Over de ‘evangelicals’, scheiding van kerk en staat en bedreiging voor democratie

Origineel gepubliceerd in kortere vorm op Doorbraak.

De driedelige documentaire ‘Evangelicals, from faith to power’ die recent op de VRT uitgezonden werd, biedt genoeg stof voor vele uren boeiende discussie. Ze gaat eigenlijk over de delicate verhouding tussen kerk en staat, geloof en politiek: een thema dat doorheen de eeuwen constant anders ingevuld wordt en heftige controverse kan opwekken. Er moeten zeker een heel aantal zeer goede punten in genoemd worden: ze schenkt aandacht aan een beweging die wereldwijd groeiende is en 700 miljoen aanhangers telt – er bestaan véél kleinere bewegingen en groepjes die véél meer media-aandacht krijgen. Te midden van een algemene achteruitgang van de traditionele kerken in het Westen zijn evangelische groepen de enige die groeiende zijn, en dat mag onderzoekers terecht verbazen. De regisseurs hebben zich voorts goed gedocumenteerd, laten vele mensen aan het woord uit diverse subgroepen van evangelischen in vele landen, geven de microfoon aan voor- en tegenstanders. Maar als je verwacht een goed en gebalanceerd beeld te krijgen van wie evangelische christenen zijn en wat ze geloven, kom je erg bedrogen uit. De rode draad doorheen alle fragmenten is de waarschuwing dat deze beweging een gevaar vormt voor de democratie! De ondertoon is die van een opgestoken vingertje en het taalgebruik erg tendentieus en negatief gekleurd, vaak versterkt door ‘dreigende muziek’ op de achtergrond.

De makers verwarren drie dingen: (1) de ‘scheiding van kerk en staat’ met ‘scheiding van geloof en politiek’, (2) controle en invloed, en (3) kerk en christendom. Ze hebben helemaal gelijk wanneer ze in beeld brengen hoe – sommige! – evangelische groepen en leiders in de VS zich, zeker tussen 2016 en 2020, helemaal identificeerden met één politieke partij (de republikeinse) en één presidentskandidaat (Trump). Het duidelijkst zien we dat bij Paula White, toen Trumps geestelijke adviseur, die ooit waarschuwde ‘dat christenen die Trump niet steunen, verantwoording zullen moeten afleggen aan God’: een uitspraak die er vér over is. Het overgrote deel van Europese evangelische christenen krijgt hier kromme tenen en buikpijn van. Maar de situatie in de VS is dan ook heel anders dan bij evangelicals in de rest van de wereld: het tweepartijensysteem polariseert en maakt nuance onmogelijk. Het dwingt mensen, ook christenen, te kiezen – zoals een Amerikaanse vriend van mij diep zuchtte – tussen de pest en de cholera. Vele christenen die in 2016 voor Trump stemden, deden dat helemaal niet ‘van harte’, maar beschouwden hem als ‘het minste kwaad’ omdat hij tenminste nog stond voor traditionele waarden. De ‘alliantie’ tussen sommige evangelische groepen en Trump – een controversieel man met een bedenkelijke levenswandel en grofgebekte uitspraken – was in ieder geval zeer riskant. Zijn vicepresident Mike Pence, zelf wel evangelisch christen, heeft na vier jaren van loyaliteit duidelijk afstand genomen van Trump.

Het klopt dat Billy Graham (1918-2018), de grootste wereldevangelist ooit, in de jaren 1950 bewust een relatie opbouwde met presidenten om op die manier de christelijke waarden te laten verankeren in de politiek. Deze actieve bemoeienis met politiek was al erg ongewoon in het toenmalige kerkelijke klimaat, maar ze was zelf een reactie tegen een andere, brede stroming die zich zo vér mogelijk van politiek wil houden: ‘politiek is werelds en vuil, wij houden ons enkel bezig met het koninkrijk van God.’ De tegenreactie was dus: ‘Moet je daarom de politiek aan de duivel overlaten?’ Want wanneer de kerk zwijgt over desastreuze maatschappelijke evoluties, is ze medeplichtig: is dat niet wat men verwijt aan de Duitse kerken in de jaren 1930 en aan paus Pius XII, precies dat hij zich níet uitsprak tegen het nazisme?

Kerken en christenen hebben evenveel recht om zich met politiek bezig te houden als alle andere groepen. Pardon, als bewuste burgers hebben zij de plicht om mee te denken, te stemmen en mee te sturen. Kerk en staat zijn uiteraard op heel verschillende niveaus bezig, maar de scheiding tussen beide hoeft helemaal niet een vijandig karakter te hebben: waarom kunnen ze niet als vriendelijke buren samenwerken, elk op zijn eigen terrein? Geen betonnen muur met prikkeldraad, maar een vriendelijk haagje… Geloof en politiek kan en mag je namelijk niet scheiden: het is toch juist mooi en nobel wanneer iemand zijn (religieuze of seculiere) idealen en waarden wil omzetten in politieke regels?

Maar te veel is natuurlijk te veel, en daar wringt het schoentje. Het meest eigene aan evangelischen is dat ze zich op één focuspunt willen richten: zij geloven alleen in Jezus en vinden andere kerkelijke tradities en geschriften secundair. Voor hen is de hoofdvraag: ‘What would Jesus do?’, zowel in het persoonlijke leven alsook in politiek. Het is duidelijk dat Jezus zich nooit direct met politiek gemoeid heeft, omdat hij boven alle partijen stond en aardse macht (of rijkdom) hem niet interesseerde. Ook was Jezus op geen enkel moment nationalistisch, omdat hij wist dat hij een boodschap had voor alle volken, rassen en culturen. Dat sommige kerken (of leiders) Jezus’ boodschap verengd en versmald hebben, is inderdaad kwalijk en potentieel gevaarlijk. Niemand kan hem voor zijn kar spannen of hem in één hokje forceren, maar helaas gebeurt het voortdurend: dit is gewoon ménselijk, ook bij evangelischen. Drammers en fanatici heb je helaas overal, in elke religie én in seculiere ideologieën.

De documentaire spreekt zichzelf ook erg tegen: enerzijds suggereert ze dat evangelischen ‘en masse’ een bedreiging zijn voor de democratie omdat ze ‘de macht willen grijpen’, anderzijds laat ze een hele reeks kritische stemmen binnen dezelfde beweging aan het woord die wijzen op de gevaren van een te nauwe band met één partij. Er is dus behoorlijk wat zelfkritiek en gezonde voorzichtigheid aanwezig. Ook Billy Graham heeft zich, na Nixon, op tijd teruggetrokken en is precies een voorbeeld van iemand die boven de politieke strijd kon staan. Anderen zijn hierin verder gegaan en hebben hun vingers verbrand: maar dit heeft niet de democratie schade toegebracht, maar veeleer de kerk zelf.

De documentaire vermengt voortdurend ‘christelijk’ en ‘nationalistisch’ (‘white supremacy’) en ‘conservatief’ en ‘(extreem)rechts’, suggererend dat al deze door elkaar lopen binnen de groep van evangelischen. De realiteit is zoveel complexer en veelkleuriger. De grote meerderheid van de afro-Amerikanen, die ook in groten getale evangelisch zijn, stemt trouwens voor de democraten. En Billy Graham, die  – ten onrechte – ‘de paus van de evangelischen’ wordt genoemd, was heel duidelijk tegen rassensegregatie en reikte de hand aan Martin Luther King. En Amerikaanse evangelicals zijn heel anders dan Europese, omdat bij ons dat tweepartijensysteem niet bestaat, wat de pijnlijke en verscheurende polarisatie ginds veroorzaakt. Terwijl er in de VS 27% evangelische christenen zijn – in Kenya bijv. 49% – zijn er in België naar schatting 1,8%: 200.000 gelovigen en 1500 kerken (waarvan 70% allochtoon of internationaal is).

