Dionysos’ Laatste Avondmaal op de Olympische Spelen

De Olympische Spelen lopen op hun laatste benen (!) maar het begin ervan heeft toch behoorlijk wat verbazing gewekt. Het is opmerkelijk hoe weinig deining de openingsceremonie van 26 juli in België veroorzaakte. Elders, van Frankrijk tot in de VS en zeker op sociale media, waren enkele van de bizarre voorstellingen talk of the town. Belangrijke politieke en religieuze leiders in Europa en de VS deelden hun afschuw over de show. Zelfs iemand als Elon Musk vond de spotternij belangrijk genoeg om ze te vernoemen en te omschrijven als: “Een teken van wokeness, een heidens feest, een blasfemie”.

Het toppunt van de controverse was een live-action parodie op Jezus’ Laatste Avondmaal-schilderij van Leonardo Da Vinci dat alle drie van Musks verwijten samenbracht. Een getatoeëerde, obese, halfnaakte vrouw nam de plaats in van Jezus, met rondom haar een verscheidenheid aan pseudo-apostelen, die net zoals de discipelen op het schilderij een gezamenlijke maaltijd hadden, maar dan gekleed als drag queens. Een naakte man, blauw geverfd, bediende de feestvierders aan de tafel. Niet zoals Jezus destijds met brood en wijn, de symbolen van zijn kruisoffer, zijn gebroken lichaam en vergoten bloed. Neen, hij beeldde Dionysos uit, de Griekse god van wijn, theater en extase. Dionysos bestierde 3500 jaar geleden al, samen met de andere goden van de Olympus, de morele denkwereld van hun tijd met alle waarden die hen eigen waren; op de feesten voor Dionysos was dronkenschap bijv. de bekroning. Ook oppergod Zeus draaide zijn hand niet om voor bedrog, overspel, verkrachting, vadermoord en incest. 1500 jaar later kwam Jezus heel andere waarden brengen van naastenliefde, trouw, reinheid en zelfopoffering. Maar de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs leerde dat deze heidense goden populairder zijn en beter bij de tijdgeest passen. Het geheel kan wel tellen als blasfemie tegen de christelijke God. Wat de motivatie mag zijn van de regisseur om 2,5 miljard christenen te schofferen, en daarvoor de Olympische Spelen te gebruiken is onduidelijk en werd noch tevoren noch erna uitgelegd. Het Olympisch Comité heeft na de vele reacties haar excuses al aangeboden, maar het gebeuren was natuurlijk al internationaal op de tv-kanalen rondgegaan. Too little too late

Onnodig te zeggen dat ‘gezinsvriendelijk’ geen bruikbare omschrijving was voor de wereldwijd uitgezonden ceremonie. Dergelijke beelden waren ongezien tijdens openingsceremonies van de Olympische Spelen. Of de parodie en spot bewust en gericht waren, zullen we misschien nooit te weten komen – of zal altijd ontkend worden –  maar zelfs als het dat niet was, was het voor de choreografen een kleine moeite geweest om wat empathie op te brengen en te beseffen dat velen wereldwijd – zowel christenen als niet-christenen – het als een aanval en spot ervaren hebben. Zou het Olympisch comité een gelijkaardige scène met allusies naar de islam of Mohammed getolereerd hebben?

Ook inhoudelijk was de beeldvorming aanstootgevend. Niet alleen de seksueel getinte aard van de reeks en het centraal plaatsen van de heidense god van genot en dronkenschap, maar vooral deze te situeren tegen de achtergrond van Jezus’ laatste avondmaal voelde heel wrang aan. Deze laatste avond met zijn apostelen was een bijzonder intens en sacraal moment, zeer emotioneel geladen en vol diepe symbolen, de laatste uren vóór de ultieme daad van zelfopoffering en vreselijk lijden. De morele waarden achter de bacchanalen en achter Jezus’ daad met brood en wijn kunnen niet verder uit elkaar liggen.

In grote delen van de wereld wordt christenen nog steeds het leven moeilijk gemaakt: opgejaagd, verdreven, onterecht vastgezet, ontvoerd, verkracht of gedood enkel vanwege het feit dat ze christen zijn. Vaak kijken ze met jaloezie hoe hun medechristenen in ‘de vrije westerse wereld’ hun geloof vrij kunnen beleven, maar als ze dan bij ons zulke openlijke spot zien die in andere religies en culturen ondenkbaar is…, schudden ze hun hoofd vol onbegrip. Met deze wereldwijd vertoonde bespotting van het christelijk geloof steek je hen niet bepaald een hart onder de riem.

Alleen, in de Belgische pers waren deze bedenkingen nauwelijks te horen. Nochtans zijn ook hier, in ons moderne landje, velen niet gediend met wokeness, heidense feesten en blasfemie.