David Iboma, van profvoetballer tot geloofsinspirator

Origineel gepubliceerd op DeWereldMorgen.

Wat ooit begon als een droom om profvoetballer te worden, is vandaag uitgegroeid tot een levensmissie om jongeren perspectief te bieden. David Iboma (30), ooit beloftevol speler bij topclubs in binnen- en buitenland, is nu sociaal werker en missionair inspirator bij ‘City Pirates’ in Luchtbal, Merksem, Deurne enzovoort. “Ik heb ontdekt dat je ook buiten het voetbal kan scoren – als je leeft voor iets dat eeuwig is.”

Iboma groeide op in een missionarisgezin. Zijn vader, een evangelische pastor van de ‘Nzabe Malamu’-kerk (in het Nederlands de ‘God is goed’-kerk) in Kinshasa, trok door Afrika om het evangelie in liefst 16 landen te verkondigen. “Ik was nog een kleine jongen toen ik met hem meeging naar zeven van die landen, zoals Mali, Benin en vooral Senegal,” vertelt Iboma. “We kwamen soms in vijandige dorpen terecht. Ik herinner me dat mijn vader eens werd bekogeld met stenen omdat hij over Jezus sprak. Toch bleef hij teruggaan, tot zelfs de imam die hem aanviel tot geloof kwam. Die man is vandaag pastor in Dakar.

Een Belgische droom 

In 2002 belandde Iboma in België, waar zijn moeder asiel had gevonden. “Ik was zeven toen ik mijn passie voor voetbal ontdekte. Op Linkeroever speelde ik op pleintjes en werd ik opgemerkt door toekijkende buren die mijn vader adviseerden om me in te schrijven bij een voetbalclub. En toen ging het snel: ik kwam in de topsportschool in Wilrijk terecht en speelde later bij clubs als Antwerp, Beerschot, Patro Eisden en Sporting Hasselt. Ik mocht zelfs testen bij clubs als Manchester City en United, bij Lyon en PSV Eindhoven.” 

Maar de droom eindigde bruusk toen Iboma zijn kruisbanden scheurde. “Plots was alles weg. Geen inkomen, geen toekomst. Ik ben toen in een diepe depressie beland. Ik vroeg God waarom Hij me dit had aangedaan. Later begreep ik dat ik voetbal als een soort afgod had behandeld. Ik had een nieuw en beter doel nodig – een eeuwige prijs, zoals Paulus het zegt.” 

Van grasmat naar straatwerk 

Vandaag zet Iboma zijn energie in voor kansarme jongeren via het Bijbelhuis, bij City Pirates, een sociaal bewogen voetbalproject dat sport inzet als hefboom voor maatschappelijke integratie. Hij is er onderwijscoördinator en sociaal werker. “Via voetbal kan je jongeren bereiken die elders afhaken. Ik herken hun strijd: armoede, verleiding van snel geld, druk van thuis. Ik probeer hen te tonen dat er een andere weg is.” 

Hij verwijst naar een jongen die hij al sinds diens dertiende begeleidt. “Hij zat voortdurend in instellingen. Voor hem leek het absurd om voor 1.800 euro per maand te gaan werken terwijl hij met één pakketje drugs 2.500 euro kon verdienen. Dan vraag ik me af: wij begeleiden zulke jongeren, maar wie begeleidt de gebruikers die die markt in stand houden?” 

“Als je bespaart op jongeren, bespaar je op de toekomst” 

Iboma is scherp voor de politiek, al blijft hij constructief. “De middelen voor straathoekwerk zijn bijna verdwenen. Dat is dom, want als je bespaart op jeugdwerk, roep je problemen over je af. We moeten investeren in gezinnen – niet met geld, maar met structuur. Veel jongeren missen stabiliteit omdat integratie mislukt of omdat ouders zelf hulp nodig hebben.” 

Toch voelt hij zich gesteund. “De jeugdrechters en de Antwerpse schepenen van jeugd en sport kennen me goed. Ze weten wat ik doe, en dat geeft vertrouwen.” 

Christelijke inspiratie in een moslimcontext 

Bijna al zijn jongeren hebben een moslimachtergrond. “Dat is geen probleem,” zegt Iboma. “Ik ken die wereld goed. Mijn geloof is mijn drijfveer, maar ik dring het bij niemand op. Wat telt, is dat jongeren voelen dat ze waardevol zijn. Als je stevig in je eigen geloof staat, kan je ook in een andere cultuur ruimte maken voor ontmoeting.” 

“Jezus was sociaal”

Naast zijn werk bij City Pirates gaf Iboma godsdienstles in scholen op Linkeroever. “Ik zie dagelijks hoe complex het leven van mijn leerlingen is. Een jongen die de hele nacht bij zijn zieke zusje waakt, kan zich de volgende dag niet concentreren. Daarom moet een leraar de context begrijpen. Pas dan kun je echt lesgeven.” 

Zijn motto vat zijn levensweg samen: “Zoek de eeuwige prijs.” 

“Voetbal was ooit mijn hemel,” glimlacht hij. “Nu probeer ik jongeren te helpen een andere hemel te vinden – één waarin ze zichzelf en hun geloof in God vinden.” Iboma werkt ook nog steeds voor het Bijbelhuis als jongerenwerker, een soort buurthuis dat gesitueerd is in een aandachtswijk in Antwerpen-Noord waar heel veel drugsproblemen, kansarmoede en illegaliteit zijn. 

“Ik werk er samen met scholen en allerlei andere sociale organisaties, maar eigenlijk blijft voetbal mijn core business. Ik organiseer wekelijks voetbalactiviteiten, begeleid individuele jongeren die het op allerlei levensdomeinen moeilijk hebben waardoor ik er bekend sta onder de naam ‘grote broer’. Iets wat ik heel leuk vind.”