Evangelische christenen worden er in het programma van beschuldigd ‘de macht te willen grijpen’ of ‘controle te nemen’…, maar waar ligt het verschil met gewoon ‘invloed willen hebben’? Ze komen inderdaad op voor morele waarden die 1500 jaar lang mainstream waren in de westerse wereld en door niemand openlijk betwist werden – huwelijk en gezin, relaties en seksualiteit, respect voor alle leven… Waarom zou dat nu plots ‘een bedreiging voor de democratie’ moeten zijn? Door de makers wordt voortdurend met twee maten en twee gewichten gemeten: wanneer progressieve lobbygroepen hun agenda doordrukken, is dat democratisch; wanneer conservatieve dat doen, is dat gevaarlijk? Huh? Natuurlijk hebben christenen zich verenigd en georganiseerd om de nationale abortuswet Roe vs Wade afgeschaft te krijgen in 2022, maar in 1973 hebben de progressieven hetzelfde gedaan in de andere richting: waarom is dat laatste OK en het eerste ondermijnend? Waarom zijn pro-choice-groepen democratisch en pro-life-groepen antidemocratisch?

Democratie betekent: 51% mag de spelregels bepalen. Je mag dit ‘je wil opdringen’ noemen, maar dat doen alle partijen, groepen en bewegingen en het is 100% wettelijk en ‘normaal’. Wanneer in Brazilië 35% van het parlement evangelisch is, zou het erg wereldvreemd – zelfs dom – zijn om dat niet in politieke invloed te vertalen. Het is puur het spel van democratie om invloed te willen, te lobbyen, zich te verenigen, denktanks te vormen. Waarom hierbij voor één kamp zwaar gekleurde woorden zoals ‘obsessie’ of ‘rabiaat’ gebruikt moeten worden, is mij onduidelijk. Ook het verschil tussen ‘conservatief’ en ‘ultraconservatief’ is een arbitraire lijn en een zeer tendentieuze woordkeuze. Want als je het etiket ‘ultra’ op een groep plakt, hoef je zeker niet meer naar hun argumenten te luisteren. Van democratie en pluralisme gesproken!?

De lijn tussen godsdienst en politiek is nooit waterdicht, en er zal altijd overlap of raakvlakken zijn. Want politiek bemoeit zich met alles – ook met erkenning en subsidiëring van religies – , maar godsdienst evenzeer: God heeft voor gelovigen te maken met elk aspect van het privéleven en de maatschappij. Christenen geloven zeker in een theocratie, maar dit koninkrijk is volgens Jezus ‘niet van deze wereld’! Wanneer ze bidden ‘Uw koninkrijk kome’, is het lopen over een dunne koord om de geestelijke waarden en morele principes hiervan te laten ‘neerdalen’ in een vertroebelde en verscheurde wereld.

‘From faith to power’: kerk, staat en democratie

Origineel gepubliceerd op Doorbraak. Zie hier voor een langere versie.

De driedelige documentaire ‘Evangelicals, from faith to power’ die recent op de VRT uitgezonden werd, biedt genoeg stof voor vele uren boeiende discussie. Ze gaat eigenlijk over de delicate verhouding tussen kerk en staat, tussen geloof en politiek: een thema dat doorheen de eeuwen constant anders ingevuld werd en nog altijd heftige controverse opwekt.

Groeiende groepen

De documentaire brengt een aantal zeer goede punten onder de aandacht. Te midden van een algemene achteruitgang van de traditionele kerken in het Westen zijn evangelische groepen de enige die groeiende zijn, en dat mag onderzoekers terecht verbazen. De regisseurs hebben zich goed gedocumenteerd, laten veel mensen aan het woord uit diverse evangelische subgroepen en geven de microfoon aan voor- en tegenstanders.

Maar als je verwacht een goed en gebalanceerd beeld te krijgen van wie evangelische christenen zijn en wat ze geloven, kom je erg bedrogen uit. De rode draad doorheen alle fragmenten is de waarschuwing dat deze beweging een gevaar vormt voor de democratie. De ondertoon is die van een opgestoken vingertje, het taalgebruik erg tendentieus en negatief gekleurd, vaak versterkt door ‘dreigende muziek’ op de achtergrond.

Geloof en politiek

De makers verwarren drie dingen: 1) de ‘scheiding van kerk en staat’ met de ‘scheiding van geloof en politiek’, 2) controle en invloed, en 3) kerk en christendom.

Ze hebben gelijk wanneer ze in beeld brengen hoe – sommige! – evangelische groepen en leiders in de VS zich, zeker tussen 2016 en 2020, helemaal identificeerden met één politieke partij (de republikeinse) en één presidentskandidaat (Trump). Het duidelijkst zien we dat bij Paula White, toen Trumps spiritueel adviseur, die ooit waarschuwde ‘dat christenen die Trump niet steunen, verantwoording zullen moeten afleggen aan God’: een uitspraak die er vér over was.

Het overgrote deel van Europese evangelische christenen krijgt hier kromme tenen en buikpijn van. Maar de situatie in de VS is dan ook heel anders dan bij evangelicals in de rest van de wereld. Het tweepartijensysteem polariseert en maakt nuance onmogelijk. Het dwingt mensen, ook christenen, te kiezen — zoals een Amerikaanse vriend van mij diep zuchtte — tussen de pest en de cholera.

Medeplichtigheid

Het klopt dat Billy Graham (1918-2018), de grootste wereldevangelist ooit, in de jaren ’50 bewust een relatie opbouwde met presidenten om op die manier de christelijke waarden te verankeren in de politiek.

Deze bemoeienis met de politiek was erg ongewoon in het toenmalige kerkelijk klimaat, maar was zelf een reactie tegen een andere, brede stroming die zich zo vér mogelijk van politiek wil houden: ‘politiek is werelds en vuil, wij houden ons enkel bezig met het koninkrijk van God.’ De tegenreactie was dus: ‘Moet je daarom de politiek aan de duivel overlaten?’ Want wanneer de kerk zwijgt over desastreuze maatschappelijke evoluties, is ze medeplichtig: is dat niet wat men verwijt aan de Duitse kerken in de jaren ’30 en aan paus Pius XII, precies dat hij zich níet uitsprak tegen het nazisme?

Stemmen, denken en sturen

Kerken en christenen hebben evenveel recht om zich met politiek bezig te houden als alle andere groepen. Pardon, als bewuste burgers hebben zij de plicht om mee te denken, te stemmen en mee te sturen.

Kerk en staat zijn uiteraard op heel verschillende niveaus bezig, maar de scheiding tussen beide hoeft helemaal geen vijandig karakter te hebben: waarom kunnen ze niet als vriendelijke buren samenwerken, elk op hun eigen terrein? Geen betonnen muur met prikkeldraad, maar een vriendelijk haagje. Geloof en politiek kan en mag je namelijk niet scheiden: het is toch juist mooi en nobel wanneer iemand zijn (religieuze of seculiere) idealen en waarden wil omzetten in politieke regels?

Maar te veel is natuurlijk te veel, en daar wringt het schoentje. Het meest eigene aan evangelischen is dat ze zich op één focuspunt richten: zij geloven alleen in Jezus en vinden andere kerkelijke tradities en geschriften secundair. Voor hen is de hoofdvraag: ‘What would Jesus do?’, zowel in hun persoonlijke leven als in politiek. Het is duidelijk dat Jezus zich nooit direct met politiek gemoeid heeft, omdat hij boven alle partijen stond en aardse macht en rijkdom hem niet interesseerden.

