Origineel gepubliceerd op Volzin.
Dat de paus naar België gekomen is, of je nu in hem gelooft of niet, was sowieso een unieke gebeurtenis. Een wereldleider die één miljard mensen vertegenwoordigt en een 2000 jaar oud instituut kan je niet zomaar negeren. Voor mij als niet-katholiek gelovige is hij geen ‘heilige vader’ noch onfeilbaar, maar ik wil wel zo onbevooroordeeld mogelijk kijken naar wat hij zegt en doet. Dus niet doorheen de bril van alle misbruiken in de kerk of de eeuwen van fouten van het Vaticaanse instituut.
Op je 88ste nog wereldreizen maken, petje af daarvoor. De paus heeft enkele zeer grensverleggende en bijzondere dingen gedaan: behalve zijn officiële bezoek aan de KUL en de grote misviering in het Koning Boudewijnstadion – waar ik zelf bij mocht zijn – heeft hij veel tijd vrijgemaakt voor de slachtoffers (lees: overlevers) van seksueel misbruik: zeker niet de makkelijkste keuze. Bijna iedereen is het erover eens dat hij deze vuurproef zeer goed doorstaan heeft, dat hij hierin zelfs vérder gegaan is dan men verwacht had: een eerlijk luisterend oor, een zacht hart en ondubbelzinnig scherpe woorden tegenover alle misbruikers. Voorts ging hij langs in een WZC in de Marollen, ontbeet met daklozen in Sint-Gillis en sprong binnen bij de 5000 enthousiaste jongeren van de Hope Happening: je moet het maar doen. Zijn toespraak voor de professoren van de KUL vond ik verrassend relevant, intelligent, pastoraal, gebalanceerd en wijs. Media-aandacht voor deze laatste initiatieven: nul.
Het is voor de paus veel leuker om naar landen te gaan waar hij niet zo cynisch onthaald wordt – zoals in Oost-Timor waar 600.000 mensen van heinde en verre samenstroomden. Hij weet best hoe seculier en sceptisch – of: godsdienstvijandig? – het klimaat in België is. Hij was tevoren zeker duidelijk gebriefd dat het seksueel misbruik hem uitvoerig onder zijn neus gewreven zou worden en dat de media-aandacht – zoals vaak sensatiegericht – hoofdzakelijk daarover zou gaan. En dat ze met een vergrootglas zouden kijken naar elk mogelijk ‘fout’ woord of zelfs foute intonatie, wist hij heel goed. Maar het heeft hem er tegelijk niet van weerhouden om vrijelijk zijn hart uit te spreken, donders goed wetende dat hij de ‘politiek correcte’ westerse mainstream tegen de haren in streek.
Dat is één van de voordelen van paus te zijn: je hoeft niet herkozen te worden en dus de kiezers niet te paaien. Populisme is voor hem niet nodig. Hij gaat niet per se mee met de vluchtige modes en hypes van deze doldraaiende wereld. Hij durft nog over morele waarden te spreken, zoals andere grote wereldleiders niet kunnen of mogen. Hij is ook de enige die onophoudelijk voor de ‘zachte waarden’ in onze maatschappij pleit, soms zelfs met ‘harde’ woorden. Zijn regelmatige herinnering aan naastenliefde en barmhartigheid zijn broodnodig in een wereld die steeds harder en kouder wordt. Hij klaagt openlijk het materialisme aan, het ongebreidelde hedonisme, de verslaving aan genot. Hij benoemt ongegeneerd het egoïsme, de muren tussen mensen, de verharding van de harten: dé ziekte van deze tijd. Hij wijst op de ‘marktlogica’ van het kapitalisme, hoe de rijken de armen ‘verpletteren’, de dominantie van het grote geld – dus nee, de paus is niet ‘rechts’. Maar hij gaat dieper dan de meeste analyses: dat de échte oorzaak van alle politieke, ecologische, economische, etnische… problemen ligt in het hart van de mens, u en mij inbegrepen. Morele ruggengraat heeft hij wel, een zeldzame kwaliteit in deze tijd. En tegelijk komt hij nooit arrogant over, maar juist heel menselijk en nederig, wanneer hij zichzelf bijv. ‘de eerste van de zondaars’ noemt – in navolging van Paulus.
Raymonda Verdyck vraagt zich namens de vrijzinnigheid af waar de scheiding van kerk en staat gebleven is toen onze koning en premier de paus op het paleis ontvingen. Maar… deze is toch op geen enkel moment geschonden? Zij zou liefst een metershoge betonnen muur met prikkeldraad tussen beide hebben, maar geen enkele regel noch grondwet heeft zoiets bedoeld. Het feit dat vertegenwoordigers van de vrijzinnigheid officieel uitgenodigd waren op het paleis, maar weigerden te komen, toont aan welke kant het meest openheid van geest is.
Er blijven veel gebieden waar ik als evangelisch christen de paus ook niet volg: waar het gaat over onfeilbaarheid, celibaat of voorbehoedsmiddelen, de zalig- en heiligverklaringen, een veelheid aan oude tradities… maar deze hoeven mijn grote appreciatie niet in de weg te staan.
Als de paus geen controverse opwekte, zou hij voorspelbaar en saai zijn: het is toch ook nooit goed, hé? De kerk is sowieso geroepen om profetisch te zijn, niet om mee huilen met de wolven in het bos. Toen hij over abortus begon, waren dat volgens VRT-journalist Peter Decroubele ‘conservatieve misstappen’, uitschuivers of flaters: off the record was hij ongewoon scherp, sprak over een ‘moorddadige wet’ en vergeleek abortusdokters met ‘huurmoordenaars’ – voor mij ook een stap te ver. Maar ‘vergissingen’ van de paus waren dit zeker niet: hij liet eerder zijn echte emoties voelen, zijn diepe pijn over hoe lichtzinnig en oppervlakkig in de westerse cultuur met het ongeboren leven wordt omgegaan. Het morele kompas van de VRT en andere journalisten staat natuurlijk véél hoger dan dat van de paus: vanuit hun superieure toren weten zij zeer goed dat de paus decennia ‘achterop loopt’ en nog niet zo ‘verlicht’ is als zij.
Je hoeft het niet in alles met hem eens te zijn, maar de paus wordt door grote wereldleiders erkend als een unieke en waardevolle stem: van Barack Obama of Ban Ki-moon tot Bill Gates… hebben zich elk lovend uitgelaten over hem. In 2013 werd hij door Time Magazine uitgeroepen tot ‘person of the year’, hij wordt gevraagd op de VN en op de G7… Maar in ons land zijn de reacties in de mainstream media erg verzuurd, nogal kleingeestig: zodra het om religie gaat, zijn ze verkrampt. En het vergrootglas wordt bovengehaald om vooral kritisch te zijn en het negatieve te zoeken. Ze hebben van tevoren besloten ‘dat tégen de paus en de kerk zijn veruit de meest lonende optie is’ (Walter Pauli in Knack). Jammer, een gemiste kans.
De paus zal er niet van wakker liggen dat zijn nuntius nu door onze premier op het matje geroepen wordt: hij heeft op geen enkele wijze ‘de Belgische staat beledigd’, hoogstens enkele lobbygroepen op hun lange tenen getrapt. Als je daar niet tegen kan… Of geldt de vrijheid van meningsuiting enkel voor één kamp?