De oorlog in Gaza: “oh zo makkelijk om vanuit onze veilige stoel kritiek te hebben”

Origineel gepubliceerd op Joods Actueel.

Het nieuws blijft ons bestoken met berichten over Israël en Hamas, en terecht: dit conflict is véél breder dan het Midden-Oosten, en kan wereldwijde, ingrijpende en langdurige gevolgen hebben. Twee culturen en wereldvisies botsen tegen elkaar, twee religies en politieke systemen. Zonder doembeelden te verspreiden, maar dit conflict heeft het potentieel om de vonk te zijn voor een derde wereldoorlog. Israël heeft nucleaire wapens, en Iran ook bijna. Dat alles doet de vraag rijzen met wie we moeten sympathiseren in onze berichtgeving. Een moeilijke vraag…, of: een valse vraag?

Ach, in een ‘normale’ wereld zou je evenveel met alle lijdenden aan beide kanten moeten meeleven, maar wie is hier de grootste boosdoener en wie lijdt het meest? Het is een zeer mooie, menselijke neiging om te sympathiseren met de underdog, maar een underdog heeft niet per definitie gelijk. Je kan oprecht sympathiseren met de Palestijnse zaak en hun lijdende volk, maar er zijn hier twee underdogs tegenover elkaar. In de media woedt haast een even felle oorlog om de perceptie, en wie de heftigste beelden van bebloede kinderen kan posten, kan de meeste verontwaardiging oproepen. Een pijnlijk opbod.

Het Israëlische leger is een modern leger dat, overeenkomstig de conventie van Genève, probeert alleen militaire doelwitten te treffen, ook al worden ongetwijfeld veel onschuldige burgers mee geraakt. Maar Hamas doet niet eens een poging daartoe, heeft niet eens die intentie: 260 jongeren op een festival, afgeslachte baby’s in een nederzetting… Het is blinde terreur, om opzettelijk zoveel mogelijk collateral damage aan te richten. Wordt Israël constant aangeklaagd voor mensenrechtenschendingen? Elke mistoestand en fout mag benoemd worden, als maar dezelfde lat zou gehanteerd worden voor de andere partij. Er bestaat sowieso geen ‘objectieve meetlat’, laten we dus maar voorzichtig zijn in ons oordeel.

Israël is een democratie naar westers model – die net als elke democratie worstelt met tal van interne spanningen – , wat je nauwelijks van de Arabische buurlanden kan zeggen, en zeker niet van de Gazastrook. Hamas is een regelrechte dictatuur, die geen kritiek toelaat, geen vrije meningsuiting of vrije pers. Mensen die verdacht worden van collaboratie met Israël worden zonder vorm van proces en op brute wijze gelyncht op straat: zelfs als het een loos gerucht is. Hamas terroriseert en gijzelt haar eigen bevolking: als er massa’s doden vallen, is dat voor hen geen enkel probleem: ze zijn helden en martelaren en zullen in het paradijs beloond worden met 70 maagden. En de families krijgen duizenden dollars ‘beloning’, aanlokkelijk voor wie echt arm is. En als er kinderen gedood worden, is dat nog beter voor de beeldvorming om sympathie op te wekken in de wereldpers. Het klinkt cynisch, maar de meeste oorlogen, ook in de media, worden vuil gespeeld. Laten we niet naïef zijn.

Corruptie

In Israël mag en kan je openlijk protesteren tegen de premier en de regering en hun te harde politiek, zonder in de gevangenis gegooid te worden; in Gaza niets daarvan. Geen transparantie, noch in politiek noch in financiën. De corruptie onder Palestijnse leiders is alom bekend: Yasser Arafat heeft ooit 900 miljoen aan ‘hulpfondsen’ naar zijn eigen rekeningen doorgesluisd – in 2003 door het IMF bevestigd. Zijn vrouw die in Parijs woonde, kreeg maandelijks 1,27 miljoen euro van een Zwitserse bankrekening, en bij Arafats dood bleek ze 1,3 miljard te erven. Waarom de Palestijnse bevolking arm is…?

Het jarenlange wantrouwen van Israël tegenover Hamas – en Iran – blijkt helaas geen ‘oorlogsretoriek’ van enkele haviken, maar gerechtvaardigd: deze aanval was zeer zorgvuldig en systematisch gepland en georganiseerd. Alle energie van de Hamasleiders gaat uit naar oorlog, niet naar het opbouwen van hun eigen land. Hamas wil officieel geen vrede: het doet zelfs niet alsof! Het wil het hele land, álles. Er is geen compromis mogelijk; vreedzaam sámenleven kan voor hen niet. Israël is ‘de kleine satan’, geholpen door Amerika, ‘de grote satan’. Tja, met satan onderhandel je niet, hé? Hoe moet je als democratie met zo’n vijand omgaan die aan je grenzen op je uitroeiing uit is? Begripvol, inlevend…? Het is oh zo gemakkelijk voor ons om vanuit onze comfortabele zetel, op duizenden kilometers afstand van de bommenregen een moreel oordeel uit te spreken over de harde aanpak van Israël…

Je moet het hele conflict ook in breder perspectief zien: op het terrein zelf is Gaza uiteraard de underdog, in aantallen en militaire sterkte. Maar als we even uitzoomen, zien we Israël in het Midden-Oosten als een miniem joods landje, compleet omgeven door Arabische landen die stuk voor stuk meegevochten hebben in een rij van verbeten oorlogen om Israël van de kaart te vegen (1948, 1956, 1967, 1973). Van de hele regio heeft Israël 0,3% van de oppervlakte: waarom wordt het als ‘de boze agressor’ afgeschilderd? In 26 landen is de islam staatsgodsdienst, en in nog eens 24 landen is ze de meerderheid; het jodendom heeft één klein landje voor zichzelf: moet dat echt nog afgepakt worden? 0,2% van de wereldbevolking is joods tegenover 20% islamitisch: één tegen honderd. Wie is hier de bedreigende partij, wie de underdog? Wie is David en wie Goliath? Hezbollah in Zuid-Libanon, ook aangestuurd door Iran, heeft trouwens nog eens 100.000 raketten klaar liggen: een klein detail, hé.

Respectvol

Israël heeft nooit oorlog gezocht met één van de buurlanden. Het heeft geen enkele imperialistische agenda: de joden willen enkel graag hun eigen land terug dat ze vroeger, al 3000 jaar geleden, hadden. Israël gaat respectvol om met alle Arabieren die vreedzaam met hen willen samenleven. 21% van de eigen bevolking is Arabisch. Er zijn meerdere Arabische politieke partijen, waarvan één in 1999 5 zetels in de Knesset haalde en in 2021 mee in de regering zetelde. In Jeruzalem zelf – ik ben er tweemaal geweest – klinken vijfmaal per dag alle minaretten: een hogere graad van religieuze tolerantie dan wij hier in België.

Decennia van eenzijdige berichtgeving in westerse media heeft de Palestijnse leiders moreel gesterkt in hun strijd. Maar je kan met dit conflict niet omgaan alsof het gelijke partijen zijn, alsof er evenveel geweld en schuld is aan beide kanten, alsof ze beiden even hard vrede willen. We kunnen onmogelijk doen alsof de Palestijnen ‘geen andere keus’ hadden. De haat in Gaza is er van kinds af aan in gepompt en wordt dagelijks aangewakkerd: de enige taal die Hamas kent is die van geweld, en alle schuld voor de problemen ligt ‘bij die anderen daar’. Het gigantische hek rond Gaza was er in het begin helemaal niet: het is pas in 2019, na onophoudelijke aanvallen, dat Israël dit gebouwd heeft. Wat is de kip en wat het ei? De Palestijnse bevolking is vooral slachtoffer van hun eigen leiders, die op hun beurt marionetten zijn van machten in de buurlanden. De aanval van Hamas was een wanhoopsdaad, zonder enige kans op succes: hoogstens om weer de aandacht krijgen in de internationale pers of om het kruitvat grondig te laten ontploffen, maar dat lijkt toch zwaar tégen hen uit te draaien. Wat een nutteloze verkwisting van mensenlevens!

Dit is geen pleidooi voor een eenzijdige pro-Israël berichtgeving, maar: als de schendingen van mensenrechten door de Palestijnen evenveel zouden aangeklaagd worden, zou het beeld in de media er al heel anders uitzien. En: als wij door al onze buurlanden non-stop met de dood bedreigd zouden worden, hoe vreedzaam zouden wij reageren? Het is oh zo gemakkelijk om vanuit onze veilige bureaustoel kritiek te hebben. We mogen oprecht het beste voor iedereen op het oog hebben. Ik ben by the way ook voorstander van voedselhulp aan Gaza. Onze sympathie mag naar beide evenveel uitgaan. We hoeven ons niet tot één kamp te laten dwingen.