Extremisten allerlei

De documentaire spreekt zichzelf ook tegen: enerzijds suggereert ze dat evangelischen ‘en masse’ een bedreiging zijn voor de democratie omdat ze ‘de macht willen grijpen’, anderzijds laat ze een hele reeks kritische stemmen binnen dezelfde beweging aan het woord die wijzen op de gevaren van een te nauwe band met één partij.

Er is dus behoorlijk wat zelfkritiek en gezonde voorzichtigheid aanwezig. Ook Billy Graham heeft zich, na Nixon, op tijd teruggetrokken en werd zo een voorbeeld van iemand die boven de politieke strijd kon staan. Anderen zijn hierin verder gegaan en hebben hun vingers verbrand: maar dit heeft niet de democratie schade toegebracht, maar veeleer de kerk zelf.

De documentaire vermengt voortdurend ‘christelijk’ en ‘wit-nationalistisch’ (‘white supremacy’) en ‘conservatief’ en ‘(extreem)rechts’, suggererend dat al deze door elkaar lopen binnen de groep van evangelischen. De realiteit is zoveel complexer en veelkleuriger. De grote meerderheid van de afro-Amerikanen, die ook in groten getale evangelisch zijn, stemt voor de Democratische Partij. En Billy Graham, die (ten onrechte) ‘de paus van de evangelischen’ wordt genoemd, was heel duidelijk tegen rassensegregatie en reikte de hand aan Martin Luther King.

Machtsgreep

Evangelische christenen worden er in het programma van beschuldigd ‘de macht te willen grijpen’ of ‘controle te nemen’, maar waar ligt het verschil met gewoon ‘invloed willen hebben’? Ze komen op voor morele waarden die 1.500 jaar lang mainstream waren in de westerse wereld en door niemand openlijk betwist werden: huwelijk en gezin, relaties en seksualiteit, respect voor alle leven… Waarom zou dat nu plots ‘een bedreiging voor de democratie’ moeten zijn?

Door de makers wordt voortdurend met twee maten en twee gewichten gemeten: wanneer progressieve lobbygroepen hun agenda doordrukken, is dat democratisch; wanneer conservatieve dat doen, is dat gevaarlijk? Democratie betekent: 51 procent van de kiezers bepaalt de spelregels. Je mag dit ‘je wil opdringen’ noemen, maar dat doen alle partijen, groepen en bewegingen — en het is 100 procent wettelijk en ‘normaal’.

Koninkrijk

Het is het spel van democratie om invloed te willen, te lobbyen, zich te verenigen, denktanken op te richten. Waarom hierbij voor één kamp zwaar gekleurde woorden als ‘obsessie’ of ‘rabiaat’ gebruikt moeten worden, is mij onduidelijk. Ook het verschil tussen ‘conservatief’ en ‘ultraconservatief’ is een arbitraire lijn en een zeer tendentieuze woordkeuze. Want als je het etiket ‘ultra’ op een groep plakt, hoef je zeker niet meer naar hun argumenten te luisteren. Van democratie en pluralisme gesproken…

De lijn tussen godsdienst en politiek is nooit waterdicht, en er zal altijd overlap of raakvlakken zijn. Politiek bemoeit zich met alles, maar godsdienst doet dat evenzeer. God heeft voor gelovigen te maken met elk aspect van het privéleven en de maatschappij. Christenen geloven in een theocratie, maar dit koninkrijk is volgens Jezus ‘niet van deze wereld’. Wanneer ze bidden ‘Uw koninkrijk kome’, is het lopen over een dunne koord om de geestelijke waarden en morele principes hiervan te laten ‘neerdalen’ in een vertroebelde en verscheurde wereld.

Wie verdient onvoorwaardelijke steun in dit conflict?

Origineel gepubliceerd in De Morgen.

De onwrikbare steun van de Verenigde Staten voor Israël is welgekend. Te midden van de ontluikende oorlog tussen Israël en Hamas vloog de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken naar Israël om deze steun opnieuw te bevestigen: “We zullen altijd aan jullie zijde staan,” liet hij premier Benjamin Netanyahu weten. Het Amerikaanse leger begon onmiddellijk munitie en wapens te leveren, “zonder voorwaarden”, volgens de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin. Die benadrukte dat Amerika het volste vertrouwen heeft dat Israël “the right thing” zou doen met dit materiaal in zijn oorlogscampagne tegen Hamas.

Twee weken later doen de vijfduizend dode, vijftienduizend gewonde en een miljoen vluchtende Palestijnen de vraag stellen of Israël inderdaad “the right thing” doet.

Christelijk Zionisme

Wat drijft VS in hun schijnbaar onvoorwaardelijke steun voor Israël? Dé grootste factor is de invloedrijke Israël-lobby, waarbinnen het evangelische Christians United for Israel (CUFI) de grootste organisatie is, met meer dan tien miljoen leden verspreid over Amerika – van de Bible Belt tot de hoogste regionen van politieke macht in Washington. CUFI behoort tot een beweging binnen het evangelisch christendom die haar krachten bundelt voor Israël in het geloof dat God voor eeuwig het betwiste stuk land aan de Joden gaf, zoals kan gezien worden in de derde aflevering van VRT-reeks Evangelicals: from faith to power. CUFI verbindt zelfs Amerika’s welvaart aan deze steun: Israël zegenen brengt Gods zegen, het vervloeken brengt onheil.

Zij baseren dit geloof op Bijbelse passages waarin God het land als eeuwig bezit belooft aan de patriarch Abraham en zijn nageslacht. Volgens CUFI kunnen de Joden – allen afstammelingen van Abraham – dus nooit als bezetter gezien worden, want het is hun eigen land door Gods belofte. De wederopstanding van een Joodse staat na twee millennia van ballingschap is dan ook het miraculeuze bewijs dat Gods belofte ongebroken staat! Waren de Palestijnse christenen en moslims die eeuwenlang in het land woonden dan enkel pachters?

Anders dan de christenen van CUFI relativeerde Jezus himself nochtans het belang van het Beloofde Land. Hij sprak over een geestelijk koninkrijk dat overal aanwezig is waar mensen hun levens heroriënteren rond het zijne en waar zijn onderwijs in de praktijk gezet wordt, of het nu in het land Israël is of aan de einden der aarde. Jezus’ universele, hemelse koninkrijk, gekenmerkt door liefde voor vriend, vreemdeling en vijand, is van een andere orde dan het nationalistische, aardse koninkrijk dat CUFI’s onvoorwaardelijke steun krijgt.

Onvoorwaardelijke steun is echter een gevaarlijk gegeven, of het nu voor Israël of voor de Palestijnen is, of het nu christelijk, islamitisch, joods of niet-religieus gemotiveerd is. Het kan ons blind maken voor het lijden van anderen.

Al kunnen we moeilijk neutraal blijven in dit conflict, laat ons het vooral opnemen voor hen die de oneindige waarde van elk mensenleven voor ogen houden en de echte vijanden bestrijden: haat, ontmenselijking, machtslust, hebzucht, geweld, terreur, dood. Als christen durf ik daaraan toevoegen dat Jezus niet anders zou doen.

Laten we het opnemen voor de Israëliërs en Palestijnen die, net als Gandhi en Martin Luther King Jr., zich geweldloos verzetten tegen hun vijand. Zoals de Palestijnse ‘Tent of Nations’-boerderij waar Joden en Palestijnen samen gewelddadige kolonisten vreedzaam weerstaan door onder andere omgehakte boomgaarden te herbeplanten.

