Op zoek naar vredestichters die niet meegaan in oorlogslogica: Pasen blijft feest van geloof en hoop

Origineel gepubliceerd op Knack.

Pasen vieren is enerzijds evident en ‘onvermijdelijk’, want zeer diep ingebed in onze westerse tradities en kalender. Anderzijds is het behoorlijk problematisch in een seculiere cultuur: geloven we écht in verrijzenis? Dat Jezus is opgestaan uit de doden en het kwaad definitief overwonnen heeft?

In een tijd van toenemende oorlogsdreiging en escalerende agressie is deze vraag nog prangender. Sinds de Verlichting wilden we geloven dat de mens door redelijkheid en diplomatie alle oorlogen zal stoppen en universele vrede realiseren. Maar de laatste jaren – om nog maar te zwijgen van twee wereldoorlogen – zien we integendeel donkerder irrationele krachten opkomen die alle redelijkheid met gemak wegspoelen.

Wat moeten de christenen in Oekraïne met de paasboodschap wanneer het bommen om hen heen regent? Of vieren zij het dan juist des te harder? Want in oorlogstijden worden mensen weer meer gelovig: omdat ze zien dat ze in ‘de mens’ níet kunnen geloven? Precies dan moeten ze hun hoop nog meer stellen op ‘hierboven’ dan op de menselijke redelijkheid of goede wil die o zo snel verdampt.

De paasboodschap heeft alles te maken met deze kwellende vragen rond het kwade. Namelijk hoe kunnen we in plaats van vijanden uit te roeien de vijandschap zelf uitroeien? Hoe kunnen we de haat zelf leren haten, de ‘crazy cycle’ ontzenuwen of ‘demonen’ uitdrijven die áchter mensen werkzaam zijn? Want wie of wat zijn vijanden? Een diepzinnige spreuk zegt: “Als je in het hart van je vijand zou kunnen kijken, wat denk je dat je daar anders zou zien dan in je eigen hart?”

Oorlogen starten altijd in de harten van mensen als een zaadje van vijandschap. Als deze aan de top komen en hun haat kunnen uitzaaien – met Adolf Hitler als pijnlijkste voorbeeld – wordt een heel volk meegesleept in opgeklopte vijandbeelden en goedkoop zwart-witdenken. Gekrenkte trots, opgekropte wrok, het gevoel vernederd te zijn geweest was dé brandstof achter de Tweede Wereldoorlog.

Ook vandaag gaat het op het internationale toneel bijna altijd over ‘prestige’, angst voor gezichtsverlies, niet willen onderdoen voor een ander. Trump zegt dat hij America weer great wil maken, maar Poetin, Xi Jinping of Erdogan denken niet anders over de landen waar zij de plak zwaaien.

In oorlogen worden donkere machten wakker gemaakt en ontketend: een ‘geest’ van redeloze waanzin, een blinde roes, duistere dynamieken. Agressie tussen landen begint in de hoofden en harten van ménsen, met opgezwollen ego’s van koningen, keizers of presidenten. Iets wat zij op hun beurt kunnen overzetten op een volk, met oorlogen als gevolg.

De rauwe realiteit heeft ons intussen helaas ingehaald, en de wapenwedloop in Europa is opnieuw begonnen. Zal 800 miljard aan Europese investeringen in bewapening ons echt veiliger maken? Of juist helpen escaleren? Is vooral het gevoél van onveiligheid aan het escaleren? Zo ja, wie wakkert dat aan met stoere oorlogstaal en paniekscenario’s, en waarom? Als de tegenstander in die havikenlogica zit, is het natuurlijk naïef om als duif niets te doen. Maar er bestaan écht betere alternatieven…

In 1938 – in volle herbewapening voor W.O.II – was er een dapper man die een beweging van ‘Moral Re-armament’ startte: Frank Buchman (1878-1961), een Luthers predikant en evangelist uit Pennsylvania. Hij was een visionair, die toen al verkondigde dat de wortel van de crisis niet politiek of economisch was, maar ‘fundamenteel moreel van aard’. Hij deed exact het omgekeerde van oorlogsstokers. Als goede christen paste hij de principes van Jezus eerst persoonlijk toe in een pijnlijk privéconflict met vroegere medewerkers: hij ging hen oprecht vergeving vragen en vergeving schenken, wat hem veel van zijn trots kostte. Deze voor hem zeer diepe en helende ervaring ging hij daarna ook op hogere niveaus toepassen: verzoening tussen groepen.