‘Is er nog hoop voor Israël en Palestina?’

Origineel gepubliceerd op Knack.

Zaterdagochtend kwam het huiveringwekkende nieuws dat dozijnen Hamas-militanten Israël waren binnengedrongen vanuit Gaza, onder dekking van zwaar raketvuur. Filmpjes op sociale media tonen hoe de militanten vrij rondtrokken in Israëlische dorpen en burgers en militairen doodschoten of kidnapten. Deze Hamas operatie is ongezien, zowel in omvang als succes. Meer dan 700 Israëli’s en buitenlanders werden vermoord, vermoedelijk honderd gekidnapt en verschillende Israëlische dorpen vielen tijdelijk in Arabische handen.

Al snel kwam het verbolgen en krachtdadig antwoord van Israël, dat een staat van oorlog afkondigde, doelwitten in de Gazastrook bombardeerde en een grondoffensief voorbereidt. Zowel in Gaza als in Israël loopt de dodentol op. Zelfs als deze escalatie kan ingeperkt worden, zal ze nog heel lang nazinderen. Maar ze kan ook tot een catastrofale regionale oorlog leiden, waarbij Hezbollah en andere door Iran gesteunde milities in Libanon, Syrië en Irak de strijd zouden vervoegen.

Conflictdiscours

Israëlisch premier Netanyahu verwees op zaterdagnamiddag naar de “terroristen” die Israël waren binnengedrongen en daar “een moorddadige verrassingsaanval” op onschuldige burgers uitvoerden. Hamas-leiders al-Arouri en Deif spraken dan weer over “een strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid” tegen de Israëlische “terreur van kolonisten en bezettingstroepen.”

Vanzelfsprekend zien Israëli’s en Palestijnen de gruwelijke gebeurtenissen van zaterdag in een ander licht. Niet dat ze allemaal ongenuanceerd de kijk van hun leiders delen, maar de verschillen zijn niettemin diepgaand en schijnbaar onoverkomelijk, algemeen genomen. De hele voorgeschiedenis van het huidige geweld wordt namelijk betwist van begin tot einde.

Langs Israëlische zijde begint het verhaal, zo niet met God die het land aan Abraham en zijn nakomelingen belooft, dan met de eeuwenoude koninkrijken Israël en Juda. Nadat Rome de joden uit het Beloofde Land verbande, volgden tweeduizend jaren van vernederende ballingschap en gruwelijke vervolging. Antisemitisme, pogroms en bovenal de Holocaust leerden dat de joden hun eigen staat nodig hebben om zichzelf te beschermen. Pionierende migranten keerden terug naar het land van hun voorouders, kochten het geleidelijk aan over van Arabieren en deden de woestijn bloeien. Wanneer ze de staat Israël oprichtten in 1948, vielen de omringende Arabische landen haar aan. Het kleine Israël won miraculeus en bouwde een welvarende, democratische staat te midden van falende, tirannieke regimes die het land van de kaart willen vegen.

De Palestijnse versie van dezelfde geschiedenis klinkt heel anders. Zij vertellen dat Arabieren al lang voor de Islamietische veroveringen aanwezig waren in Palestina en er steeds een sterke band mee onderhielden, ondanks de vele veroveraars en oorlogen. Onder Ottomaanse onderdrukking ontwikkelde zich een specifiek Palestijns nationalisme, met een eigen cultuur en taal. Wanneer joden in groten getale naar het land immigreerden, ontvingen de Palestijnen hen initieel met Midden-Oosterse gastvrijheid. Toen echter duidelijk werd dat Groot-Brittannië het land aan de joden had beloofd, verzetten de Palestijnen zich hiertegen. Hun opstand werd door Groot-Brittannië wreedaardig neergeslagen, waardoor ze nadien kansloos waren tegen het door het westen gesteunde joodse leger in 1948. Israël verdreef honderdduizenden Palestijnen, stal hun land en zet dit beleid tot de dag van vandaag voort.

Één conflict, twee geschiedenissen

De hamvraag is natuurlijk: wie heeft gelijk? Wiens strijd is rechtvaardig? Wat je daarop antwoordt zal sterk bepalen naar welke kant je sympathieën toe neigen. Het is echter een misleidende vraag. Beide versies van de geschiedenis bevatten historische feiten maar zijn ook bewust selectief. Zowel Israëli’s als Palestijnen leggen verschillende klemtonen om zichzelf op te werpen als helden of slachtoffers en de anderen als volkenmoordenaars en onderdrukkers. En zo wordt het conflict in stand gehouden.

Hebben beide partijen dan evenveel gelijk, dragen ze evenveel schuld en verantwoordelijkheid, ervaren ze evenveel onrecht? Zeker en vast niet! Zou een objectiever perspectief dan niet kunnen bijdragen aan een vreedzame oplossing van het conflict, door precies aan te duiden wie waarvoor schuld treft, wie waar recht op heeft? Alhoewel menig historicus reeds een poging waagde, lijkt een consensus even onwaarschijnlijk als een vreedzame oplossing voor het conflict.

Is er dan nog hoop? Bitter weinig, lijkt het. De komende dagen, weken en misschien maanden zullen dood en verderf heersen in Israël en Gaza. Dit zal langs beide kanten gerechtvaardigd worden door verwijzingen naar concreet hedendaags lijden geïnterpreteerd door de lens van hopeloos onverzoenbare historische perspectieven.

Al jaren werken kleine grassroots organisaties zoals het Israëlisch-Palestijnse Musalaha voor verzoening in hun gebroken land. Ze brengen Israëli’s en Palestijnen samen om naar elkaars tegenstrijdige geschiedenissen en verhalen te luisteren. Onder ervaren begeleiding leren deze mensen hun eigen perspectief kritisch te bekijken en dat van de ‘vijand’ te begrijpen en te respecteren, zonder per se akkoord te gaan. Omdat het veel moeilijker is om iemand te haten wanneer je hem begrijpt, ontstaan er op deze manier regelmatig onwaarschijnlijke vriendschappen tussen Israëli’s en Palestijnen.

Dit werk is er echter één van heel lange adem en met weinig kans op slagen. De fysieke barrières tussen de twee volkeren zorgen dat er weinig kansen zijn op betekenisvolle ontmoetingen en de gruwelen van zaterdag en de nasleep ervan versterken alleen maar de onverzoenbare perspectieven. Toch moeten de kleine lichtpunten van vrede dierbaar gekoesterd worden in de vernietigende duisternis die het land omhult. Er is hoop, vrede is mogelijk, verzoening kan. Ook tussen Israëli’s en Palestijnen.

‘Godvergeten’: een molensteen om de hals van de kerk

Origineel gepubliceerd in De Morgen

Het seksuele misbruik in de kerk is al lang en algemeen bekend. En toch sloeg de vierdelige VRT-reportage Godvergeten in als een bom. Eindelijk plakken er gezichten op de tragische statistieken en hangen er concrete verhalen aan vast. Het gaat om Vlamingen zoals u en ik, om dorpen en parochies als de uwe en de mijne. Het had evengoed een vriend of een familielid kunnen overvallen – en misschien was dat ook zo.

De reeks laat een mengeling van droevig medeleven, diepe verontwaardiging en rechtvaardige woede achter. Onze verbolgenheid is echter niet zozeer gericht op de individuele priesters en paters – die zijn toch anoniem of onbereikbaar – maar op het systeem dat dit mogelijk heeft gemaakt, het instituut dat we elke dag kruisen wanneer we omhoogkijken naar de alomtegenwoordige kerken, basilieken en kathedralen in ons land. De kerk leidde deze zedendelinquenten op, huisvestte ze en stelde ze tewerk, en hield ze nadien de hand boven het hoofd wanneer hun slachtoffers de mond durfden te openen.

ONDERZOEKSCOMMISSIE

Had de kerk dan niet naar haar eigen stichter geluisterd? “Wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was.” Als iemand die een kind geestelijk doet struikelen, laat staan seksueel misbruikt, erger verdient dan een gruwelijke verdrinkingsdood, waar was de kerk dan mee bezig wanneer ze het ene na het andere geval van misbruik in de doofpot stak?

Hield de kerk dan meer van de macht die ze over de millennia heen verworven had dan van de schapen die ze hoorde te hoeden? “Het is van kapitaal belang dat er een einde komt aan de hypocrisie”, sprak de zus van een slachtoffer in Godvergeten. De kerk komt over als “witgepleisterde graven, die vanbuiten wel mooi lijken, maar vanbinnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid”, zoals Jezus de toenmalige hypocriete religieuze leiders berispte.