Of denk aan de Israëliërs en Palestijnen die, net als de barmhartige Samaritaan, offers brengen om een ‘vijand’ te redden. Zoals de Palestijns verpleger Awad Darawshe die vermoord werd nadat hij koos om op 7 oktober niet te vluchten voor de Hamas-militanten en in de plaats daarvan gewonde Joden verzorgde.

De huidige cyclus van geweld kent zijn eigen logica, die vreedzame initiatieven en humanitaire overwegingen verwerpt als hopeloos naïef. De reacties op VN-secretaris Guterres’ uitspraken onderstrepen dit. Zelfs het principe ‘oog om oog, tand om tand’, dat gewelddadige reacties binnen proporties houdt, is overboord gegooid. In het huidige opbod van geweld verdienen zij die vreedzaam strijden voor ieders menselijkheid daarom des te meer alle steun.

De wereld in verandering door de oorlog in Gaza

Origineel gepubliceerd op Joods actueel en in het Reformatorisch Dagblad.

Terwijl de oorlog tussen Israël en de Palestijnen voortduurt, duiken er toch een aantal vragen op. Het is algemeen bekend dat Hamas de staat Israël wil vernietigen en zijn volk voor eens en altijd uit het land wil verwijderen. De operatie van 7 oktober “Al-Aqsa Storm” noemen is bedoeld om de oorlog in een bredere, religieuze, islamitische context te plaatsen. Het gaat immers niet alleen over het politieke kader van de strijd. Hieronder staan zes concrete factoren die geopolitiek, religieus en psychologisch van aard zijn en mee hun invloed hebben op wat de gevolgen van deze oorlog kunnen zijn.

1. Het groeiende succes van de vredesgeprekken tussen Israël en een aantal islamitische landen

De aanval van Hamas op Israël probeert de dynamiek waaraan Israël zo hard heeft gewerkt om wederzijdse aanvaarding en relaties op te bouwen met een aantal van zijn Arabische buren in het “Nieuwe Midden-Oosten” te vernietigen.  Die onderhandelingen hadden als bijwerking dat de Arabische steun voor de Palestijnse zaak de afgelopen jaren, te beginnen met de Abraham-akkoorden die president Trump in 2020 tussen Israël, de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein heeft onderhandeld, op een laag pitje te zetten. Vandaag, met de normalisatie van de betrekkingen tussen Israël, Saoedi-Arabië en verschillende andere islamitische landen, zouden de Palestijnen hun relevantie snel kunnen zien verdwijnen.

Zoals het nu is, maken de nauwe banden van de Palestijnen met Iran hen geliefd bij slechts een paar andere Arabische landen, zoals Jemen en Syrië. Iran is een directe bedreiging voor Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en andere landen die met Israël samenwerken. Deze oorlog kan daar verandering in brengen.

2. De indruk van Israëlische zwakheid door politieke onrust

De diepe, aanhoudende en zeer openbare verdeeldheid binnen de Israëlische regering rond fundamentele bestuurskwesties wekte de indruk dat Israël niet in staat zou zijn om op een gecoördineerde of effectieve manier te reageren. De verdeeldheid werd door sommigen ervaren alsof ze tot diep in de leiding van de Israëlische defensiemacht (IDF) was doorgedrongen. Dat was tot op zekere hoogte waar, wat kan helpen verklaren hoe of waarom de IDF en de Israëlische inlichtingendienst verrast waren door de aanval.

3. De groeiende energieactiviteiten van Israël

De offshore-energie-industrie van Israël is een directe bedreiging geworden voor andere energieproducenten, met name Iran en Rusland. Beide landen worden bedreigd door de Israëlische energievoorziening. Het Tamar-platform van Israël, bijvoorbeeld, in de exclusieve economische zone van het land in de oostelijke Middellandse Zee, is een van de grootste aardgasproducerende faciliteiten geworden. Dat brengt ons meteen bij Iran en Rusland.

4. Iran heeft een oorlog nodig om de islamisten ook elders aan de macht te houden

Hier spelen meerdere factoren een rol. Ten eerste is Iran direct betrokken bij Hamas, de Palestijnse zaak en de oorlog die zojuist tegen Israël is begonnen. Intern hebben de geestelijken daar de Iraanse jeugd verloren, en dat weten ze. Net zoals de jongere generatie van Iran de revolutie begon, dreigt die nu ook zo te eindigen. Er is geen economische toekomst voor de Iraanse jongeren, en iedereen daar weet dat. De gedachte van de geestelijken is dat als de Iraanse jeugd wil vechten, ze hun woede van hen naar Israël moeten afleiden.

Extern wordt Iran ook bedreigd door de toenemende invloed van Israël in de regio en de islamitische wereld in het algemeen. Met noch de economische invloed noch de zachte macht om maar een paar regionale bondgenoten aan te trekken – buiten Jemen, Syrië en de Palestijnen – kan het alleen terreur, oorlog en dreiging bieden om relevant te blijven. Net als bij Hamas in Gaza, Hezbollah in Libanon en de Palestijnse Nationale Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever is oorlog de enige kaart die Teheran kan spelen.

5. Doel: lok Israël in een overreactie en beschadig zo zijn relaties

Dit punt spreekt over de tactiek van de invasie vanuit Gaza in de zuidelijke regio van Israël. Het doden en ontvoeren van jongeren is een tactische zet, niet zozeer een strategische. Het doel van deze aanval was niet om strategische communicatie te verstoren of de controle over belangrijke infrastructuur over te nemen. Integendeel, de slachting van honderden jongvolwassenen op een muziekfestival en de ontvoering van vrouwen en kinderen was bedoeld om een “overreactie” uit te lokken, althans naar Palestijnse normen, van de kant van de Israëli’s. De acties van de Palestijnen tot nu toe zijn niet geweest om Israël als natie te verslaan, maar hun doel is om Israël te verminderen in de ogen van hun regionale partners en de wereld, en om de anti-Israëlische sponsors van Hamas in Teheran en Moskou tevreden te stellen.

6. De huidige zwakte van Amerika

Het vrijgeven van 5,6 miljard dollar aan bevroren Iraanse olietegoeden door de regering-Biden aan Iran en het vrijlaten van vijf gedetineerden in de VS in ruil voor een paar gijzelaars is de meest recente demonstratie van zwakte in het Oval Office. Eerder al waren er de desastreuze terugtrekking van de regering-Biden uit Afghanistan in 2021, waardoor vele miljarden dollars aan militair materieel in handen van radicale islamisten achterbleven, de verhullende poging om een nieuwe nucleaire deal met Teheran te sluiten en de tweederangsbehandeling van de Amerikaanse regering door de Chinese communistische leiding die allemaal wijzen op strategische zwakte en een gebrek aan politieke wil in Washington.

Zoals het oude Arabische gezegde luidt: “Een vallende kameel trekt veel messen aan.” Vanuit het oogpunt van Teheran is dat precies hoe de regering-Biden eruit ziet. Het lanceren van de oorlog is een weddenschap van Teheran dat het nog meer macht en invloed zal krijgen in de regio. Vanuit het oogpunt van Moskou zou het vastzetten van de Verenigde Staten in een tweede oorlog het verder verzwakken, waardoor zowel de zaak van Rusland in Oekraïne als die van China in de regio Azië-Stille Oceaan zou worden geholpen.

Zullen Israël of de Verenigde Staten in staat zijn om de escalatie van de oorlog te voorkomen? Op dit moment is het onbekend, maar er zijn redenen om zowel twijfelachtig als hoopvol te zijn.

Écht stilstaan bij de gruwelen van de oorlog in Israël en Gaza

Origineel gepubliceerd op Knack.

