Progressieve vs. conservatieve christenen:koorddansers gezocht

Origineel gepubliceerd op Doorbraak. Voor een langere versie, zie hier.

Net zoals de westerse wereld steeds meer gepolariseerd raakt tussen ‘links’ en ‘rechts’, vind je die spanning ook in de verschillende kerken: modern tegenover traditioneel, vernieuwend tegenover behoudend. In de VS: pro-Trump versus anti- Trump. Soms zijn de discussies respectvol en sereen, maar soms ook geëmotioneerd en niet zo vol van ‘broederliefde’. En beide kampen citeren Bijbelverzen om hun gelijk te staven. Wie zijn ‘de echte’ christenen?

Is God progressief of conservatief? De vraag is lachwekkend natuurlijk; ze toont tegelijk de zinloosheid van die tweedeling. Als God eeuwig en onveranderlijk is, is Hij oerconservatief, en als Hij ‘alle dingen nieuw maakt’, moet Hij toch ultraprogressief zijn? Een concretere vraag: was Jezus links of rechts? Jezus oversteeg alle partijen en kampen, liet zich nooit in één hokje vangen. Wie durft hem exclusief in zíjn kamp te claimen?

De juiste balans

Vanwaar die onzalige strijd tussen geloofsgenoten? We moeten onderscheid maken tussen de geloofsinhoud en de Bijbelinterpretatie over ethische kwesties. Conservatieve christenen focussen meer op de privémoraal; progressieve op de sociale dimensie. De eersten komen op voor hoge normen in huwelijk en gezin, trouw en seksuele zuiverheid; die laatsten voor naastenliefde, zorg voor de zwaksten en gerechtigheid in de sociale sfeer. Gods heiligheid versus Gods barmhartigheid: de verticale dimensie van het kruis (gebed en geloof) tegenover de horizontale (liefdadigheid en actie).

Maar aangezien het kruis twee balken heeft, is de oplossing nogal evident: beide zijn nodig, in de juiste balans. God liefhebben én de naaste liefhebben, ora et labora (‘bid en werk’)! De verticale balk is wel de meest cruciale: de goddelijke dimensie wegknippen en alleen het menselijke overhouden, is een jammerlijke reductie. Een priester is véél meer dan een sociaal werker. Moeder Teresa was uiterst sociaal, maar gebed was bij haar prioritair, want ze wist dat God de bron is van alle naastenliefde.

Genderneutrale God

Progressieven zeggen dat geloof en kerk moeten mee-evolueren met de tijd. Volgens conservatieven blijft de boodschap van de evangelies eeuwig dezelfde: de waarheid en morele waarden ‘evolueren’ niet. Beiden hebben gelijk, maar telkens gedeeltelijk: gaat het namelijk om de inhoud of de verpakking? De Bijbel moet zeker hertaald worden naar hedendaags Nederlands, maar moet hij ook herschreven worden: ‘aangepast’ aan de moderne hypes, ‘verbeterd’ of geüpgraded? Hebben we vandaag een ‘verhevener’ begrip van God dan Jezus? Moeten we bijvoorbeeld over God spreken als een ‘zij’, zoals feministen vragen, of Hem genderneutraal benoemen?

De kernwaarheden – zoals in de apostolische geloofsbelijdenis – evolueren natuurlijk niet, maar de inzichten over hoe dat toe te passen wel: zie de eigentijdse communicatievormen en taalgebruik, de moderne muziekstijlen en media. Maar ‘moderne’ christenen willen ook inhoudelijk ‘vernieuwing’: ze zien de kerken leeglopen, en achten het – in een soort paniek? – nodig het geloof zelf ‘aan te passen’ aan de moderne consensus. Werd God vroeger veel te streng voorgesteld, vandaag is Hij de lieve opa die altijd ‘ja’ zegt om iedereen te vriend te houden: een beetje goedzakkig dus, conform aan de anti-autoritaire mode. De drempel wordt verlaagd, de boodschap gepopulariseerd en gesuikerd.

