Origineel gepubliceerd op Knack.
Als ik tussen het maniakaal opvolgen van het nieuws uit het Midden-Oosten door even stilsta bij het menselijk leed zelf, wordt het mij snel véél te veel. Wat met de ontvoerde Israëlische baby’s die weet-ik-veel-waar in Gaza verstopt zijn? Worden zij vastgehouden en getroost tijdens de bombardementen of liggen ze ergens te krijsen om hun moeders, wachtend op hun dood? Wat met de Palestijn die na de ziekenhuisontploffing met de lichamelijke resten van zijn kinderen in een plastiek zakje rondliep? Heeft die man nog iemand van betekenis in zijn leven? Was die eigenlijk niet beter ook gewoon gestorven? Wat met mijn Libanese vrienden, die elke dag oorlog verwachten en klaar staan om met hun door angst geplaagde kinderen de bergen in te vluchten? Ik woon nu al enkele maanden niet meer in Libanon en weet niet wat ik voor hen doen kan, behalve bidden.
Ondertussen moet ik ook gewoon verder werken. Ik ondersteun mijn Libanese collega’s, nu vanuit België, in hun projecten om vrede te stichten tussen de gemeenschappen die elkaar verscheurden tijdens de Libanese burgeroorlog. Toen ik zojuist enkele interviews met politici over hun herinneringen aan de oorlog bewerkte, werd het mij weer even te veel. Zij beschrijven exact dezelfde gruwelen als we vandaag zien in Israël en Gaza.
Een hysterische vrouw die in het ziekenhuis toekomt met de uiteengereten lichamen van haar drie kinderen. Een hele klas 10-jarigen die hun benen verloren bij een bom op de speelplaats. Hoe kunnen mensen anderen of zichzelf zó ontmenselijken dat dit soort gruwelijke daden aanvaardbaar zijn, een plicht zelfs?
Toen ik op het punt stond om met mijn gezin naar Libanon te trekken ontmoette ik een Syrische christen die net in België was toegekomen met haar kinderen. Ze waren door een speciale overheidsoperatie naar hier gebracht nadat ze hun vader voor hun ogen hadden zien doden door leden van IS.
Ik heb toen thuis op bed gelegen en geweend, ik beeldde me in dat dergelijke gruwelen ook met ons zouden kunnen gebeuren, hoe stabiel Libanon op dat moment ook leek. En zoals we vandaag zien, kan de status quo snel veranderen in het Midden-Oosten.
In België worden we amper met de kwetsbaarheid van het leven geconfronteerd. We zijn experts in ons eigen leventje te leiden, tot er met onszelf of met een dierbare iets ergs voorvalt. Dan stort onze wereld plots in. Maar anders gaan we gewoon door en negeren we de miserie rondom ons door elders te kijken. Of we kijken even, zeggen “da’s toch erg hé,” en gaan dan weer voort. De honderdduizenden gevallen van individueel lijden in het Midden-Oosten toveren we ook gewoon om tot statistieken waarmee we onze gepolariseerde cultuuroorlogen voeren.
Laat ons wat meer stilstaan bij elk cijfer, elk verhaal, elk gezicht. Kiezen om écht stil te staan bij het leed van zowel Palestijnen als Israëli’s. Stil zijn en onze verbeelding gebruiken. Het zal pijn doen. We zullen hard geraakt worden. Maar het zal ons méér mens maken. We zullen er ook minder hard door worden in onze eigen cultuuroorlogen. En we zullen voorkomen dat we zelf ooit op het punt komen waar gruwelijke daden tegen ‘de ander’ aanvaardbaar worden, of een plicht.