Als ik tussen het maniakaal opvolgen van het nieuws uit het Midden-Oosten door even stilsta bij het menselijk leed zelf, wordt het mij snel véél te veel. Wat met de ontvoerde Israëlische baby’s die weet-ik-veel-waar in Gaza verstopt zijn? Worden zij vastgehouden en getroost tijdens de bombardementen of liggen ze ergens te krijsen om hun moeders, wachtend op hun dood? Wat met de Palestijn die na de ziekenhuisontploffing met de lichamelijke resten van zijn kinderen in een plastiek zakje rondliep? Heeft die man nog iemand van betekenis in zijn leven? Was die eigenlijk niet beter ook gewoon gestorven? Wat met mijn Libanese vrienden, die elke dag oorlog verwachten en klaar staan om met hun door angst geplaagde kinderen de bergen in te vluchten? Ik woon nu al enkele maanden niet meer in Libanon en weet niet wat ik voor hen doen kan, behalve bidden.

Ondertussen moet ik ook gewoon verder werken. Ik ondersteun mijn Libanese collega’s, nu vanuit België, in hun projecten om vrede te stichten tussen de gemeenschappen die elkaar verscheurden tijdens de Libanese burgeroorlog. Toen ik zojuist enkele interviews met politici over hun herinneringen aan de oorlog bewerkte, werd het mij weer even te veel. Zij beschrijven exact dezelfde gruwelen als we vandaag zien in Israël en Gaza.

Een hysterische vrouw die in het ziekenhuis toekomt met de uiteengereten lichamen van haar drie kinderen. Een hele klas 10-jarigen die hun benen verloren bij een bom op de speelplaats. Hoe kunnen mensen anderen of zichzelf zó ontmenselijken dat dit soort gruwelijke daden aanvaardbaar zijn, een plicht zelfs?

Toen ik op het punt stond om met mijn gezin naar Libanon te trekken ontmoette ik een Syrische christen die net in België was toegekomen met haar kinderen. Ze waren door een speciale overheidsoperatie naar hier gebracht nadat ze hun vader voor hun ogen hadden zien doden door leden van IS.

Ik heb toen thuis op bed gelegen en geweend, ik beeldde me in dat dergelijke gruwelen ook met ons zouden kunnen gebeuren, hoe stabiel Libanon op dat moment ook leek. En zoals we vandaag zien, kan de status quo snel veranderen in het Midden-Oosten.

In België worden we amper met de kwetsbaarheid van het leven geconfronteerd. We zijn experts in ons eigen leventje te leiden, tot er met onszelf of met een dierbare iets ergs voorvalt. Dan stort onze wereld plots in. Maar anders gaan we gewoon door en negeren we de miserie rondom ons door elders te kijken. Of we kijken even, zeggen “da’s toch erg hé,” en gaan dan weer voort. De honderdduizenden gevallen van individueel lijden in het Midden-Oosten toveren we ook gewoon om tot statistieken waarmee we onze gepolariseerde cultuuroorlogen voeren.

Laat ons wat meer stilstaan bij elk cijfer, elk verhaal, elk gezicht. Kiezen om écht stil te staan bij het leed van zowel Palestijnen als Israëli’s. Stil zijn en onze verbeelding gebruiken. Het zal pijn doen. We zullen hard geraakt worden. Maar het zal ons méér mens maken. We zullen er ook minder hard door worden in onze eigen cultuuroorlogen. En we zullen voorkomen dat we zelf ooit op het punt komen waar gruwelijke daden tegen ‘de ander’ aanvaardbaar worden, of een plicht.

‘De groene prins’: ex-Hamas-strijder voorspelde reeds in 2021 wat zou gebeuren

Origineel gepubliceerd op Doorbraak.

Na de Israëlische evacuatieoproepen aan de burgerbevolking van de Gazastrook zijn volgens het VN-agentschap dat zich ontfermt over Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) meer dan een miljoen Palestijnen naar het zuiden van Gaza getrokken. De Israëli’s hebben immers aangekondigd dat ze Gaza stad in het noorden zullen aanvallen om het centrum van de operaties van terreurorganisatie Hamas daar te vernietigen. Het is natuurlijk niet voor het eerst dat Israël Palestijnen gedwongen heeft om te verhuizen. Anderzijds, de geschiedenis heeft ook aangetoond dat Israël vele pogingen heeft gedaan om vreedzaam met de Palestijnen samen te leven. Onder andere door hen meerdere keren onafhankelijkheid aan te bieden. Het meest bekend zijn bijvoorbeeld via de Oslo-akkoorden in 1993 en de Camp David-top in 2000. Bovendien heeft Israël in 2005 eenzijdig elke militaire of civiele aanwezigheid uit Gaza teruggetrokken waardoor de Palestijnen de afgelopen 18 jaar de controle over dat gebied hebben gekregen. Maar dat dit niet tot vrede heeft geleid hebben we afgelopen week op dramatische wijze gezien. En dat heeft helaas veel onschuldige Israëliërs en Palestijnen het leven gekost, en nog veel meer zijn er gewond geraakt tijdens de gevechten tussen Hamas en Israël. Een fundamenteel verschil tussen Hamas en Israël daarbij is dat Hamas opzettelijk onschuldige Israëlische burgers viseert en er geen probleem mee heeft zelfs eigen burgers in gevaar te brengen. En dat wordt door hun eigen achterban ook niet steeds gewaardeerd.

‘Zoon van Hamas’

Eén voorbeeld daarvan is Mosab Hassan Yousef, bijgenaamd ‘The Green Prince’. Mosab is de zoon van Sheikh Hassan Yousef, een van de oprichters van Hamas. Zijn levensloop leest als een Hollywoodthriller – van terreurmilitant tot spion en redder van levens van ‘de vijand’. In 2010 schreef hij zijn autobiografie ‘Son of Hamas’, en in 2014 werd een documentaire ‘The Green Prince’ over hem gemaakt. Vader Sheikh Yousef spendeerde bijna een derde van zijn leven in Israëlische gevangenissen en wordt beschouwd als een van de spirituele leiders van de terreurbeweging.

Toen zoon Yousef opgroeide in Ramallah, wilde hij ook strijder worden omdat dat volgens hem was wat er van Palestijnse kinderen op de Westelijke Jordaanoever werd verwacht. Hij werd voor het eerst gearresteerd toen hij tien was, tijdens de eerste Intifada, voor het gooien van stenen naar Israëlische kolonisten. Verder belandde hij talloze keren in gevangenissen. Als oudste zoon van zijn vader werd hij gezien als zijn vermoedelijke erfgenaam, en had directe contacten met de andere hoogste Palestijnse leiders.

Yousef zei dat hij het licht zag tijdens een periode in de Israëlische Megiddo-gevangenis in het midden van de jaren 1990. Daar zag hij hoe Hamas-gevangenen een brutale campagne leidden om vermeende Israëlische collaborateurs in hun midden uit te roeien. “Gedurende die tijd martelde en doodde Hamas honderden van haar eigen mensen,” zei hij, gedetailleerd schrijvend over naalden die onder vingernagels werden ingebracht en lichamen die werden verkoold met brandend plastic. Of ze schuldig waren of niet… “Maar ik zal hun geschreeuw nooit vergeten”, vervolgde hij. “Ik begon mezelf af te vragen: wat als Hamas erin zal slagen Israël te vernietigen en een staat op te bouwen? Zullen ze ons volk ook op deze manier vernietigen?” 

