Origineel gepubliceerd op Doorbraak in kortere versie.
In de aanloop naar onze verkiezingen zien we over het algemeen een sterke verschuiving naar rechts: zoals in verschillende andere landen trouwens, niet in het minst onze ‘nuchtere’ bovenburen. Moeten we ons daar zorgen over maken? Is de paniek bij links terecht? Staat ‘rechts’ dan gelijk met ‘achteruitgang’? Als extreemrechts grotendeels een proteststem is, waartégen protesteren ze dan? Want waar rook is, is vuur: hebben ze misschien wel ergens een punt – of een puntje? En waarom stelt niemand in links zich de vraag of ze dat misschien zelf veroorzaakt en gevoed hebben?
Ik wil even duidelijk stellen: ik zie mezelf voor 100% als een centrumfiguur. Ik heb geen enkele affiniteit met extreemrechts gedachtengoed, nooit gehad. Ik zie evenveel sterke punten in rechts als in links, en evenveel zwakheden. De polarisatie maakt het debat helaas heftiger en holler: men schiet wederzijds op zelfgecreëerde karikaturen, maar praat – lees: schreeuwt – naast elkaar door. Het niveau van elementaire beleefdheid en respect zakt bij elke verkiezing, en de trucs om de ander zwart te maken, worden steeds professioneler en geslepener.
Is de hoofdreden van de verrechtsing dan de migratie? Is de gemiddelde Vlaming echt zulke racist? In mijn omgeving zie ik dat soort mensen niet. Er zijn vele redenen waarom mensen rechtser stemmen: politieke, economische, sociale, morele… Er is ook een algemeen (onderbuik)gevoel dat deze maatschappij aan het ontsporen is: depressies en burn-outs, wachtlijsten in de jeugdpsychiatrie… Heeft links alle morele en sociale remmen losgegooid? Een graffiti op de triomfboog in het Jubelpark schreeuwde het uit: ‘Fuck gender roles’. Oh ja? Is dat waar we naartoe willen? Willen we promoten dat iedereen op elk moment van geslacht kan veranderen zoals het clipje ‘genderkoek’ beweert? En dat er overal in openbare gebouwen aparte toiletten en douches komen voor ‘x’ en x aantal andere gendersoorten? Dat jongeren met genderdysforie vanaf 9 jaar kunnen beslissen over hun geslacht en pas vanaf 18 jaar alcohol kopen? En dat sekswerk als een eerbaar, sociaal beroep moet beschouwd worden?
Ik mis vooral dat links in eigen boezem kijkt. Progressief zijn is uiteraard goed: niemand wil ‘achteruit’ – rechts trouwens ook niet. Maar niet elke vooruitgang is verbetering. Als je op een slippery slope naar een ravijn staat, is ‘blind vooruitstormen’ een collectieve zelfmoord. Als er extreemrechts bestaat en dat een gevaar vormt, geldt dat voor extreemlinks ook.
Links/extreemlinks kan heel erg drammerig zijn: veel burgers hebben het gevoel dat er van alles door hun strot geduwd wordt. Activisten zijn op zich idealisten en bewonderenswaardig, maar kunnen soms vér over de grens gaan, eindeloos op één punt hameren en alle rationaliteit en contact met de realiteit verliezen. Ze worden militant, fanatiek, soms hoogst intolerant en irritant. De pro-Palestijnse studentenprotesten viseren alle contacten met Israël, ook zij die niets met Gaza te maken hebben, en zijn behoorlijk manipulerend en chanterend. Bij zulke emotionele oproepen is altijd de – gebalanceerde en onderbouwde – waarheid het eerste onschuldige slachtoffer.
Ook waar het over klimaat gaat, lijkt het alsof kritische bedenkingen niet meer mogen geuit worden. Een sereen debat met vóór- en tegenargumenten wordt gemuilkorfd. Misschien is dat nog wat de gemiddelde Vlaming het meest stoort: het gevoel van censuur: alles wat je aan de linkerzijde niet meer mag zeggen, zelfs dénken! Een onzichtbare gedachtenpolitie waait door onze media. Dat je kwetsbare groepen niet moet stigmatiseren: helemaal akkoord. Maar als stigmatiseren verward wordt met ‘kritische tegenstemmen’, wordt het behoorlijk verstikkend. We krijgen collectief kromme tenen. Slachtofferdenken wordt aangemoedigd: de underdog heeft altijd gelijk.
Problematisch wordt het wanneer rechts moreel verdacht wordt gemaakt: zij zijn verstard, verblind, ‘nog niet verlicht’, krampachtig… Ze beseffen het van zichzelf niet, maar eigenlijk reageren ze vanuit angst. Want als je niet helemaal pro bent, ben je islamofoob, homofoob, transfoob…: het is onmogelijk dat je ernstige, wetenschappelijke argumenten hebt. Dat er – kleine groepen? – van zulke mensen zijn, zal niemand betwisten, maar alle anderen over één kam scheren is intellectueel niet eerlijk. De woorden ‘rechts’ en ‘extreemrechts’ worden gemakshalve door elkaar gebruikt als dat beter uitkomt. Links voelt zich moreel duidelijk superieur: zij zijn open, modern, cool, hip, ‘mee met de tijd’, toekomstgericht, tolerant, breeddenkend… De tegenpartij moreel diskwalificeren is de beste tactiek om niet meer naar hen te hoeven luisteren, om in je eigen gelijk te wentelen.
Links zijn zij die in ethische kwesties altijd gevochten hebben voor ‘Je mag niet oordelen’, maar nu doen ze exact hetzelfde, enkel met andere criteria. Vroeger werden echtbrekers en hoerenlopers veroordeeld, nu, na de seksuele revolutie, de moraalridders zelf. En de lijst wordt steeds langer: wie een open haard brandt, met een diesel rijdt, met het vliegtuig op vakantie gaat… foei, foei! Shame on you!
Waarom is ‘conservatief’ toch een vies woord? We besteden miljoenen om onze oude schatten van gebouwen en kunst te bewaren, maar de traditionele – al of niet christelijke – gezinswaarden worden woest met de sloophamer afgebroken. Hoe schizofreen kan je zijn? Wat goed en kostbaar is en zijn degelijkheid bewezen heeft, moeten we uiteraard bewaren en koesteren. De waarheid zit altijd in het midden! Sommige dingen moet je veranderen, andere moet je bewaren. Hoe simpel kan het zijn?
‘Verandering’ – change! – als hoofdslogan bij verkiezingen is intussen zo hol en leeg dat het niets meer betekent: alle kampen roepen dit, omdat het volgens de communicatiespecialisten ‘goed voelt’. Inhoud nul.
We moeten ons dus de ernstige vraag stellen: is de verschuiving naar rechts in feite een verschuiving ‘terug naar het centrum’? Terug naar gezond verstand, naar balans? Mag het scheefgetrokken boompje weer recht a.u.b.?
Links riskeert haar sterke kwaliteiten rond sociale gerechtigheid te verspelen en haar geloofwaardigheid te verliezen door zich te vergalopperen in extreemlinkse standpunten die niemand ten goede komen, en die constant koren op de molen zijn van extreemrechts. Als beide kampen uit de loopgraven komen, de emoties laten zakken en elkaar de hand kunnen reiken, blijkt dat ze véél dichter bij elkaar staan dan ze denken. Na 9 juni zullen ze dat sowieso moeten.