Origineel gepubliceerd in kortere vorm op Doorbraak.
Het heeft de gemoederen ernstig beroerd in ons land: de scholen in Charleroi die in brand gestoken werden uit protest tegen het EVRAS-lesprogramma over seksuele voorlichting. En zoals gewoonlijk zijn de argumenten heftig en emotioneel – in beide richtingen -, waardoor er nauwelijks gepraat en nog minder geluisterd wordt. Geweld gebruiken zoals in Charleroi is contraproductief en dus dom: het maakt je eigen zaak ongeloofwaardig en vertroebelt het inhoudelijke debat. Maar wat drijft iemand ertoe om zoiets te doen? Blinde boosheid en opgezweept door fake news? Misschien. Of omdat hij vond dat er géén open debat over was en dat de ouders buiten spel gezet worden?
De protestmars in Brussel afgelopen zondag met 2000 deelnemers toonde dat dit protest niet enkel uitgaat van ‘kleine groepjes’ uit “extreemrechts, conservatieve moslims en radicale christenen”. Er zijn ook niet-religieuze mensen – zie interview op de VRT – die openlijk getuigen dat zij de standpunten van EVRAS veel te vergaand vinden. En waarschijnlijk is er nog een groot percentage van de bevolking die dat ook vindt, maar zwijgt. Seksualiteit is delicaat en fragiel, en terughoudendheid hierin is een teken van respect. ‘Taboe’ klinkt erg negatief, maar er bestaan ongezonde én gezonde taboes. Rond seks betekent het bijv. ‘Hier loop je niet met botte laarzen over’. En zeker niet bij kinderen.
Het protest gaat eigenlijk niet tegen seksuele voorlichting op school: heel wat ouders zijn blij dat daar deskundige en objectieve biologische uitleg gegeven wordt. Maar wat EVRAS wil doen, gaat verschillende stappen verder: er zit een ideologisch gekleurde visie achter hun programma. EVRAS is verbonden met een aantal vrijzinnige organisaties, vooral het Centre d’Action Laique, vergelijkbaar met de Vlaamse Unie van Vrijzinnige Verenigingen. Het programma van EVRAS is dus verre van neutraal en objectief, zoals je van een overheidsproject zou mogen verwachten: er zit één visie op relaties en seks achter die heel ver staat van bijv. de traditionele christelijke moraal. Dé leuze is: vrijheid! Laat jongeren vrij experimenteren, zolang het gebeurt zonder dwang en met wederzijdse instemming. Sensoa, het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid, heeft een ‘vlaggensysteem’ uitgewerkt, waar een aantal sterke elementen in zitten wat betreft grensoverschrijdend gedrag. Maar één ding ontbreekt heel erg in de Sensoa-aanpak: het grotere (morele) kader. Het is heel horizontaal, zonder spirituele zingeving of hoger doel. Seks wordt gereduceerd tot een spel, tot ‘leuk’ en ‘heerlijk spannend’. Flirten is absoluut OK. Laat je hormonen lekker de vrije loop. Geniet van de fysieke kick. Als je maar een condoom gebruikt, is alles veilig.
In het christelijke mensbeeld is, om het heel kort te zeggen, seks iets ‘heiligs’ en dus zeer beschermenswaardig: het hoort thuis in een duurzame relatie van liefde en trouw. Je engageert je eerst geestelijk en emotioneel – vandaar een verbond en een belofte – , en daarna kan je je ook fysiek helemaal aan elkaar geven. En nee, het is niet enkel voor de voortplanting: je mag er heerlijk van genieten ook, binnen dat veilige kader. Eerst liefde en trouw, dan plezier en genot à volonté. Geest, ziel en lichaam: holistisch dus. En liefde is by the way gericht op het geluk van de ander, niet op de eigen bevrediging. Daarbij komt nog het element ‘verantwoordelijkheid’, want je beseft altijd dat er ook kindjes van kunnen komen: als er dus, zelfs per ongeluk en ongepland, een baby’tje uit voortkomt, moet je bereid zijn dit te omarmen. De morele norm ligt op dit vlak bijzonder hoog, wat maakt dat in de realiteit zeer weinigen, ook onder gelovigen, deze (kunnen) houden. Maar is deze christelijke seksuele moraal nu een of ander ‘bizar religieus dogma’ of gewoon ‘gezond verstand’, een pleidooi voor duurzaamheid, liefde en respect? Je kan op haar spuwen of haar marginaliseren, maar het christendom heeft diepgaand onze westerse beschaving gevormd en is nog steeds 33% van de wereldbevolking. Ook in België noemt 55% zich nog steeds christelijk (naast 7% moslim): kan je deze levensbeschouwelijke meerderheid zomaar minachtend in een verdomhoekje duwen?