Spion voor Shin Bet

Hij besloot een aanbod te accepteren van Shin Bet, de Israëlische veiligheidsdienst, om informant te worden. Vanaf toen (1997) werd Yousef beschouwd als de meest betrouwbare bron van de Shin Bet in de Hamas-leiding. De inlichtingen die hij aan Israël leverde leidden tot de ontmaskering van vele Hamas-cellen en het redden van vele mensenlevens. Hij stelde dat hij dit gevaarlijke werk niet deed voor geld, maar dat zijn motivaties eerder ideologisch en religieus waren en dat hij alleen levens wilde redden. Zijn religieuze motivatie kreeg volgens zijn eigen verhaal vorm toen hij in 1999 een Britse zendeling ontmoette die hem introduceerde in het christendom. Tussen de jaren 1999 en 2000 omarmde Yousef geleidelijk het christendom. In 2005 werd hij in het geheim gedoopt in Tel Aviv door een onbekende christelijke toerist. Hij verliet de Westelijke Jordaanoever voor de Verenigde Staten in 2007, waar hij asiel kreeg, en woonde enige tijd in San Diego, Californië, waar hij lid werd van de Barabbas Road Church. Hij haalde zich uiteraard, als ‘verrader’, de haat op zijn nek van zijn familie en volk, en Al Quaeda sprak een doodvonnis over hem uit. Ondanks de constante doodsbedreigingen vertelt hij zijn mening over Hamas ongezouten en onbevreesd voor vele tv-stations, zelfs voor de VN.

De informatie die Yousef verstrekte, voorkwam tientallen zelfmoordaanslagen en  moorden op Israëli’s en hielp Israël bij de jacht op vele militanten. Hij ging daarbij zelfs zo ver in tegen de Hamas beweging dat hij in 2021 in een vraaggesprek met dagblad New York Post verklaarde dat Israël Hamas een lesje moest leren door zijn leiders simpelweg te doden. Gezien de situatie van vandaag was dat een wel ver vooruitziende blik op wat nog zou volgen. In 2021 dus al stelde hij: “De volgende keer, voordat je burgers van beide kanten in een bloedbad betrekt, moet je duizend keer nadenken,” zei hij. “Hoewel het vermoorden van de Hamas-leiders niet zal leiden tot de directe vernietiging van de terreurgroep, zal het afhakken van de kop van de slang er wel voor zorgen dat Hamas eindelijk eens verantwoordelijk wordt gehouden”.

Hamasleiders: in veilige bunkers

Hij beschuldigt de leiding van Hamas – onder wie zijn vader – ervan veilig weggedoken te zitten in ondergrondse bunkers, terwijl ze de dood van de gewone ’bovengrondse’ Palestijnen gebruiken om propagandapunten te scoren. “Honderden kinderen hebben de prijs al betaald. Dit soort mensen mag niet wegkomen met wat ze hebben gedaan. Ze zouden zich geen dag veilig moeten voelen. Hamas haat Israël meer dan dat zij van hun eigen kinderen houden.”

Mosab stelt in de New York Post verder dat de populariteit van Hamas in Gaza sterk overdreven is. “De stilte van de meerderheid van Gaza is niet omdat ze Hamas steunen, maar omdat ze bang zijn voor Hamas.” Volgens Mosab leven de mensen in Gaza in angst omdat “Hamas regeert met het zwaard. Als je Hamas tegenwerkt, zullen ze je neerschieten of je onmiddellijk ophangen.”

Hamas ontmenselijkt zichzelf met hun demonische daad. En toch mogen wij ze niet ook nog eens ontmenselijken

Origineel gepubliceerd in De Morgen.

Na de gewelddadige inval van Hamas militanten op zaterdag 7 oktober in Israël werden verscheidene kinderen en baby’s dood teruggevonden in bebloede kinderkamers. Kleine spruiten die op gruwelijke wijze vermoord werden. Wij moderne mensen hebben de taal niet om dit passend te beschrijven. ‘Demonisch’ komt in de buurt.

Hamas is een islamitische verzetsbeweging opgericht om Palestina te bevrijden van “het zionistische project”. Volgens het handvest van Hamas is haar referentiekader hiervoor “de islam, die haar principes, doelstellingen en middelen bepaalt.” Is wat we vorige zaterdag zagen dan het ‘ware gezicht’ van de islam?

Islamitische identiteiten

Ik woonde vijf jaar in Libanon onder islamitische Libanezen en Syriërs. De gastvrijheid die ik onder hen ervoer heb ik nooit gekend in eigen land. De Syriërs hadden zelf enorm geleden onder IS, dé radicaalislamitische beweging bij uitstek. Met walging verwierpen ze deze groep, die berucht is voor haar wreedheden.

Ook ontmoette ik in Libanon islamitische imams en geleerden die zich met christelijke priesters en theologen inzetten voor verzoening tussen hun gemeenschappen. Zij volgden het voorbeeld van de Jordaanse prins Ghazi met zijn ‘A Common Word’-brief aan ‘s werelds christenen, ondertekend door 138 vooraanstaande moslims, onder andere de grootmoefti’s van Egypte, Syrië, Jordanië, Oman en Istanbul. Ze presenteert de islam als eveneens gegrondvest op Jezus’ twee grootste geboden: God en je naaste liefhebben.

Hadden al deze vriendelijke en vredelievende moslims de islam dan compleet verkeerd begrepen? 

Islam is te divers om zich door één beweging te laten vatten. De Koran kent een diversiteit aan teksten, van verzoenend tot gewelddadig, en leent zich tot een verscheidenheid aan interpretaties, van die van prins Ghazi tot die van IS. De vraag of IS en Hamas echt islamitisch zijn is trouwens aan moslims om te oordelen, niet aan buitenstaanders. Ik weet echter wél wie ik steun in deze strijd om de ‘ziel van de islam.’ En de vele veroordelingen van IS door moslimgeleerden suggereert dat de meerderheid hen niet als de ‘ware’ islam beschouwt.

Waarom keren sommigen zich dan tot dergelijke gruwelijke versies van de islam, tot een jihad van haat en terreur?

Radicaal islamisme gedijt op plaatsen waar onrecht, chaos en wanhoop heersen. Al-Qaeda ontstond tijdens de sovjetbezetting van Afghanistan. Hezbollah ontstond onder Israëlische bezetting van Libanon. IS ontstond onder Amerikaanse bezetting van Irak en groeide tijdens de Syrische burgeroorlog. En Hamas ontstond onder Israëlische bezetting van Palestina.

Een jihad van liefde

Niets vergoelijkt terreur. De Hamas moordenaars van die baby’s ontmenselijkten zichzelf met hun demonische daad. En toch mogen wij ze niet ook nog eens ontmenselijken in onze ogen. “Dan verlaag je je tot zijn niveau,” schreef Mohamed El Bachiri in Een jihad van liefde over de IS-terrorist die zijn vrouw doodde bij de aanslagen in Brussel. “Dat is ook een broeder, maar een broeder die een verkeerd pad heeft gekozen.” Na de nieuwe aanslag in Brussel is dit helaas ook in België opnieuw relevant.

Al is ‘een verkeerd pad’ heel licht uitgedrukt, de attitude is juist: we moeten proberen te begrijpen wat de Hamas-militanten leidde tot deze gruwelen, we moeten er alles aan doen om het onderliggende onrecht aan te pakken, we moeten dit kwaad veroordelen en bestrijden, maar zonder ze te ontmenselijken. Wat hen bezielde is demonisch, maar het blijven mensen.

Ondertussen straft Israël Gaza collectief door onophoudelijke, vernietigende bombardementen en een blokkade van water, voedsel, elektriciteit en brandstof. Meer dan 700 Palestijnse kinderen en baby’s werden al gedood. Wanneer de Israëlische minister van defensie zegt dat Israël “tegen menselijke dieren vecht en navenant handelt,” dan gaat de cyclus van demonische ontmenselijking en terreur gewoon verder.