Is er wel nog plaats voor de kerk in onze maatschappij? Het aantal ontdopingen is enorm toegenomen sinds de eerste aflevering van Godvergeten, en de legitimiteit van overheidssubsidies voor de kerk wordt opnieuw ter discussie gesteld. Er blijft in elk geval niet veel over van de geloofwaardigheid van de kerk na eeuwen van hegemonie. Zelfs cd&v steunt de voorgestelde parlementaire onderzoekscommissie.

Als de kerk haar eigen schandalen wil overleven en opnieuw relevant wil zijn in onze moderne maatschappij, als ze weer priesters als Daens en paters als Damiaan wil voortbrengen, dan zal ze moeten afstappen van de illusie van haar machtspositie en moet ze terugkeren naar het onderwijs van haar stichter: “Wie zich dan zal vernederen als dit kind, die is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen.”

BEWUST KLEINER

De kerk moet zelf opnieuw kinderlijk worden in plaats van kinderen te misbruiken. Ze moet leren van haar kleine slachtoffers om zelf opnieuw klein – nederig en eenvoudig – te worden. Ze moet zichzelf kwetsbaar opstellen in plaats van andermans kwetsbaarheid te misbruiken. Ze moet opnieuw leren zichzelf op te offeren voor anderen. Ze moet niet alleen haar zonden belijden maar ook voorkomen dat ze telkens hervalt.

Kortom, de cultuur van geheimhouding en machtsmisbruik moet omgevormd worden tot een cultuur van nederig luisteren en dienstbaarheid. De kerk zelf moet meer lokaal en gedecentraliseerd worden, en misschien ook bewust kleiner. Snoeien en dood hout wegwerken is een gezond proces en kan op termijn voor méér impact zorgen in de grassroots. Maar daarvoor moet de relatie met Rome misschien wat losser, de hiërarchie wat minder strikt. In hoeverre dat mogelijk is, is een andere vraag.

Maar de kerk als instituut kan zeker veranderen. Ze kent nog vele krachten ten goede, vele priesters, bisschoppen en gemeenschappen die even verafschuwd zijn door de schandalen als u en ik, die bovendien mee de schuldenlast dragen door associatie, en die er nog iets proberen aan te doen ook. Zoals priester Rik Devillé, die al jaren strijdt voor slachtoffers van misbruik, of de oecumenische kloostergemeenschap Taizé in Frankrijk, waar de paters een wekelijkse open discussie houden met de vele jonge pelgrims over seksueel misbruik.

Maar als het de kerk niet lukt om terug te keren naar haar grondslagen, dan verdient ze misschien toch die molensteen.

Over seksuele opvoeding, EVRAS, Sensoa, pluralisme en de grondwet

Origineel gepubliceerd in kortere vorm op Doorbraak.

Het heeft de gemoederen ernstig beroerd in ons land: de scholen in Charleroi die in brand gestoken werden uit protest tegen het EVRAS-lesprogramma over seksuele voorlichting. En zoals gewoonlijk zijn de argumenten heftig en emotioneel – in beide richtingen -, waardoor er nauwelijks gepraat en nog minder geluisterd wordt. Geweld gebruiken zoals in Charleroi is contraproductief en dus dom: het maakt je eigen zaak ongeloofwaardig en vertroebelt het inhoudelijke debat. Maar wat drijft iemand ertoe om zoiets te doen? Blinde boosheid en opgezweept door fake news? Misschien. Of omdat hij vond dat er géén open debat over was en dat de ouders buiten spel gezet worden?

De protestmars in Brussel afgelopen zondag met 2000 deelnemers toonde dat dit protest niet enkel uitgaat van ‘kleine groepjes’ uit “extreemrechts, conservatieve moslims en radicale christenen”. Er zijn ook niet-religieuze mensen – zie interview op de VRT – die openlijk getuigen dat zij de standpunten van EVRAS veel te vergaand vinden. En waarschijnlijk is er nog een groot percentage van de bevolking die dat ook vindt, maar zwijgt. Seksualiteit is delicaat en fragiel, en terughoudendheid hierin is een teken van respect. ‘Taboe’ klinkt erg negatief, maar er bestaan ongezonde én gezonde taboes. Rond seks betekent het bijv. ‘Hier loop je niet met botte laarzen over’. En zeker niet bij kinderen.

Het protest gaat eigenlijk niet tegen seksuele voorlichting op school: heel wat ouders zijn blij dat daar deskundige en objectieve biologische uitleg gegeven wordt. Maar wat EVRAS wil doen, gaat verschillende stappen verder: er zit een ideologisch gekleurde visie achter hun programma. EVRAS is verbonden met een aantal vrijzinnige organisaties, vooral het Centre d’Action Laique, vergelijkbaar met de Vlaamse Unie van Vrijzinnige Verenigingen. Het programma van EVRAS is dus verre van neutraal en objectief, zoals je van een overheidsproject zou mogen verwachten: er zit één visie op relaties en seks achter die heel ver staat van bijv. de traditionele christelijke moraal. Dé leuze is: vrijheid! Laat jongeren vrij experimenteren, zolang het gebeurt zonder dwang en met wederzijdse instemming. Sensoa, het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid, heeft een ‘vlaggensysteem’ uitgewerkt, waar een aantal sterke elementen in zitten wat betreft grensoverschrijdend gedrag. Maar één ding ontbreekt heel erg in de Sensoa-aanpak: het grotere (morele) kader. Het is heel horizontaal, zonder spirituele zingeving of hoger doel. Seks wordt gereduceerd tot een spel, tot ‘leuk’ en ‘heerlijk spannend’. Flirten is absoluut OK. Laat je hormonen lekker de vrije loop. Geniet van de fysieke kick. Als je maar een condoom gebruikt, is alles veilig.

In het christelijke mensbeeld is, om het heel kort te zeggen, seks iets ‘heiligs’ en dus zeer beschermenswaardig: het hoort thuis in een duurzame relatie van liefde en trouw. Je engageert je eerst geestelijk en emotioneel – vandaar een verbond en een belofte – , en daarna kan je je ook fysiek helemaal aan elkaar geven. En nee, het is niet enkel voor de voortplanting: je mag er heerlijk van genieten ook, binnen dat veilige kader. Eerst liefde en trouw, dan plezier en genot à volonté. Geest, ziel en lichaam: holistisch dus. En liefde is by the way gericht op het geluk van de ander, niet op de eigen bevrediging. Daarbij komt nog het element ‘verantwoordelijkheid’, want je beseft altijd dat er ook kindjes van kunnen komen: als er dus, zelfs per ongeluk en ongepland, een baby’tje uit voortkomt, moet je bereid zijn dit te omarmen. De morele norm ligt op dit vlak bijzonder hoog, wat maakt dat in de realiteit zeer weinigen, ook onder gelovigen, deze (kunnen) houden. Maar is deze christelijke seksuele moraal nu een of ander ‘bizar religieus dogma’ of gewoon ‘gezond verstand’, een pleidooi voor duurzaamheid, liefde en respect? Je kan op haar spuwen of haar marginaliseren, maar het christendom heeft diepgaand onze westerse beschaving gevormd en is nog steeds 33% van de wereldbevolking. Ook in België noemt 55% zich nog steeds christelijk (naast 7% moslim): kan je deze levensbeschouwelijke meerderheid zomaar minachtend in een verdomhoekje duwen?

Al deze morele waarden worden bij Sensoa en EVRAS eruit geknipt: seks wordt gereduceerd tot ‘fun’, en losgekoppeld van elke relationele dimensie. Jongeren worden nochtans door onze wetgever op vele gebieden beschermd: tot hun 16 jaar mogen ze geen alcohol of tabak kopen en tot hun 18 jaar geen sterkedrank en mogen ze ook niet stemmen. Omdat we ze nog niet matuur en gebalanceerd genoeg achten: hun prefrontale cortex is volgens de neurobiologie nog niet voldoende gevormd om rijpe beslissingen te nemen op lange termijn. En op gebied van seks en relaties laten we alle remmen los? Gebieden die nog veel ingrijpender zijn! Mag een vader nog gewoon tegen zijn tienerzoon zeggen: “Ik begrijp dat je hormonen heftig zijn – ik ben ook jong geweest – maar probeer ze toch te bedwingen. Flirt niet met meisjes alsof het poppetjes zijn. Vrouwen zijn geen lustobject. Kijk geen porno want het is een fake wereld en is verslavend. Wacht met een ernstige relatie tot je – 16, 18? – jaar bent en je de juiste tegenkomt. Nu lijkt dit moeilijk, maar later zal je er des te blijer mee zijn.”