Slap en smakeloos

Maar wie almaar meer water bij de wijn doet, maakt hem slap en smakeloos: ‘Een beetje goed zijn voor je medemens: dat is alles wat God vraagt, nietwaar?’

‘Je moet de Bijbel toch niet letterlijk nemen?’ Natuurlijk is niet alles in de Bijbel letterlijk bedoeld, maar als dat betekent ‘Je moet dat niet zo serieus nemen’, wordt dat iets heel anders. De liberale kerken blijken leeg te lopen: een verwaterd geloof heeft geen aantrekkingskracht, het zout is zouteloos geworden. Is er nog verschil met zedenleer?

In het abortusdebat stelt de pro life-groep dat het leven heilig is vanaf de conceptie, een zeer christelijke gedachte; de pro-choicers stellen liefde en empathie voor kwetsbare moeders voorop, ook zeer christelijk. Ideaal zou zijn: uit liefde voor de moeder haar alle hulp aanbieden waardoor ze haar kind – dat ze misschien ook heel erg wil – kan houden. Liefdevol zijn én het leven heilig achten: kan het? Ja, mits we erkennen dat het leven van de foetus primeert op de nood van de moeder.

‘Progressief zijn’ betekent dat je vooruitgang en verbetering wilt: wie kan daar in godsnaam tegen zijn? Moet je daarom verplicht het hele pakket van ‘linkse’ standpunten delen? Een open migratiebeleid, vrije moraal, abortus tot twintig weken, euthanasie en gendertransitie voor minderjarigen, emancipatie van sekswerk, permissieve opvoeding, liberale Bijbelinterpretatie, elektrische auto’s en pro-Palestina?

Het lijkt op – in de economie verboden – koppelverkoop, een geforceerde ineenstrengeling van niet bij elkaar passende zaken. Wie bekommerd is om de zeehondjes is progressief, wie bekommerd is om menselijk (ongeboren) leven is conservatief: echt? Kan ik nog voor vrouwenrechten zijn, maar tegen abortus, vóór klimaatdoelstellingen en tegen transgenderisme? De links-rechts-tweedeling reduceert de discussie tot een heilloos ‘wij-zij-verhaal’.

Monddood

De kerk wordt gewoonlijk als conservatief afgeschilderd, maar ze heeft minstens evenveel progressieve elementen. Ze heeft een missie, als ‘zout en licht’ in deze wereld en moet profetisch zijn in plaats van zich aan te passen als een kameleon. Regelmatig zal ze tegen de haren moeten instrijken, zoals Jezus zelf. Als ze niet meer de scherpte of moed heeft om weerwerk te bieden tegen het toenemende consumentisme, humanisme, atheïsme of nihilisme, heeft ze zich monddood laten maken. De kerk moet de eeuwenoude, rijke joods-christelijke erfenis bewaren en doorgeven, omdát ze bezorgd is om een betere toekomst. Ze is eigenlijk de meest progressieve beweging ooit: ze kijkt héél erg vooruit naar de eeuwigheid, de uiteindelijke ‘nieuwe hemel en nieuwe aarde’.

Conservatieven kunnen vervallen in rigiditeit, farizeïsme of liefdeloosheid: een verstard geloof leidt tot irrelevantie. Progressieven kunnen vervallen in moreel relativisme en populisme: een verwaterd geloof leidt tot pseudoreligie en ook tot irrelevantie. Progressieven zeggen: vooruitgang is altijd goed. Conservatieven stellen: als deze wereld ‘vooruit’ stormt naar de afgrond, moet je niet vol gas geven, maar de rem aantrekken!

Ach kom, het móét mogelijk zijn voor ‘broeders en zusters’ om valse tegenstellingen en noodlottige polarisatie te overstijgen: om aan heilige principes onwrikbaar vast te houden en tegelijk uiterst menselijk te zijn voor gebroken mensen in verwarrende situaties. Veel mildheid voor uitzonderingen zonder de gezonde kaders af te breken. De delicate balans tussen waarheid en liefde, gerechtigheid en genade is een dunne koord voor alle christenen. Zalig zijn de koorddansers, want …