Zowel Hamas als Israël moeten zich afvragen hoe ze onrecht en terrorisme kunnen bestrijden op een rechtvaardige manier. Ze moeten zich afvragen hoe ze zelf de cyclus van geweld in stand houden met terroristische tactieken en oorlogsmisdaden. Hamas kan wat leren uit een studie van 323 gewelddadige en geweldloze verzetsbewegingen die aantoont dat de laatste veel meer kans op slagen hebben. En Israël moet lessen trekken uit een studie van 648 terreurgroeperingen, die besluit dat maar 19% van terroristische opstanden gestopt werd door bruut militair geweld. Diezelfde studie toont trouwens ook aan dat religieus-geïnspireerde terreur, zoals die van Hamas, amper kans maakt op slagen.

Zullen Hamas en Israël kunnen weerstaan aan de demonen die hen proberen te verleiden tot meer onmenselijke en ontmenselijkende agressie? Zullen ze kunnen kiezen voor een jihad van liefde, hoe moeilijk die weg ook is? De collectieve toekomst van Israëli’s en Palestijnen hangt er van af.

De oorlog in Gaza: “oh zo makkelijk om vanuit onze veilige stoel kritiek te hebben”

Origineel gepubliceerd op Joods Actueel.

Het nieuws blijft ons bestoken met berichten over Israël en Hamas, en terecht: dit conflict is véél breder dan het Midden-Oosten, en kan wereldwijde, ingrijpende en langdurige gevolgen hebben. Twee culturen en wereldvisies botsen tegen elkaar, twee religies en politieke systemen. Zonder doembeelden te verspreiden, maar dit conflict heeft het potentieel om de vonk te zijn voor een derde wereldoorlog. Israël heeft nucleaire wapens, en Iran ook bijna. Dat alles doet de vraag rijzen met wie we moeten sympathiseren in onze berichtgeving. Een moeilijke vraag…, of: een valse vraag?

Ach, in een ‘normale’ wereld zou je evenveel met alle lijdenden aan beide kanten moeten meeleven, maar wie is hier de grootste boosdoener en wie lijdt het meest? Het is een zeer mooie, menselijke neiging om te sympathiseren met de underdog, maar een underdog heeft niet per definitie gelijk. Je kan oprecht sympathiseren met de Palestijnse zaak en hun lijdende volk, maar er zijn hier twee underdogs tegenover elkaar. In de media woedt haast een even felle oorlog om de perceptie, en wie de heftigste beelden van bebloede kinderen kan posten, kan de meeste verontwaardiging oproepen. Een pijnlijk opbod.

Het Israëlische leger is een modern leger dat, overeenkomstig de conventie van Genève, probeert alleen militaire doelwitten te treffen, ook al worden ongetwijfeld veel onschuldige burgers mee geraakt. Maar Hamas doet niet eens een poging daartoe, heeft niet eens die intentie: 260 jongeren op een festival, afgeslachte baby’s in een nederzetting… Het is blinde terreur, om opzettelijk zoveel mogelijk collateral damage aan te richten. Wordt Israël constant aangeklaagd voor mensenrechtenschendingen? Elke mistoestand en fout mag benoemd worden, als maar dezelfde lat zou gehanteerd worden voor de andere partij. Er bestaat sowieso geen ‘objectieve meetlat’, laten we dus maar voorzichtig zijn in ons oordeel.

Israël is een democratie naar westers model – die net als elke democratie worstelt met tal van interne spanningen – , wat je nauwelijks van de Arabische buurlanden kan zeggen, en zeker niet van de Gazastrook. Hamas is een regelrechte dictatuur, die geen kritiek toelaat, geen vrije meningsuiting of vrije pers. Mensen die verdacht worden van collaboratie met Israël worden zonder vorm van proces en op brute wijze gelyncht op straat: zelfs als het een loos gerucht is. Hamas terroriseert en gijzelt haar eigen bevolking: als er massa’s doden vallen, is dat voor hen geen enkel probleem: ze zijn helden en martelaren en zullen in het paradijs beloond worden met 70 maagden. En de families krijgen duizenden dollars ‘beloning’, aanlokkelijk voor wie echt arm is. En als er kinderen gedood worden, is dat nog beter voor de beeldvorming om sympathie op te wekken in de wereldpers. Het klinkt cynisch, maar de meeste oorlogen, ook in de media, worden vuil gespeeld. Laten we niet naïef zijn.

Corruptie

In Israël mag en kan je openlijk protesteren tegen de premier en de regering en hun te harde politiek, zonder in de gevangenis gegooid te worden; in Gaza niets daarvan. Geen transparantie, noch in politiek noch in financiën. De corruptie onder Palestijnse leiders is alom bekend: Yasser Arafat heeft ooit 900 miljoen aan ‘hulpfondsen’ naar zijn eigen rekeningen doorgesluisd – in 2003 door het IMF bevestigd. Zijn vrouw die in Parijs woonde, kreeg maandelijks 1,27 miljoen euro van een Zwitserse bankrekening, en bij Arafats dood bleek ze 1,3 miljard te erven. Waarom de Palestijnse bevolking arm is…?

Het jarenlange wantrouwen van Israël tegenover Hamas – en Iran – blijkt helaas geen ‘oorlogsretoriek’ van enkele haviken, maar gerechtvaardigd: deze aanval was zeer zorgvuldig en systematisch gepland en georganiseerd. Alle energie van de Hamasleiders gaat uit naar oorlog, niet naar het opbouwen van hun eigen land. Hamas wil officieel geen vrede: het doet zelfs niet alsof! Het wil het hele land, álles. Er is geen compromis mogelijk; vreedzaam sámenleven kan voor hen niet. Israël is ‘de kleine satan’, geholpen door Amerika, ‘de grote satan’. Tja, met satan onderhandel je niet, hé? Hoe moet je als democratie met zo’n vijand omgaan die aan je grenzen op je uitroeiing uit is? Begripvol, inlevend…? Het is oh zo gemakkelijk voor ons om vanuit onze comfortabele zetel, op duizenden kilometers afstand van de bommenregen een moreel oordeel uit te spreken over de harde aanpak van Israël…

Je moet het hele conflict ook in breder perspectief zien: op het terrein zelf is Gaza uiteraard de underdog, in aantallen en militaire sterkte. Maar als we even uitzoomen, zien we Israël in het Midden-Oosten als een miniem joods landje, compleet omgeven door Arabische landen die stuk voor stuk meegevochten hebben in een rij van verbeten oorlogen om Israël van de kaart te vegen (1948, 1956, 1967, 1973). Van de hele regio heeft Israël 0,3% van de oppervlakte: waarom wordt het als ‘de boze agressor’ afgeschilderd? In 26 landen is de islam staatsgodsdienst, en in nog eens 24 landen is ze de meerderheid; het jodendom heeft één klein landje voor zichzelf: moet dat echt nog afgepakt worden? 0,2% van de wereldbevolking is joods tegenover 20% islamitisch: één tegen honderd. Wie is hier de bedreigende partij, wie de underdog? Wie is David en wie Goliath? Hezbollah in Zuid-Libanon, ook aangestuurd door Iran, heeft trouwens nog eens 100.000 raketten klaar liggen: een klein detail, hé.