Daarom is het heel begrijpelijk dat ouders zeer bezorgd zijn over wat daar in de EVRAS-lessen zal verteld worden: er mag trouwens niemand bij aanwezig zijn, noch leerkrachten, noch directeur, noch ouders – dat maakt het wantrouwen uiteraard nog groter. Dingen openlijk bespreekbaar maken en uitleggen is op zich goed, maar ‘normaliseren’ is opnieuw een stap verder. Er is een verschil tussen feitelijk zeggen ‘Er zijn sommige jongens die zich eerder meisje voelen’ en daaraan toevoegen ‘en dat is heel normaal’. Het ligt hem vaak in de toon van de woorden, en als de lesgevers uit één levensbeschouwelijke hoek komen en door hen opgeleid zijn, weet je van tevoren in welke richting dat zal gaan. Hoe expliciet je foto’s toont kan erg choquerend zijn en ‘grensoverschrijdend’ voor kinderen en jonge tieners – maar voor volwassenen natuurlijk ook!

Het argument ‘De school is een veilige omgeving’ – zoals de Sensoa-woordvoerder op het VRT-Journaal zei – is ook zéér relatief en zwak. 35 jaar onderwijservaring leren mij dat jongeren in een klas zich écht niet ‘blootgeven’: één ‘domme vraag’ is voldoende om de rest van het jaar uitgelachen te worden. Dit argument suggereert bovendien dat de school veiliger is dan het gezin: een zeer gevaarlijke insinuatie. Ook al bestaat er zeker een (kleine!) groep onveilige en ongezonde gezinnen, daarom de overheid als instelling boven het gezin als instelling plaatsen leidt naar een dictatoriale maatschappij.

In een klas zijn trouwens niet alle kinderen van hetzelfde niveau qua hormonale ontwikkeling én opvoedingsstijl. Sommige zijn thuis heel vrij gelaten en hebben al alles gezien, vaak de vulgaire versie op sociale media – sommige tieners zijn al ‘oversekst’. Terwijl sommige leeftijdsgenootjes beschermd zijn opgevoed en daar helemaal niet aan toe zijn. Mag ‘preuts’ nog? Noem het terughoudendheid of gevoeligheid, maar respecteer dat sommige jonge tieners geen expliciete beelden over naakt, porno en masturbatie willen opgedrongen krijgen.

Ook al is de seksuele moraal in de vrijzinnigheid veel vrijer, zij pleit even sterk voor de waarden van tolerantie en respect. Ik heb de directeur van het Huis van de Mens in Brussel zelfs tweemaal horen zeggen dat zij pleiten voor ‘actief pluralisme’, dit wil zeggen actief ruimte creëren voor andere meningen. Maar in dit dossier zien we het omgekeerde gebeuren: de andere meningen worden verdacht gemaakt als ‘kleine groepjes’ en ’extreem’ en vooral gewelddadig (ook al was het misschien maar één fanatiek persoon die alle brandstichtingen veroorzaakt heeft). De toon in sommige media is: voor zulke meningen mag in onze moderne maatschappij geen plaats zijn. Zo ver reiken tolerantie, pluralisme en respect in de praktijk.

Artikel 24 van de Belgische Grondwet zegt o.a.: “De gemeenschap richt neutraal onderwijs in. De neutraliteit houdt onder meer in, de eerbied voor de filosofische, ideologische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen.” EVRAS en Sensoa, door de overheid georganiseerd en betaald, zijn het aan zichzelf en aan de burgers verplicht respectvol en neutraal te zijn, transparantie te bieden en open te staan voor andere standpunten. Voorlichting hoort objectief te zijn, maar ‘opvoeding’ is altijd gekleurd. En het is niet aan een overheidsinstelling om één levensbeschouwelijke visie op seks te verspreiden via de verplichte kanalen en zich hier boven de ouders te plaatsen. Het klopt dat sommige protesteerders fake argumenten gebruiken – alsof ze in die lessen gaan leren masturberen -, maar daarom al hun andere, terechte argumenten evenzeer van tafel vegen is zorgwekkend. Dat doet mij heel erg vrezen voor het democratische debat in onze maatschappij.

Over EVRAS en Sensoa: Is seks banaler dan alcohol?

Origineel gepubliceerd op Doorbraak. Zie hier voor een langere versie.

Het heeft de gemoederen ernstig beroerd in ons land: de scholen in Charleroi die in brand gestoken werden uit protest tegen het EVRAS-lesprogramma over seksuele voorlichting. En zoals gewoonlijk zijn de argumenten heftig en emotioneel – in beide richtingen -, waardoor er nauwelijks gepraat en nog minder geluisterd wordt. Geweld gebruiken zoals in Charleroi is contraproductief en dus dom: het maakt je eigen zaak ongeloofwaardig en vertroebelt het inhoudelijke debat.

De protestmars in Brussel afgelopen zondag met 2000 deelnemers toonde dat dit protest niet enkel uitgaat van ‘kleine groepjes’ uit “extreemrechts, conservatieve moslims en radicale christenen”. Er zijn ook niet-religieuze mensen – zie interview op de VRT – die openlijk getuigen dat zij de standpunten van EVRAS veel te vergaand vinden. Seksualiteit is delicaat en fragiel, en terughoudendheid hierin is een teken van respect. Rond seks betekent het: ‘Hier loop je niet met botte laarzen over.’ En zeker niet bij kinderen.

Het protest gaat eigenlijk niet tegen seksuele voorlichting op school: heel wat ouders zijn blij dat daar deskundige en objectieve biologische uitleg gegeven wordt. Maar wat EVRAS wil doen, gaat verschillende stappen verder: er zit een ideologisch gekleurde visie achter hun programma, een visie op relaties en seks die heel ver staat van bijv. de traditionele christelijke moraal. Dé leuze is: vrijheid! Spoor jongeren aan om vrij te experimenteren, zolang het gebeurt zonder dwang en met wederzijdse instemming. Seks wordt gepresenteerd als niet meer dan een spel, ‘leuk’ en ‘heerlijk spannend’, zonder emotionele, psychologische of relationele gevolgen. Geniet van de fysieke kick. Als je maar een condoom gebruikt, is alles veilig.

De christelijke moraal wijst echter op de diepere en hogere dimensie van seks en plaatst het daarom binnen een duurzame relatie van liefde en trouw. Je engageert je eerst geestelijk en emotioneel – vandaar een verbond en een belofte – , en daarna kan je je ook fysiek helemaal aan elkaar geven en ervan genieten in een veilige context! Is dit nu een ‘bizar religieus dogma’ of gewoon ‘gezond verstand’, een pleidooi voor duurzaamheid, liefde en respect?

Jongeren worden door onze wetgever op vele gebieden beschermd: tot hun 16 jaar mogen ze geen alcohol of tabak kopen en tot hun 18 jaar geen sterkedrank en mogen ze ook niet stemmen. Omdat we ze nog niet matuur en gebalanceerd genoeg achten: hun prefrontale cortex is volgens de neurobiologie nog niet voldoende gevormd om rijpe beslissingen te nemen op lange termijn. En op gebied van seks en relaties laten we alle remmen los?

Mag een vader nog gewoon tegen zijn tienerzoon zeggen: “Ik begrijp dat je hormonen heftig zijn – ik ben ook jong geweest – maar probeer ze toch te bedwingen. Flirt niet met meisjes alsof het poppetjes zijn. Vrouwen zijn geen lustobject. Kijk geen porno want het is een fake wereld en is verslavend. Wacht met een ernstige relatie tot je – 16, 18? – jaar bent en je de juiste tegenkomt. Nu lijkt dit moeilijk, maar later zal je er des te blijer mee zijn.”

Daarom is het heel begrijpelijk dat ouders zeer bezorgd zijn wat daar in de EVRAS-lessen zal verteld worden. Dingen openlijk bespreekbaar maken en uitleggen is op zich goed, maar ‘normaliseren’ is een stap verder. Er is een verschil tussen feitelijk zeggen ‘Er zijn sommige jongens die zich eerder meisje voelen’ en daaraan toevoegen ‘misschien ben jij eigenlijk een meisje en geen jongen’.  

Het argument ‘De school is een veilige omgeving’ – zoals de Sensoa-woordvoerder op het VRT-Journaal zei – is ook zéér zwak. 35 jaar onderwijservaring leert mij dat jongeren in een klas zich écht niet ‘blootgeven’: één ‘domme vraag’ is voldoende om de rest van het jaar uitgelachen te worden. Dit argument suggereert bovendien dat de school veiliger is dan het gezin: een zeer gevaarlijke insinuatie – ook al bestaat er zeker een (kleine!) groep onveilige en ongezonde gezinnen.