De inspiratie hiervoor vond hij in het paasverhaal – Jezus’ zelfopofferende liefde aan het kruis – en dat wou hij transponeren op de internationale politiek. Als een individu zich moet en kan bekeren van zijn zielige zelfgerichtheid, moet en kan een volk of etnische groep dat ook.

Buchman speelde na 1945 een cruciale rol in de verzoening tussen Frankrijk en Duitsland: door zijn ‘Re-armament’-conferenties in Zwitserland heeft de diepgelovige Robert Schuman samen met Konrad Adenauer mee de fundamenten gelegd van de huidige Europese Unie. Ook in andere landen en continenten had Buchman gesprekken en relaties op het hoogste niveau.

Die andere vredestichter van internationaal niveau, Gandhi, heeft hij verschillende keren ontmoet in 1915. In 1932 had hij oprecht geprobeerd om Hitler te ontmoeten om hem te ‘bekeren’, misschien naïef, en zonder succes, maar… stel dat dat gelukt zou zijn: het had ons 40 miljoen mensenlevens bespaard.

Verzoening, het ontmijnen van vijandbeelden, moet altijd eerst op persoonlijk vlak beginnen, en daar wringt het schoentje. Beeld je eens in wat er nodig zou zijn om Poetin te bekeren?

Bestaat er een pilletje tegen opgezwollen ego’s? Volgens de paasboodschap dus wél! Of het kwaad 100% overwonnen kan worden? Volgens oude getuigenissen heeft één man het in ieder geval gedaan. Hij geloofde dat je het kwaad kan overwinnen door méér goed, haat door sterkere liefde, angst door diepere vrede. En hij toonde het ook: hij ging doorheen de extreemste test.

Wie de film ‘The passion of the Christ’ gezien heeft, heeft enig idee welke foltering de kruisiging was. Deze gruwel en publieke schande vrijwillig en bewust ondergaan, zonder één donkere of bittere bijgedachte, je moet het maar doen. Jezus kon onrecht en agressie incasseren in plaats van terug te slaan. Het is de enige manier om de spiraal van geweld te doorbreken. Zo ook het opbod van nationalisme, de escalatie van stoere oorlogstaal, de spiraal van angst en haat, de polarisatie en haatspraak, het zich ingraven in verbale loopgraven. Om je linkerwang aan te bieden moet je véél sterker zijn dan om terug te slaan. Het kan enkel als je datzelfde pilletje genomen hebt.

Als we eens “het kwade zouden haten”, zoals de bijbelse profeet Amos uitriep, in plaats van ‘die ander’! Als we eens in de spiegel zouden kunnen kijken naar dat gezwel bij onszelf. Een joodse rabbijn zei ooit: “Toen ik jong was, wou ik de wereld veranderen, totdat ik ontdekte dat dat te hoog gegrepen was. Toen wou ik mijn land veranderen…, mijn stad…, mijn geloofsgemeenschap…, tot ik ontdekte dat ik nauwelijks mezelf kon veranderen.” Dat pilletje is héél hard nodig tegen die virale infectie die ons moreel immuunsysteem te zeer heeft aangetast.

Maar is de overwinning over het kwaad en de dood dan een luchtkasteel, een sprookje? Want er is toch nog evenveel oorlog als tevoren? Was Jezus’ dood aan het kruis dan voor niets? Het medicijn heeft in ieder geval bewezen effectief te kúnnen zijn, maar of mensen het wel willen slikken? Of… als ze één dosis nemen en dan opgeven?

Het is niet dat het middel moeilijk te verkrijgen is of te duur: het recept is algemeen bekend. Ja, de pil is bitter, maar precies daarin zit de genezende kracht.

Dringend gezocht: dappere vredestichters die weigeren in oorlogslogica mee te gaan.

Pasen blijft een feest van geloof en hoop: want harde garanties heb je niet!