Al deze morele waarden worden bij Sensoa en EVRAS eruit geknipt: seks wordt gereduceerd tot ‘fun’, en losgekoppeld van elke relationele dimensie. Jongeren worden nochtans door onze wetgever op vele gebieden beschermd: tot hun 16 jaar mogen ze geen alcohol of tabak kopen en tot hun 18 jaar geen sterkedrank en mogen ze ook niet stemmen. Omdat we ze nog niet matuur en gebalanceerd genoeg achten: hun prefrontale cortex is volgens de neurobiologie nog niet voldoende gevormd om rijpe beslissingen te nemen op lange termijn. En op gebied van seks en relaties laten we alle remmen los? Gebieden die nog veel ingrijpender zijn! Mag een vader nog gewoon tegen zijn tienerzoon zeggen: “Ik begrijp dat je hormonen heftig zijn – ik ben ook jong geweest – maar probeer ze toch te bedwingen. Flirt niet met meisjes alsof het poppetjes zijn. Vrouwen zijn geen lustobject. Kijk geen porno want het is een fake wereld en is verslavend. Wacht met een ernstige relatie tot je – 16, 18? – jaar bent en je de juiste tegenkomt. Nu lijkt dit moeilijk, maar later zal je er des te blijer mee zijn.”
Daarom is het heel begrijpelijk dat ouders zeer bezorgd zijn over wat daar in de EVRAS-lessen zal verteld worden: er mag trouwens niemand bij aanwezig zijn, noch leerkrachten, noch directeur, noch ouders – dat maakt het wantrouwen uiteraard nog groter. Dingen openlijk bespreekbaar maken en uitleggen is op zich goed, maar ‘normaliseren’ is opnieuw een stap verder. Er is een verschil tussen feitelijk zeggen ‘Er zijn sommige jongens die zich eerder meisje voelen’ en daaraan toevoegen ‘en dat is heel normaal’. Het ligt hem vaak in de toon van de woorden, en als de lesgevers uit één levensbeschouwelijke hoek komen en door hen opgeleid zijn, weet je van tevoren in welke richting dat zal gaan. Hoe expliciet je foto’s toont kan erg choquerend zijn en ‘grensoverschrijdend’ voor kinderen en jonge tieners – maar voor volwassenen natuurlijk ook!
Het argument ‘De school is een veilige omgeving’ – zoals de Sensoa-woordvoerder op het VRT-Journaal zei – is ook zéér relatief en zwak. 35 jaar onderwijservaring leren mij dat jongeren in een klas zich écht niet ‘blootgeven’: één ‘domme vraag’ is voldoende om de rest van het jaar uitgelachen te worden. Dit argument suggereert bovendien dat de school veiliger is dan het gezin: een zeer gevaarlijke insinuatie. Ook al bestaat er zeker een (kleine!) groep onveilige en ongezonde gezinnen, daarom de overheid als instelling boven het gezin als instelling plaatsen leidt naar een dictatoriale maatschappij.
In een klas zijn trouwens niet alle kinderen van hetzelfde niveau qua hormonale ontwikkeling én opvoedingsstijl. Sommige zijn thuis heel vrij gelaten en hebben al alles gezien, vaak de vulgaire versie op sociale media – sommige tieners zijn al ‘oversekst’. Terwijl sommige leeftijdsgenootjes beschermd zijn opgevoed en daar helemaal niet aan toe zijn. Mag ‘preuts’ nog? Noem het terughoudendheid of gevoeligheid, maar respecteer dat sommige jonge tieners geen expliciete beelden over naakt, porno en masturbatie willen opgedrongen krijgen.
Ook al is de seksuele moraal in de vrijzinnigheid veel vrijer, zij pleit even sterk voor de waarden van tolerantie en respect. Ik heb de directeur van het Huis van de Mens in Brussel zelfs tweemaal horen zeggen dat zij pleiten voor ‘actief pluralisme’, dit wil zeggen actief ruimte creëren voor andere meningen. Maar in dit dossier zien we het omgekeerde gebeuren: de andere meningen worden verdacht gemaakt als ‘kleine groepjes’ en ’extreem’ en vooral gewelddadig (ook al was het misschien maar één fanatiek persoon die alle brandstichtingen veroorzaakt heeft). De toon in sommige media is: voor zulke meningen mag in onze moderne maatschappij geen plaats zijn. Zo ver reiken tolerantie, pluralisme en respect in de praktijk.
Artikel 24 van de Belgische Grondwet zegt o.a.: “De gemeenschap richt neutraal onderwijs in. De neutraliteit houdt onder meer in, de eerbied voor de filosofische, ideologische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen.” EVRAS en Sensoa, door de overheid georganiseerd en betaald, zijn het aan zichzelf en aan de burgers verplicht respectvol en neutraal te zijn, transparantie te bieden en open te staan voor andere standpunten. Voorlichting hoort objectief te zijn, maar ‘opvoeding’ is altijd gekleurd. En het is niet aan een overheidsinstelling om één levensbeschouwelijke visie op seks te verspreiden via de verplichte kanalen en zich hier boven de ouders te plaatsen. Het klopt dat sommige protesteerders fake argumenten gebruiken – alsof ze in die lessen gaan leren masturberen -, maar daarom al hun andere, terechte argumenten evenzeer van tafel vegen is zorgwekkend. Dat doet mij heel erg vrezen voor het democratische debat in onze maatschappij.