In een klas zijn trouwens niet alle kinderen van hetzelfde niveau qua hormonale ontwikkeling of opvoeding. Sommigen zijn thuis heel vrij gelaten en hebben al alles gezien, vaak de vulgaire versie op sociale. Terwijl sommige leeftijdsgenootjes beschermd zijn opgevoed en daar helemaal niet aan toe zijn. Mag ‘preuts’ nog? Noem het terughoudendheid of gevoeligheid, maar respecteer dat sommige jonge tieners geen expliciete beelden over naakt, porno en masturbatie willen opgedrongen krijgen.

Ook al is de seksuele moraal in de vrijzinnigheid veel vrijer, zij pleit even sterk voor de waarden van tolerantie en respect, voor actief pluralisme, d.w.z. ruimte creëren voor andere meningen. Maar in dit dossier zien we het omgekeerde gebeuren: de andere meningen worden verdacht gemaakt als ‘kleine groepjes’ en ’extreem’ en vooral gewelddadig. De toon in sommige media is: voor zulke meningen mag in onze moderne maatschappij geen plaats zijn. Zo ver reiken tolerantie, pluralisme en respect helaas in de praktijk, en dat voor een overheidsproject!

Als EVRAS en Sensoa respectvol en neutraal zouden zijn, zouden ze ernstig luisteren naar de bezorgde ouders, transparant zijn en open staan voor andere standpunten. Voorlichting hoort objectief te zijn, maar ‘opvoeding’ is altijd gekleurd. Het is niet aan een overheidsinstelling om één levensbeschouwelijke visie op seks te verspreiden via de verplichte kanalen en zich hier boven de ouders te plaatsen. Dat doet mij heel erg vrezen voor het democratische debat in onze maatschappij.

Doet Carrasco aan ‘sportswashing’ in Saudi-Arabië?

Origineel gepubliceerd in De Morgen.

Yannick Carrasco ruilt binnenkort Atletico Madrid voor Al-Shabab in Saoedi-Arabië. In de Saoedische voetbalcompetitie vervoegt hij welluidende namen als Cristiano Ronaldo, Neymar, en Benzema die hem voorgegaan zijn op deze lucratieve trek. Elkeen werd met rode loper en open armen ontvangen, want hun komst vergrootte het prestige van het land.

Sommigen zouden dit echter “sportswashing” noemen. Uit een nieuw rapport van Human Rights Watch blijkt namelijk dat een ander soort migranten veel minder warm ontvangen wordt aan de Saoedische grens met Jemen. Daar maait de grenswacht hele groepen migranten en asielzoekers neer met machinegeweren en raketwerpers. Een conservatieve schatting stelt dat sinds januari er op dergelijke wijze honderden zijn omgebracht.

Ethiopische migranten

De “oostelijke” of “Jemenitische” migratieroute richting Saoedi-Arabië wordt voornamelijk gevolgd door Ethiopiërs. Zij vluchten voor droogte, armoede en gewapend conflict in het noorden van hun land.

In een eerste stap steken zij de golf van Aden over naar het door oorlog verscheurd Jemen, waar één van ’s werelds grootste humanitaire crisissen heerst. De migranten komen er terecht in een hels moeras van mensensmokkelaars en Houthi milities, die hen afpersen, mishandelen en soms doden. Zij die het ‘geluk’ hebben om dit te overleven, worden verder geloodst naar de Saoedi-Arabische grens, waar ze de volgende cirkel van de hel betreden.

Één overlevende getuigt dat bij hun gepoogde oversteek 150 van de 300 migranten in zijn groep gedood werden door Saoedische raketwerpers. Een ander vertelt hoe hij met vier mannen door de grenswacht verplicht werd twee 15-jarige meisjes te verkrachten. Nog anderen vertellen hoe Saoedische grenswachten hun de keuze lieten in welk lichaamsdeel ze zouden geschoten worden voor ze terug naar Jemen gestuurd werden.

Volgens Human Rights Watch gaat het hier niet om geïsoleerde gevallen, maar wel om een bewuste en systematische aanpak.

Dit is het land waar Carrasco naartoe verhuist. Op de vraag wat hij vindt van de staat van mensenrechten in Saoedi-Arabië antwoordt Carrasco echter dat hij geen haar in de boter ziet. “Cristiano heeft daar een heel normaal leven met zijn vrouw. Het is een heel mooi land. Het is moeilijk te beoordelen als je alleen luistert naar wat mensen erover zeggen. Je moet het zelf ervaren.” Vermoedelijk heeft Carrasco zelf niet ervaren hoe de Saoedische grenswacht Ethiopische migranten aanpakt.

Belgische wapens

Niet alleen Belgische voetballers worden rijk met Saoedisch geld. De Belgische wapenindustrie verdiende de jongste jaren miljarden aan de uitvoer naar Saoedi-Arabië. Het land was zelfs onze grootste wapenexportbestemming.

Een onderzoek uit 2019 toont aan dat de Saoedische grenswacht wapens van FN Herstal gebruikt. Hoogstwaarschijnlijk worden die Belgische wapens vandaag dus ingezet bij de moord op massa’s Ethiopische migranten.

De vergunningen die FN Herstal toelaten wapens te exporteren naar Saoedi-Arabië werden nochtans al verschillende malen geschorst door de Raad van State, net vanwege het risico dat er mensenrechten mee geschonden zouden worden. In 2020 wonnen Ligue des Droits Humains, CNAPD en Forum voor Vredesactie een eerste rechtszaak, die leidde tot de schorsing van deze vergunningen.

De Waalse regering, die enig aandeelhouder is van FN Herstal en de 4000 jobs in haar bredere wapenindustrie enorm waardeert, vaardigde echter onmiddellijk zes nieuwe vergunningen uit. Al werden ook enkele van deze vergunningen geschorst in een nieuwe procedure, toch ging de verkoop verder. De Waalse regering geeft zich duidelijk niet snel gewonnen in de strijd om haar economische belangen en een nieuwe rechtszaak loopt sinds april dit jaar.

Human Rights Watch vermoedt dat wat er vandaag gebeurt in Saoedi-Arabië kwalificeert als misdaden tegen de mensheid. Deze misdaden werden heel waarschijnlijk gepleegd met Belgische wapens en munitie. Willen wij daar medeplichtig aan zijn? En wil Carrasco zijn ogen daarvoor toeknijpen?

Het is niet nieuw dat commerciële belangen ons mensenrechtendiscours soms wat hol doen klinken – denk maar aan de wereldbeker voetbal in Qatar. Als we onze normen willen naleven, dan moet in de eerste plaats de wapenexport naar Saoedi-Arabië finaal gestopt worden. En Carrasco moet zich afvragen of een bankrekening vol met besmeurde oliedollars de “sportswashing” echt wel waard is. Want economische belangen kunnen nooit het Ethiopische bloed dat ginds vloeit rechtvaardigen.

‘Links’ en ‘rechts’: hoe uit deze loopgravenoorlog geraken? Een pleidooi om een valse tegenstelling te overstijgen!

‘Is de nieuwe Nederlandse politicus Pieter Omtzigt links of rechts?’ is de eerste vraag die men stelt wanneer hij een nieuwe partij opricht. In Zelzate werden na de pestvideo’s van vorige week twee protestmarsen gehouden: eentje op dinsdag, vooral rechtse groepen, en op woensdag door de linkse organisaties. Vreemd, nietwaar? Waarom bepaalt of domineert deze tweedeling ons hele maatschappelijke debat, de politiek en zelfs de cultuur? En stuurt ze ons niet in nutteloze schijngevechten, misvormende karikaturen en energieverslindende polarisatie?

We zien in ons land, en eigenlijk in verschillende andere landen in de wereld, al vele jaren een politieke verrechtsing plaatsvinden: moeten we ons daar, zoals sommige media waarschuwen, grote zorgen over maken? Deze verschuiving kan veel ‘gezichten’ en onderliggende redenen hebben: opkomend nationalisme, de roep om een sterke leider, grote migratiegolven, de dreiging van een economische crisis en dus protectionisme, religieuze herleving, moreel conservatisme… Moeten we al die rechtse mensen op één hoop gooien of zouden de beleidsmakers beter naar hun (zeer diverse) bezorgdheden luisteren? In hun ogen is de verrechtsing waarschijnlijk een tegenreactie tegen een (doorgedreven) verlinksing, om weer ergens in ‘het midden’ te belanden.

