon verder.
Zowel Hamas als Israël moeten zich afvragen hoe ze onrecht en terrorisme kunnen bestrijden op een rechtvaardige manier. Ze moeten zich afvragen hoe ze zelf de cyclus van geweld in stand houden met terroristische tactieken en oorlogsmisdaden. Hamas kan wat leren uit een studie van 323 gewelddadige en geweldloze verzetsbewegingen die aantoont dat de laatste veel meer kans op slagen hebben. En Israël moet lessen trekken uit een studie van 648 terreurgroeperingen, die besluit dat maar 19% van terroristische opstanden gestopt werd door bruut militair geweld. Diezelfde studie toont trouwens ook aan dat religieus-geïnspireerde terreur, zoals die van Hamas, amper kans maakt op slagen.
Zullen Hamas en Israël kunnen weerstaan aan de demonen die hen proberen te verleiden tot meer onmenselijke en ontmenselijkende agressie? Zullen ze kunnen kiezen voor een jihad van liefde, hoe moeilijk die weg ook is? De collectieve toekomst van Israëli’s en Palestijnen hangt er van af.