Over mulitireligiositeit, cafetariareligie en spiritueel junkfood

Origineel gepubliceerd op Doorbraak, zie hier voor een langere versie.

‘Ik ben spiritueel, niet religieus en zeker niet kerkelijk.’ Het is een uitspraak die vandaag bij de meesten in goede aarde valt en past bij de tijdgeest. De grote meerderheid vindt het harde, koude atheïsme niet aantrekkelijk of houdbaar: er moet toch ‘iets meer’ zijn? Anderzijds verkiest de moderne mens lekker vrij te blijven en zich nergens aan te binden.

Persoonlijk ben ik niet onder de indruk van de vele vormen van spiritualiteit die al enkele decennia opkomen, en soms even snel weer verdwijnen. Dat de mens ‘ongeneeslijk religieus’ is (Dorothée Sölle), zien we elke dag om ons heen: ons vermogen om gelovig, goedgelovig of bijgelovig te zijn grenst aan het onwaarschijnlijke. Een mens kan ongeveer alles tot ‘religie’ maken, elke ‘held’ tot idool (afgod) verheffen of elke hobby met religieus fanatisme beoefenen.

Spirituele staatsgreep

De manier waarop de moderne mens met spiritualiteit omgaat is, op zijn zachtst gezegd, merkwaardig. Er waren tijden – nog maar enkele generaties terug – dat God in het centrum stond: het was algemeen aanvaard en werd als ‘logisch’ beschouwd dat de Schepper boven alles stond en het schepsel Hem moest dienen.

De humanistische mens heeft een spirituele ‘staatsgreep’ gepleegd, zich soeverein verklaard en de rollen omgedraaid. Als God in zijn leven past – en niet te veel stoort – mag Hij gerust nog in een (klein) hoekje blijven: wie weet of Hij nog eens van pas komt, hé?

God ligt dus als een stuk koopwaar in de winkelrekken, in het rayon ‘spiritualiteit’: je kan er vrijelijk aan voorbijlopen als je Hem (in deze levensfase) niet hoeft. ‘Als jij je daar goed bij voelt, prima, maar voor mij nu eventjes niet. Misschien later?’

Ietsisme

Echte atheïsten blijven een kleine minderheid: volgens WIN/Gallup (dat ruim rekent) 14 procent in West-Europa, volgens de World Religion Database (Boston University) 1,89 procent. Anderen houden het op 4 à 11 procent. De meesten verkiezen toch in ‘iets’ te geloven. Het sterk groeiende ‘ietsisme’ is waarschijnlijk de goedkoopste religie: het hoogheilige ‘Iets’ vraagt geen offers, gebeden of rituelen en kent geen morele geboden. Het ‘Iets’ verplicht ons tot niets. Heerlijk vrijblijvend, want ik blijf mijn eigen soevereine zelf. Een hogere macht in mijn broekzak.

Religiewetenschapper Alexander van Biezen – filosoof met theologieopleiding en nu atheïst – noemt de moderne mens ‘multireligieus’: hij stelt zijn levensbeschouwing à la carte samen – vandaar de term ‘cafetariareligie’. Hij kan moeiteloos zichzelf christen noemen, en tegelijk geloven in (hindoeïstische) reïncarnatie, (boeddhistische) zen beoefenen en (neo-heidens) bomen knuffelen, zonder zich af te vragen of dat allemaal spiritueel verenigbaar is.

Godsdienst wordt een zelfbouwpakket à la Ikea: ‘create your own god, your personal religion’. Knutsel jouw hoogst originele en unieke levensvisie in elkaar. Het resultaat is een ‘zelfgebricoleerde’ pseudoreligie, zoals er 8 miljard zouden kunnen zijn. Moeten we ze echt allemaal als ‘eerbiedwaardig’ beschouwen? Albert Einstein zei ooit: ‘Er zijn twee dingen die oneindig zijn, het heelal en de dwaasheid van de mens; maar van het eerste ben ik niet helemaal zeker.’

Emo-cultuur

Het criterium om deze of die religieuze visie uit het marktaanbod te kiezen is niet of ze van ‘hemelse kwaliteit’, goddelijke zuiverheid of consistentie is, maar of ze ‘bij mij past’: zoals een kledingstuk. De vraag of het wáár is, is in onze postmoderne tijd allang begraven: ‘Als het maar goed voelt.’