De naderende verkiezingskoorts maakt ook dat beide kampen hun messen scherpen en de toon heftiger wordt, vooral ongenuanceerder. Jammer, want het maakt elk open gesprek en kruisbestuiving onmogelijk. Het gaat niet op om de ‘andere’ helft van de bevolking te demoniseren. Aan de ene kant zegt men: ‘De kiezer heeft altijd gelijk’, maar wie voor ‘de foute’ stemt – denk aan Trump -, wordt afgeschilderd als dom en primitief. Er mag een minimum aan respect zijn voor zijn keuze, en zijn motieven hoeven niet bij voorbaat verdacht gemaakt te worden.

Stellen we ons nog wel eens de vraag wat we eigenlijk bedoelen met ‘links’ en ‘rechts’, conservatief en progressief? Zwart-witdenken leidt enkel tot polariseren: alsof er maar twee mogelijkheden zijn! Helaas, de algoritmen van de sociale media versterken dit mechanisme alleen maar. Vooral de extremen profiteren hiervan en de onderlinge verdraagzaamheid verdampt zienderogen. Een Amerikaanse vriend van mij zuchtte diep: “De pest bij ons in de VS is dat je slechts twee opties hebt: als je voor de democraten stemt, moet je al hun shit erbij nemen, bij de republikeinen al hun junk. Het is de pest of de cholera.” Het systeem laat hem niet toe tegen abortus te zijn, en tegelijk tegen vrij wapenbezit.

‘Conservatief’ betekent: behoudend, m.a.w. willen bewaren wat (iemand vindt dat) goed is. Het kan op drie héél verschillende domeinen ingevuld worden: politiek, economisch of moreel. Het is dus perfect mogelijk om politiek links te zijn en tegelijk moreel rechts. Links-liberalen zijn bijv. het omgekeerde. ‘Progressief’ geldt als ‘links’ en streeft naar vooruitgang, maar… geen enkele partij of groep pleit toch voor ‘achteruitgang’? Je kan toch onmogelijk stellen dat al het oude en traditionele goéd is, of omgekeerd dat elke verandering een verbetering is!? Helaas: verkiezingsslogans zoals ‘Wij willen verandering’ zeggen nauwelijks nog íets.

Wanneer in een parlement het ene kamp alle voorstellen van de oppositie afschiet, omdát ze van daar komen, krijg je een verziekte politiek, waar alles blokkeert. Het zijn de echte ‘staatsmannen’ die op een hoger niveau kunnen staan, en leren van hun opponent. Robert Schuman, Frans politicus, was na W.O. II in staat om de ‘vijand’, de Duitse bondskanselier Adenauer, de hand te reiken en te zoeken hoe ze sámen Europa konden heropbouwen: daaruit ontstonden de eerste voorlopers van de EU. Zulk soort mensen bouwt de wereld op.

Elk mens heeft zijn blinde vlekken: een beetje bescheidenheid en kritisch zelfonderzoek maken ons sterker. Zich verdiepen in het standpunt van onze tegenstanders is een mooie maar moeilijke sport: het wordt je zelfs niet in dank afgenomen door partijgenoten. Waarom krijgen politici communicatietraining, maar geen empathietraining, spreektraining, maar geen luistertraining?

Eigenlijk is de opdeling in links en rechts een valse tegenstelling: het is veel genuanceerder dan dat en meer gelaagd. Waarom kan je niet vóór het klimaat zijn én voor het ongeboren leven, voor opvang van migranten én harde aanpak van criminaliteit…? De polarisatie zorgt ervoor dat beide kampen zich in hun loopgraven terugtrekken en van elkaar een karikatuur maken: als je dat bééld van de ander tot de grond hebt afgekraakt, heb je helaas enkel een (zelfgemaakte) pop afgekraakt.

Vaak worden bijv. gelovigen of christenen in de conservatieve hoek geduwd, maar klopt dat? Geenszins: je hebt ze aan beide kanten, en dat op zeer diverse vlakken. Jezus laat zich zeker niet in één van beide kampen opsluiten: hij oversteeg alle hokjes. En de Kerk heeft op sociaal gebied altijd vooropgelopen in de zorg voor de zwakken (‘links’), maar was op moreel gebied altijd voor de verdediging van gezonde gezinswaarden (‘rechts’). Maar ook op moreel vlak is het nooit zwart-wit: je kan tegelijk fel tegen alle vormen van prostitutie zijn, én actief zijn om sekswerkers uit dat milieu te helpen ontsnappen.

We moeten in deze discussie vooral de gevoelswaarde beseffen van woorden, hun hoog emo-gehalte. Indien ‘rechts’ voor u als een soort belediging aanvoelt, bent u zelf waarschijnlijk links. Indien u ‘links’ als een scheldwoord gebruikt, bent u rechts. Maar waarschijnlijk vindt u van uzelf dat u in ‘het juiste midden’ bent? Het is erg eenzijdig wanneer ‘conservatief’ klinkt als: verstard, oubollig, saai, voorbijgestreefd, bekrompen, verzuurd, krampachtig vasthouden aan oude zekerheden, bang voor vernieuwing… En ‘progressief’ als: cool, hip, vooruitstrevend, op de toekomst gericht, vernieuwend, avontuurlijk, openminded, sociaal, tolerant, universalistisch. Emo-taal speelt in op onderbuikgevoelens: ik wil erbij horen, hip en ‘in’ zijn, of: ik zet me af uit frustratie en ben tégen (alles)!

De vraag wat het beste is, ‘conservatief’ of ‘progressief’, is dus een idiote vraag. De enige zinvolle vraag is: wat is goed (en moet dus behouden worden), en wat is slecht/minder goed (en heeft dus vooruitgang nodig)? Eigenlijk zou de vraag ‘Is deze persoon of dit idee links of rechts?’ helemaal niet gesteld moeten worden, maar: ‘Heeft hij gelijk, is dit een waardevol idee, brengt dit verbetering?’ Ik houd mijn hart vast: de verkiezingen komen eraan! Ferm, zwart-wit taalgebruik lijkt op korte termijn meer stemmenwinst op te leveren. Kan je ook stemmen winnen ‘met stijl’ en inhoud? Kunnen kiezers kwaliteit herkennen achter het geschreeuw? Ik weet het niet zeker, maar ik wil koppig blijven geloven van wel. Waar zijn de staatsmannen en -vrouwen vandaag? Ik ben heel benieuwd hoe de verkiezingscampagne zal verlopen. Wie van onze politici zijn in staat te spreken voor álle burgers? En hoeveel burgers zullen stemmen op inhoud en niet op emo?

Artificiële intelligentie in Hollywood doet vragen: wat is essentieel voor ons mens-zijn?

Origineel gepubliceerd op DeWereldMorgen en in het Brabants Dagblad.

Hollywood staat in rep en roer. Meer dan elfduizend scenaristen en 160,000 acteurs hebben het werk neergelegd. Naast oneerlijke lonen is hun grootste kopzorg de opkomst van artificiële intelligentie (AI) in de filmindustrie. ChatGPT en kompanen worden namelijk gezien als een existentiële bedreiging.

Scenario’s geschreven door hedendaagse AI-technieken zijn nog overwegend saaie producties. De razendsnelle vooruitgang van de technologie zorgt echter dat een blockbuster uit de ‘pen’ van een AI geen verre toekomstmuziek is.

Om een AI-geschreven film te draaien zullen ook niet zoveel acteurs meer nodig zijn. Secundaire personages kunnen volledig door AI gegenereerd worden op basis van scans van echte personen. En goedkopere acteurs kunnen hoofdpersonages vertolken, die in postproductie omgevormd worden tot de gewenste steracteur – zogenaamde ‘deepfakes’.

Op deze manier kunnen de kosten van studio’s enorm gedrukt worden: scenaristen zullen hooguit wat AI-scenario’s moeten retoucheren, terwijl de meeste acteurs maar één werkdag nodig zullen zijn – om gescand te worden. Nadien kan hun digitaal karakter oneindig gebruikt worden.

Menselijke behoefte aan creatief werk

Scenaristen en acteurs eisen begrijpelijkerwijs sterke regulatie van AI in de filmindustrie. Scenaristenvakbond WGA staat erop dat “AI geen literair materiaal mag schrijven of herschrijven” en acteursvakbond SAG-AFTRA wil acteurs “beschermen tegen uitbuiting van hun identiteit en talent zonder toestemming en betaling.” Daarom blijven Meryl Streep en George Clooney voor de komende tijd aan de zijlijn staan, naast schijnbaar elke andere Amerikaanse acteur.

Terwijl andere sectoren ook worden getroffen door de opkomst van AI, wekt de staking in Hollywood vanzelfsprekend meer belangstelling. Er zijn vele bekende gezichten mee gemoeid en het mocht toch niet waar zijn dat er binnenkort niets nieuws op tv te zien zal zijn?

