En wat als (extreem)links (extreem)rechts groot gemaakt heeft?

Origineel gepubliceerd op Doorbraak; voor een langere versie zie hier.

In de aanloop naar de verkiezingen van 9 juni zagen we een sterke verschuiving naar rechts, bevestigd op stembusdag. Zoals in verschillende andere landen trouwens, niet in het minst bij onze ‘nuchtere’ bovenburen. Wat moeten we hier nu mee?

Links lijkt in paniek, want voor hen staat ‘rechts’ gelijk met ‘achteruitgang’. Maar is dat wel zo? En als extreemrechts grotendeels een proteststem is, waartégen protesteren ze dan? Want waar rook is, is vuur: hebben ze misschien wel ergens een punt – of een puntje? Waarom stelt niemand ter linkerzijde zich de vraag of ze dat protest misschien zelf veroorzaakt en gevoed hebben?

Vooruit

Is de hoofdreden van de verrechtsing dan de migratie? Is de gemiddelde Vlaming echt zo’n racist? In mijn omgeving zie ik dat soort mensen niet. Wel is er een algemeen (onderbuik)gevoel dat onze maatschappij aan het ontsporen is, en dit op meerdere manieren. En niet op z’n minst, omdat links-progressief alle morele en sociale remmen schijnbaar definitief heeft losgelaten.

Graffiti op de triomfboog in het Jubelpark schreeuwde het recentelijk nog uit: ‘Fuck gender
roles’. Catchy, maar is dat echt waar we naartoe willen? Willen we écht aan jonge kinderen vertellen dat iedereen op elk moment van geslacht kan veranderen, zoals het clipje ‘genderkoek’ beweert? En dat er overal in openbare gebouwen aparte toiletten en douches komen voor ‘x’ en een x-aantal andere gendersoorten? Dat jongeren met genderdysforie vanaf 9 jaar kunnen beslissen over hun ‘transitie’, maar pas vanaf 18 jaar alcohol kopen? Dat sekswerk als een eerbaar, sociaal beroep moet beschouwd worden?

Nu is ‘progressief’ zijn uiteraard goed: niemand wil ‘achteruit’ – rechts trouwens ook niet. Maar niet elke verandering is een verbetering. Als je als maatschappij aan de rand van een ravijn staat, is blind vooruitstormen weinig meer dan collectieve zelfmoord.

Drammerig

Links kan erg drammerig zijn: mensen hebben het gevoel dat er van alles door hun strot geduwd wordt.

Linkse activisten zijn op zich idealisten en bewonderenswaardig, maar kunnen soms vér over de grens gaan, eindeloos op één punt hamerend waardoor ze ieder contact met de realiteit verliezen. Ze worden militant, fanatiek, soms hoogst intolerant en irritant. De pro-Palestijnse studentenprotesten viseren alle contacten met Israël, ook zij die niets met Gaza te maken hebben, en zijn behoorlijk manipulerend en chanterend. Bij zulke emotionele oproepen is altijd de – gebalanceerde en onderbouwde – waarheid het eerste onschuldige slachtoffer.

Ook waar het over klimaat gaat, lijkt het alsof kritische bedenkingen niet meer geuit mogen worden. Een sereen debat met vóór- en tegenargumenten wordt gemuilkorfd. Misschien is dat nog wat de gemiddelde Vlaming het meest stoort: het gevoel van censuur; alles wat je aan de linkerzijde niet meer mag zeggen, zelfs denken. Een onzichtbare gedachtenpolitie waait door onze media.

Moreel verdacht

Problematisch wordt het wanneer de rechtse stem moreel verdacht wordt gemaakt: zij zijn verstard, verblind, nog niet verlicht, krampachtig. Ze beseffen het van zichzelf niet, maar eigenlijk reageren ze vanuit angst. Want als wie niet helemaal pro is, is ‘-foob’: islamofoob, xenofoob, homofoob, transfoob. Het is onmogelijk dat rechts met ernstige, laat staan wetenschappelijke argumenten afkomt.

Links voelt zich moreel superieur: open, modern, cool, hip, ‘mee met de tijd’, toekomstgericht, tolerant en breeddenkend. De tegenpartij moreel diskwalificeren is de beste manier om niet meer naar hen te hoeven luisteren, om in je eigen gelijk te kunnen wentelen.

Conservatief

‘Conservatief’ is voor links een vies woord. Maar waarom toch? We besteden miljoenen om onze oude kunstschatten en prachtig historisch erfgoed te bewaren, maar de traditionele – al of niet christelijke – gezinswaarden worden woest met de sloophamer afgebroken. Wat materieel moet, wordt immaterieel afgezworen. Hoe schizofreen kunnen we zijn? Wat goed en kostbaar is en zijn degelijkheid bewezen heeft, moeten we uiteraard bewaren en koesteren. De waarheid zit in het midden: sommige dingen moeten we veranderen, andere moeten we bewaren. Hoe simpel kan het zijn?

Links riskeert haar sterke kwaliteiten rond sociale gerechtigheid te verspelen en haar
geloofwaardigheid te verliezen door zich te vergalopperen in extreemlinkse standpunten die niemand ten goede komen, en die constant koren op de molen zijn van extreemrechts. Als beide kampen uit de loopgraven komen, de emoties laten zakken en echt naar elkaar luisteren, blijkt dat ze véél dichter bij elkaar staan dan ze denken.

Bij de regeringsvormingen zullen ze dat sowieso moeten.