Origineel gepubliceerd in Humo en op DeWereldMorgen.
Gevangenissen zijn weer eens in het nieuws: overbevolking en stakingen. Goed dat het in het nieuws komt. Er is reden om te staken. De overbevolking swingt de pan uit. Antwerpen drukt op de alarmknop. Geen nieuwe gevangenen tot het aantal voldoende gezakt is. Andere arresthuizen doen mee. Oh, nu is er een probleem. Waar moeten we nu met de gevangenen naartoe? Dan wordt er beslist om de druk van de ketel te halen.
Onder bepaalde condities mogen gevangenen met verlengd penitentiair verlof: ze mogen een maand naar buiten om dan terug een maand binnen te komen. Een andere gevangene mag dan buiten, terwijl de eerste terug binnen is. Mijn eerste reactie: ik vind het een pijnlijke maatregel. Je mag een volledige maand van de vrijheid gaan genieten, en dan moet je terug naar binnen. Dat eerste is leuk, dat tweede keihard. Maar ik zie ook dat het wordt toegepast op mensen die binnenkort vrij zouden komen. De kans is reëel dat ze niet terug moeten komen. Oef…
En of dit nu prettig is of niet, het blijft een oplossing die tijdelijk even de druk van de ketel haalt. De structurele en steeds groeiende overbevolking wordt hiermee niet opgelost.
Ik ben een geestelijke verzorger in de gevangenis. Nabij zijn bij gevangenen is mijn taak. Ik besef dat ik vandaaruit vanuit een bepaalde hoek naar de problemen kijk. Maar het is wel een hoek die ook aandacht verdient. Mijn visie vertrekt vanuit de gevangenen zelf, vanuit een meeleven, een bezorgdheid. Het is deze kant die ik graag wil belichten.
In België is er dubbel zoveel kans op recidive als in andere Europese landen (ongeveer 70 procent, tegenover bijvoorbeeld 30 procent in Nederland). Het lijkt me dus belangrijk, bij het zoeken naar een structurele oplossing voor overbevolking, dat er naar de verschillen gekeken wordt. Als we de recidive kunnen verminderen, zullen er minder gevangenen zijn, en verminderen we ook heel wat leed.
Waar zitten dan de verschillen? Een gevangenisstraf heeft drie doelen: de maatschappij beschermen tegen misdrijven, en dus wordt de dader tijdelijk zijn vrijheid ontnomen. Het tweede doel is een soort gerechtigheid door te voeren ten aanzien van het slachtoffer en de dader. En het derde doel is zorgen dat de gedetineerde beter wordt van de gevangenisstraf. In België is men heel sterk gericht op het straffen, op de veiligheid, op het weghalen uit de maatschappij. Aan de terugkeer naar de maatschappij wordt er veel minder aandacht besteed. Ook binnen in de gevangenis komt dat terug: als je stout bent, word je gestraft. Of: zwijg en ga in je kot. Dat kan zijn nut hebben, maar is niet voldoende. De mentaliteit zou moeten veranderen naar: als deze persoon uit de gevangenis komt, zou hij beter moeten functioneren, en daar werken we aan. Er zou heel wat meer tijd, energie en geld mogen gaan naar de moeilijkheden waarmee deze mensen kampen. De meeste mensen komen niet béter uit de gevangenis. Dat heeft zelfs een naam: detentieschade. Ze hebben jaren niet zelf mogen denken, beslissingen nemen; ze zijn hun job kwijt, hun woonst, vaak ook heel wat van hun (goede) contacten; hun gezondheid is achteruit gegaan omwille van de beperkte medische hulp; en ze starten niet van nul, maar onder nul, omdat ze er ook nog een zware boete bovenop hebben. Ze komen vrij uit de gevangenis, en hebben de beste intenties, maar stoten op zoveel moeilijkheden en gaan ten onder aan de druk…
Het is niet dat er niks aangeboden wordt in de gevangenis: er is wel wat vorming of opleiding. Maar tegelijk werd onlangs de mogelijkheid om vanuit de gevangenis een secundair of hoger onderwijsdiploma te halen nog stopgezet. De mensen die voor de begeleiding daarrond instonden hebben allemaal een andere job mogen zoeken.
Er is ook een aanbod aan psychologische hulp. Op 330 gevangenen kunnen er in een jaar tijd 25 individuele psychologische begeleiding krijgen. Dat is toch wel erg beperkt…
Toen ik besloot om als aalmoezenier in de gevangenis te gaan werken, heb ik naast mooie, bemoedigende reacties uit mijn omgeving, ook best wat negativiteit op mijn dak gekregen. “Ga jij daar je tijd in steken?” “Die mensen zijn onverbeterlijk, wat een verspilling.” Ik had dat niet verwacht, maar heb wel ontdekt dat dat een vaak voorkomende visie is in de maatschappij – gevoed door de media, die bepaalde mensen die ze zelf psychopaten noemen, keer op keer negatief geframed laten terug komen. In dat klimaat heb je een moedige politicus nodig die wil investeren in gevangenen in plaats van gevangenissen – of beide, want ja, sommige gevangenissen hebben meer nodig dan een likje verf om ze humaner te maken.
Aan de mensen met bedenkingen bij mijn job: jullie kennen het leven in de gevangenis waarschijnlijk niet. Wij maken een verschil in vele levens. We brengen hoop, waar er geen hoop meer is, wij hebben lief op een plek waar er weinig liefde is, wij wandelen naast gedetineerden waardoor hun kijk verandert. Maar er is wel meer nodig.
Aan onze politici: durf een ommekeer te maken. Heb de moed om te investeren, zodat recidive vermindert.
En aan de gewone lezer: een gevangene is meer dan een crimineel. Hij is ook een mens.