De staking doet denken aan het luddisme in de 19de eeuw, toen ambachtslieden en boeren in Engeland zich verzetten tegen de opkomst van fabrieken in de eerste industriële revolutie. Luddieten protesteerden dat hun geschoolde arbeid werd geautomatiseerd om tegen lagere lonen producten van mindere kwaliteit te produceren.

Karl Marx betreurde eveneens dit aspect van de eerste industriële revolutie toen hij arbeid beschreef als ‘de eigen levensactiviteit van de arbeider, de manifestatie van zijn eigen leven.’ Volgens Marx gedijt de mens wanneer hij zijn essentiële menselijke vermogens kan ontwikkelen en ontplooien, onder andere in bevredigend werk. In het industriële kapitalisme werd de arbeider echter gereduceerd tot werken om in leven blijven. Hij kon niet langer floreren omdat zijn menselijke behoefte aan creatief werk niet vervuld werd.

In Hollywood verzet men zich vandaag tegen de ontwikkelingen van de vierde industriële revolutie. Opnieuw klagen ‘ambachtslieden’ dat hun geschoolde arbeid vervangen wordt om hun ‘producten’ tegen lagere lonen te produceren. Scenaristen en acteurs vrezen dat ze op deze manier hun creatief beroep zullen verliezen aan AI en veroordeeld zullen zijn tot minder bevredigend werk. Of in Marx’ analyse: dat ze een stuk van hun menselijkheid zullen verliezen.

Is de mens fundamenteel een consument?

Wat moet de doorsnee Belg hiervan vinden? Indien de vierde industriële revolutie zich ondanks de staking doorzet in Hollywood zullen wij binnenkort nog goedkoper, nog meer films en series kunnen bekijken. Meer nog, AI zal op termijn waarschijnlijk volledig geïndividualiseerde content kunnen genereren. Aangezien Marx’ beschrijving van menselijk welzijn naast bevredigend werk ook ‘recreatie’, ‘cultuur’ en ‘esthetisch plezier’ omvat, zit het wel goed met ons floreren, niet?

We kunnen ons natuurlijk afvragen of AI-gegenereerde content nog onder de noemers ‘cultuur’ en ‘esthetiek’ zal passen. Er is het risico dat AI-technieken maar middelmatig werk zullen produceren, en nooit de vernieuwende hoogten van echte kunstenaars zullen bereiken.

Verder is er de vraag of het invullen van onze behoefte aan ‘recreatie’ voldoende is om te floreren. Marx stelde dat in de eerste industriële revolutie, de arbeider zijn leven pas begon na zijn werkuren, “aan een tafel, in het café, in bed.” Is de mens fundamenteel een consument, met als levensdoel zoveel en zo divers mogelijk te consumeren na zijn werkuren? Als dit het geval is, is de opkomst van AI-gegenereerde content de grootste doorbraak in de wereldgeschiedenis. Wie de Pixar film Wall-E gezien heeft kan zich echter inbeelden wat voor een soort mensen dit produceert op de lange termijn.

Marx’ beschrijving van menselijk gedijen omvatte zoals gezegd meer dan enkel consumeren. Volgens hem zijn bevredigend werk en artistieke expressie ook fundamentele behoeften van ons mens-zijn. We zijn niet alleen bestemd om te genieten van andermans producties, maar ook om zelf uitvinders, scheppers en kunstenaars te zijn, elk met het potentieel om een eigen unieke bijdrage tot de mensheid te leveren.

Vanuit dat perspectief moeten we ons afvragen, net als de scenaristen en acteurs in Hollywood, wat de rol van artificiële intelligentie moet zijn in onze levens. Ze is te omarmen waar ze kan bijdragen tot ons menselijk floreren. Maar waar we riskeren fundamentele aspecten van ons mens-zijn te verliezen, moeten er grenzen gesteld worden.

Stop koranverbranding omwille van naastenliefde

Origineel gepubliceerd in Trouw, het Brabants Dagblad, Streven vrijplaats en Volzin.

Zweden is een traditie van koranverbrandingen aan het opbouwen. Na een reeks verbrandingen georganiseerd door Rasmus Paludan, de leider van een anti-moslimpartij, was het eind juni aan Salwan Momika, een Irakese immigrant en atheïst. Voor de centrale moskee van Stockholm scheurde hij enkele pagina’s uit een koran en stak die in brand. Later vertelde hij aan CNN dat “dit boek uit de wereld verbannen zou moeten worden, vanwege het gevaar dat het veroorzaakt voor de democratie, ethiek, menselijke waarden, mensenrechten en vrouwenrechten”.

Momika heeft moeten vechten om zijn protestactie te mogen uitvoeren: hij kreeg pas na drie maanden toestemming van de rechter. Hij mocht de koran in brand steken, ook al zou de actie kunnen leiden tot een verhoogd risico op terreuraanslagen en gevolgen hebben voor het Zweedse buitenlandbeleid.

Waarom liet Zweden Momika begaan? Volgens de Stockholmse rechter woog het principe van de vrijheid van meningsuiting zwaarder dan de belediging van een religieuze groep. Volgens dit principe mocht Paludan ook een koran verbranden voor de Turkse ambassade, en kreeg een moslim de toestemming als tegenreactie een joodse thora te verbranden voor de Israëlische ambassade.

Wetten tegen godslastering

Vele landen hebben wetten tegen godslastering, die onder andere verbieden om heilige geschriften respectloos te behandelen. In Frankrijk werden deze wetten in de negentiende eeuw geschrapt ten voordele van de vrijheid van meningsuiting, in Zweden gebeurde dit in 1970. In Nederland is het verbod op smadelijke godslastering in 2014 uit het wetboek van strafrecht geschrapt.

Hoe ver de vrijheid van meningsuiting reikt, is niet duidelijk. Ze is niet onbeperkt: het ontkennen van de Holocaust bijvoorbeeld is strafbaar in heel wat landen. Zogenoemde hate-speech ook. Maar hoe definieer je dat? Is de koranverbranding door Momika een vorm van hate-speech? Het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken verklaarde dat zijn actie een ‘klimaat van angst’ schept dat de vrijheid van godsdienst voor moslims bedreigt. “Het verbranden van religieuze teksten is respectloos en kwetsend. Wat misschien legaal is, is niet per se gepast.”

Terwijl politici en juristen proberen een balans te vinden, kunnen we misschien een voorbeeld nemen aan wat er gebeurde met de aanvraag om een thora te verbranden voor de Israëlische ambassade in Stockholm. Dat ging niet door. Waarom?

Moslimleiders vonden torahverbranding niet gepast

Volgens de Zweedse rabbi Moshe David HaCohen zetten leiders van de moslimgemeenschap in Zweden zich in om de verbranding te voorkomen. Ook al was deze gemeenschap diep gekwetst door Paludans recente koranverbranding, toch vonden leiders de torahverbranding niet gepast en overtuigden ze de actievoerder zijn plan op te geven. Zijn protest zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor Joden in Zweden. Voor de Zweedse moslimgemeenschap woog in dit geval naastenliefde zwaarder dan de vrijheid van meningsuiting.

Hoewel het concept ‘heilig’ vandaag geen tegengewicht meer kan vormen voor de vrijheid van meningsuiting, kunnen andere concepten dat nog wel: hate-speech en naastenliefde. Was het zo belangrijk voor Momika om zijn mening over de Koran op deze dramatische manier te uiten dat hij niet alleen de moslimgemeenschap zou kwetsen maar ook riskeerde hun vrijheden te bedreigen?

Er zijn inderdaad interpretaties van de Koran die een gevaar zijn voor westerse waarden. IS geeft daar het meest dramatische voorbeeld van. Daartegenover staan echter heel wat vormen van de islam die hier helemaal geen gevaar voor vormen. Integendeel zelfs. Maar door een koran te verbranden scheer je die allemaal over een kam.

1 juli 1523: 500 jaar protestantsemartelaren op Grote Markt in Brussel

Origineel gepubliceerd op De Wereld Morgen, Volzin magazine en Doorbraak.

De herdenking van een 500ste verjaardag is niet alledaags, alleen was de bewuste gebeurtenis toendertijd erg controversieel. Het was ook uniek wat er op 1 juli 1523 gebeurde op de Grote Markt van Brussel: de Reformatie van Maarten Luther startte weliswaar in Wittenberg (Duitsland) in 1517, maar de eerste doden hiervoor vielen in… Brussel. Het waren andere en woelige tijden, waar brandstapels en folteringen ‘er gewoon bij hoorden’. Je kan het ook positief zeggen: het waren tijden waar godsdienst nog belangrijk was, belangrijk genoeg om je leven voor te geven – in tegenstelling tot de algemene spirituele onverschilligheid vandaag. Een martelaarsdood is tegelijk vreselijk én heldhaftig.