Smaak en stijl zijn doorslaggevend: wat in de mode is, ‘hip’ of ‘cool’. De emo-cultuur heeft de spirituele markt overgenomen. Intellectuele inspanning of kritisch onderzoek is uit den boze. We hebben het opgegeven om de waarheid te zoeken wegens ‘te moeilijk’. Sommigen zouden het geestelijke luiheid of spiritueel defaitisme noemen.

Heilige autonomie

‘Spiritualiteit’ is liefst zo vaag mogelijk: in dat vocabularium klinken vooral termen als ‘het goddelijke’, ‘het hogere’ of ‘het transcendente’ – onzijdig en niet-persoonlijk dus: een ding of een begrip of een oerkracht? Een soort ‘Esperanto’-godsdienst, zonder ziel of ruggengraat.

Jezus – nochtans de stichter van de grootste godsdienst ooit en alom erkend als een ‘grote meester van wereldklasse’ – komt veel te dichtbij, wordt veel te concreet: Hij bedreigt onze vrijblijvendheid en heilige autonomie. Lijdt de moderne mens aan spirituele bindingsangst of existentiële hechtingsstoornissen? Het is één van de kenmerken van onze ‘borderline times’ (Dirk De Wachter).

Voor de spiritueel hongerige mens worden alternatieve beurzen georganiseerd, waar je genezende stenen, amuletten of kruiden kan kopen: als het maar van héél ver komt of ‘dicht bij de natuur’ staat. Het is veel ‘light-religie’: het gaat erin als zoete broodjes, is erg gesuikerd, een snelle hap, instant oplossing. Een meditatietechniek of de juiste mantra om met het goddelijke in contact te komen of de ‘god-in-jezelf’ vrij te zetten.

Zo kan je ongelimiteerd alles beweren, want rationaliteit is van het oude tijdperk van de Vissen, niet van Aquarius: we leven in ‘een hoger bewustzijn’ waar je alles moet vóélen. Dat verklaart ook het succes van horoscopen die alle commerciële blaadjes vullen: bewezen onzin – net zoals wichelarij – en toch door miljoenen verslonden.

Gif voor de geest

De spirituele zoeker heeft God en engelen buitengegooid, maar heeft soms des te grotere interesse in the dark side: horror, zombies, spoken, vampieren, hekserij, magie, demonen, Satan of Beëlzebul himself. Denk aan films zoals Antichrist, The ExorcistAngels and Demons of het ongelooflijke succes van Harry Potter. Hoe zoveel mensen geobsedeerd raken door de donkere kant is mij een raadsel, zeker voor onze ‘verlichte’ tijd: het is voer voor psychologen en cultuurfilosofen. Dit gaat verder dan spiritueel junkfood: het is gif voor de geest.

De chaos en verwarring maakt mensen ook ‘geestelijk moe’. Je eigen religie moeten samenstellen is – als je dat tenminste ernstig zou willen doen – uitputtend: idealiter zou je alle religies van de wereld bestuderen, en dan de beste eruit kiezen. Dat is, zelfs voor oprechte zoekers, onhaalbaar, en creëert begrijpelijkerwijze ontgoocheling, relativisme en aan het einde van de rit nihilisme. Hebben vele westerlingen eigenlijk een spirituele burn-out?

Terwijl het ‘goede, oude’ christendom twintig eeuwen van stormen, vervolgingen en kritiek heeft doorstaan, moeten de nieuwe nog alles bewijzen: zijn ze eendagsvliegen zonder diepgang of consistentie, experimenteel en vluchtig? Onze atheïstische religiewetenschapper van Biezen concludeert: ‘Maar op moeilijke momenten in het leven zie je vaak dat de klassieke religieuze tradities mensen beter tegen tegenslagen wisten te wapenen. Ze zijn beter uitgerijpt, ze zitten solider in elkaar dan een eigenhandig bijeen geshopte lightversie van religie.’

Vrienden van mij hebben een spirituele wereldreis ondernomen naar het Verre Oosten … om in Indonesië eindelijk de God te vinden waarmee ze hier opgegroeid waren; een andere vriendin vond Hem in Nepal. Het kan echter ook dichter bij huis …