Het is een lang verhaal waarom twee augustijner monniken uit Antwerpen, Hendrik Voes en Jan van Esschen, op een Brusselse brandstapel beland zijn. Het hele klooster met 16 paters was eigenlijk gewonnen voor de hervormingsideeën van Luther en ze predikten dat openlijk in hun kerk. De prior, Jakob Proost (Latijn: Praepositus), kende Luther persoonlijk want deze was ook augustijn geweest en had met hem een tijdlang een cel gedeeld.

Het waren tijden van veel maatschappelijke turbulentie en in de Kerk konden hervormingen ook niet uitblijven. Mensen werden sinds de renaissance mondiger en er hing een roep om vrijheid in de lucht. Erasmus had in zijn ‘Lof der zotheid’ (1509) kritiek geuit op de wantoestanden in de kerk, de fanatieke godsdienstoorlogen, de geldhonger van geestelijken en het bijgeloof onder het volk. Ook hij had veel sympathie voor Luthers kritieken, maar vond hem te fel en koos later tegen hem. Erasmus vergeleek het christendom met een brede rivier die door allerlei bijrivieren – ménselijke tradities – vervuild was geraakt: hij pleitte sterk voor ‘terug naar de bronnen’, dé leuze van de renaissance. Voor een kerkhervorming betekende dat: terug naar ‘het zuivere begin’, naar Jezus, de
apostelen en de Bijbel zelf. Daarom had Erasmus de studie van de bijbelse grondtalen, Hebreeuws en Grieks, gepromoot, o.a. aan zijn ‘collegium trilinguae’ in Leuven.

De pausen van die tijd waren vaak meer bezig met oorlog voeren of exclusieve kunstverzamelingen, en dat kostte handenvol geld. Was de bouw van de grootse en sjieke Sint-Pieters-basiliek ‘tot eer van God’ of puur een prestigeproject van Julius II? Het geld moest in ieder geval rollen: hoge kerkelijke ambten werden verkocht aan de hoogst biedende, en de aflatenhandel kon helpen om de kassa te spekken. Toen Luther deze aflaten in zijn 95 stellingen fel aanviel (1517) bedreigde hij dus de financiële geldstromen.

Maar eenmaal dat Luthers ogen opengegaan waren voor één ontsporing, ontdekte hij nog meer kerkelijke praktijken die nooit door Jezus of zijn apostelen waren bevolen of zelfs gewild. Zijn geschriften leidden tot heftige discussies op het hoogste niveau: paus en keizer werden er direct in betrokken, en een scheuring in Europa stond op het spel, omdat de noordelijke, Duitse vorsten massaal voor Luther kozen. Luther werd eerst door de paus in de ban geslagen als ketter, later ook door de keizer vogelvrij verklaard (1521).

De discussie ging niet over details, maar over de kern van de zaak: hoe krijg je het eeuwige leven? Door eigen verdienste – al je goede werken -, aangevuld door Gods vergeving en genade, of door genade alléén? Later verschoof de discussie naar: wie heeft het laatste woord: de paus, een concilie of de Bijbel? Volgens Luther kon de mening of interpretatie van de paus nooit boven (of naast) Gods Woord staan. Het debat ging ook over de vrijheid van een christen: mag een gelovige zijn eigen geweten volgen – wordt hij geleid door de Heilige Geest – of moet hij slaafs gehoorzamen aan alles wat de Kerk dicteert? Kortom, dit waren voor honderdduizenden mensen zo’n principiële vragen dat ze bereid waren ervoor te vechten, ja, zelfs hun leven voor te geven.

In Antwerpen waren de hervormingsideeën al erg verspreid door honderden Duitse kooplieden, en door de drukkers die Luthers geschriften illegaal gedrukt en verspreid hadden. De augustijnenprior, Jacob Proost, werd in 1521 omwille van zijn ‘ketterse’ preken gearresteerd en gevangengezet, maar door het volk bevrijd – wat toont hoezeer het volk ook sympathiseerde met de hervorming. Omdat het hele klooster ‘besmet’ was, werden ze alle 16 gevangengezet in Vilvoorde. Na ondervragingen – lees: folteringen – door de inquisitie keerden 13 terug naar het katholieke geloof. Drie bleven onwrikbaar en werden klaargemaakt voor de brandstapel, een publieke gebeurtenis met massa’s toeschouwers. Eén van hen, Lambert Thoren, vroeg alsnog vier dagen bedenktijd waardoor hij aan het vuur ontsnapte, maar enkele jaren later toch in de gevangenis stierf. De andere twee, Hendrik en Jan, kregen nog een allerlaatste kans om in de schoot van de moederkerk terug te keren, maar deze zaak was voor hen te principieel. Ze riepen trots uit dat ze stierven als christen en zongen het Credo en Te Deum tijdens de vlammen. Toen Luther van hun dood hoorde, was hij diep bedroefd: hij had liever zelf de eerste martelaar geweest, en schreef ter ere van hen een lied. Een mooie documentaire doet dit ganse verhaal uit de doeken: https://www.waarheidondervuur.com/

Maar deze brandstapel was slechts het begin: er zouden er nog duizenden volgen. Ook in de Nederlanden kende de Reformatie een grote aanhang, zowel onder handelaars en gegoede burgerij als onder het gewone volk. Maar de repressie door kerk en keizer was genadeloos: de plakkaten verboden vanaf 1520 het drukken, verspreiden, zelfs bezitten van Lutherse geschriften. De inquisitie, onder leiding van grootinquisiteur Frans Van Der Hulst, was streng, en fungeerde als een soort ‘godsdienstpolitie’. De lokale overheden waren meestal veel milder en knepen een oogje toe. Er waren soms clandestiene hagenpreken die tot tienduizenden gelovigen trokken. Minder fraai was dat in 1566 een beeldenstorm door het land woedde en massa’s vernielingen aanbracht. Een eedverbond van 200 edelen diende een ‘protestatio’ in (1566) om mildheid te vragen aan de landvoogdes, Margareta van Parma, maar ze werden als ‘bedelaars’ afgewimpeld – in het Frans ‘gueux’, waarvan ze later de erenaam ‘geuzen’ afleidden. De grote steden Brussel, Antwerpen, Gent, Brugge en andere hadden tussen 1578 en 1585 zelfs een calvinistisch bewind, wat helaas ook soms – zeker in Gent – erg intolerant kon zijn.

Omdat de landvoogdes de volksbewegingen niet meer kon tegenhouden, liet keizer Filips II Spaanse legers aanrukken o.l.v. ‘de ijzeren hertog’ Alva (1567). Diens Bloedraad hield 12.000 processen, die leidden tot 1100 executies, en 60.000 protestanten vluchtten naar het buitenland. De Spaanse troepen plunderden en slachtten zonder onderscheid, ook katholieke kerken en kloosters. In 1585 zou Farnese definitief in de zuidelijke Nederlanden een einde maken aan de protestantse zucht naar vrijheid. In totaal werden ± 3000 protestanten ter dood gebracht, en in 1585 zijn er nog eens 100.000 gevlucht (o.a. de helft van Antwerpen): een dramatische aderlating voor de Vlaamse economie en cultuur, die de gouden eeuw van Nederland mee in gang gezet heeft.

Onze geschiedenis kennen is om meer dan één reden belangrijk: al is het maar om te beseffen dat het toen ook heel anders had kunnen lopen. Vandaag is de situatie al gigantisch veranderd: na vier eeuwen van vijandschap en wederzijdse veroordelingen is er een goede verstandhouding tussen katholieken en protestanten. Op alle niveaus werken ze samen, ondanks de blijvende verschillen: ‘ketters’ werden ‘broeders’. De Katholieke Kerk heeft eigenlijk – stiekem – sinds Vaticanum II (1962-1965) al veel overgenomen van hun
standpunten. Op 1 juli vinden verschillende initiatieven plaats om de gebeurtenissen te herdenken, maar ook om aan verzoening te werken en relaties te verdiepen, door wederzijdse fouten te erkennen en te belijden, en samen te bidden, precies op of rond diezelfde Grote Markt van Brussel.

Je leven geven doe je niet zomaar. Sterven voor je geloofsovertuiging is één van de hoogste daden die een mens kan stellen, het toppunt van idealisme en zelfoverstijging – we hebben het hier uiteraard niet over zelfmoordterroristen die, uit haat, ánderen opofferen voor hun geloof. Martelaren worden gekoesterd als heiligen: ze getuigen niet alleen met hun lippen, maar ook met hun bloed. En dat bloed, zei Tertullianus (± 200 N.C) al, is het zaad voor nieuwe christenen.