Respectvol

Israël heeft nooit oorlog gezocht met één van de buurlanden. Het heeft geen enkele imperialistische agenda: de joden willen enkel graag hun eigen land terug dat ze vroeger, al 3000 jaar geleden, hadden. Israël gaat respectvol om met alle Arabieren die vreedzaam met hen willen samenleven. 21% van de eigen bevolking is Arabisch. Er zijn meerdere Arabische politieke partijen, waarvan één in 1999 5 zetels in de Knesset haalde en in 2021 mee in de regering zetelde. In Jeruzalem zelf – ik ben er tweemaal geweest – klinken vijfmaal per dag alle minaretten: een hogere graad van religieuze tolerantie dan wij hier in België.

Decennia van eenzijdige berichtgeving in westerse media heeft de Palestijnse leiders moreel gesterkt in hun strijd. Maar je kan met dit conflict niet omgaan alsof het gelijke partijen zijn, alsof er evenveel geweld en schuld is aan beide kanten, alsof ze beiden even hard vrede willen. We kunnen onmogelijk doen alsof de Palestijnen ‘geen andere keus’ hadden. De haat in Gaza is er van kinds af aan in gepompt en wordt dagelijks aangewakkerd: de enige taal die Hamas kent is die van geweld, en alle schuld voor de problemen ligt ‘bij die anderen daar’. Het gigantische hek rond Gaza was er in het begin helemaal niet: het is pas in 2019, na onophoudelijke aanvallen, dat Israël dit gebouwd heeft. Wat is de kip en wat het ei? De Palestijnse bevolking is vooral slachtoffer van hun eigen leiders, die op hun beurt marionetten zijn van machten in de buurlanden. De aanval van Hamas was een wanhoopsdaad, zonder enige kans op succes: hoogstens om weer de aandacht krijgen in de internationale pers of om het kruitvat grondig te laten ontploffen, maar dat lijkt toch zwaar tégen hen uit te draaien. Wat een nutteloze verkwisting van mensenlevens!

Dit is geen pleidooi voor een eenzijdige pro-Israël berichtgeving, maar: als de schendingen van mensenrechten door de Palestijnen evenveel zouden aangeklaagd worden, zou het beeld in de media er al heel anders uitzien. En: als wij door al onze buurlanden non-stop met de dood bedreigd zouden worden, hoe vreedzaam zouden wij reageren? Het is oh zo gemakkelijk om vanuit onze veilige bureaustoel kritiek te hebben. We mogen oprecht het beste voor iedereen op het oog hebben. Ik ben by the way ook voorstander van voedselhulp aan Gaza. Onze sympathie mag naar beide evenveel uitgaan. We hoeven ons niet tot één kamp te laten dwingen.

‘Is er nog hoop voor Israël en Palestina?’

Origineel gepubliceerd op Knack.

Zaterdagochtend kwam het huiveringwekkende nieuws dat dozijnen Hamas-militanten Israël waren binnengedrongen vanuit Gaza, onder dekking van zwaar raketvuur. Filmpjes op sociale media tonen hoe de militanten vrij rondtrokken in Israëlische dorpen en burgers en militairen doodschoten of kidnapten. Deze Hamas operatie is ongezien, zowel in omvang als succes. Meer dan 700 Israëli’s en buitenlanders werden vermoord, vermoedelijk honderd gekidnapt en verschillende Israëlische dorpen vielen tijdelijk in Arabische handen.

Al snel kwam het verbolgen en krachtdadig antwoord van Israël, dat een staat van oorlog afkondigde, doelwitten in de Gazastrook bombardeerde en een grondoffensief voorbereidt. Zowel in Gaza als in Israël loopt de dodentol op. Zelfs als deze escalatie kan ingeperkt worden, zal ze nog heel lang nazinderen. Maar ze kan ook tot een catastrofale regionale oorlog leiden, waarbij Hezbollah en andere door Iran gesteunde milities in Libanon, Syrië en Irak de strijd zouden vervoegen.

Conflictdiscours

Israëlisch premier Netanyahu verwees op zaterdagnamiddag naar de “terroristen” die Israël waren binnengedrongen en daar “een moorddadige verrassingsaanval” op onschuldige burgers uitvoerden. Hamas-leiders al-Arouri en Deif spraken dan weer over “een strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid” tegen de Israëlische “terreur van kolonisten en bezettingstroepen.”

Vanzelfsprekend zien Israëli’s en Palestijnen de gruwelijke gebeurtenissen van zaterdag in een ander licht. Niet dat ze allemaal ongenuanceerd de kijk van hun leiders delen, maar de verschillen zijn niettemin diepgaand en schijnbaar onoverkomelijk, algemeen genomen. De hele voorgeschiedenis van het huidige geweld wordt namelijk betwist van begin tot einde.

Langs Israëlische zijde begint het verhaal, zo niet met God die het land aan Abraham en zijn nakomelingen belooft, dan met de eeuwenoude koninkrijken Israël en Juda. Nadat Rome de joden uit het Beloofde Land verbande, volgden tweeduizend jaren van vernederende ballingschap en gruwelijke vervolging. Antisemitisme, pogroms en bovenal de Holocaust leerden dat de joden hun eigen staat nodig hebben om zichzelf te beschermen. Pionierende migranten keerden terug naar het land van hun voorouders, kochten het geleidelijk aan over van Arabieren en deden de woestijn bloeien. Wanneer ze de staat Israël oprichtten in 1948, vielen de omringende Arabische landen haar aan. Het kleine Israël won miraculeus en bouwde een welvarende, democratische staat te midden van falende, tirannieke regimes die het land van de kaart willen vegen.

De Palestijnse versie van dezelfde geschiedenis klinkt heel anders. Zij vertellen dat Arabieren al lang voor de Islamietische veroveringen aanwezig waren in Palestina en er steeds een sterke band mee onderhielden, ondanks de vele veroveraars en oorlogen. Onder Ottomaanse onderdrukking ontwikkelde zich een specifiek Palestijns nationalisme, met een eigen cultuur en taal. Wanneer joden in groten getale naar het land immigreerden, ontvingen de Palestijnen hen initieel met Midden-Oosterse gastvrijheid. Toen echter duidelijk werd dat Groot-Brittannië het land aan de joden had beloofd, verzetten de Palestijnen zich hiertegen. Hun opstand werd door Groot-Brittannië wreedaardig neergeslagen, waardoor ze nadien kansloos waren tegen het door het westen gesteunde joodse leger in 1948. Israël verdreef honderdduizenden Palestijnen, stal hun land en zet dit beleid tot de dag van vandaag voort.

Één conflict, twee geschiedenissen

De hamvraag is natuurlijk: wie heeft gelijk? Wiens strijd is rechtvaardig? Wat je daarop antwoordt zal sterk bepalen naar welke kant je sympathieën toe neigen. Het is echter een misleidende vraag. Beide versies van de geschiedenis bevatten historische feiten maar zijn ook bewust selectief. Zowel Israëli’s als Palestijnen leggen verschillende klemtonen om zichzelf op te werpen als helden of slachtoffers en de anderen als volkenmoordenaars en onderdrukkers. En zo wordt het conflict in stand gehouden.

Hebben beide partijen dan evenveel gelijk, dragen ze evenveel schuld en verantwoordelijkheid, ervaren ze evenveel onrecht? Zeker en vast niet! Zou een objectiever perspectief dan niet kunnen bijdragen aan een vreedzame oplossing van het conflict, door precies aan te duiden wie waarvoor schuld treft, wie waar recht op heeft? Alhoewel menig historicus reeds een poging waagde, lijkt een consensus even onwaarschijnlijk als een vreedzame oplossing voor het conflict.

Is er dan nog hoop? Bitter weinig, lijkt het. De komende dagen, weken en misschien maanden zullen dood en verderf heersen in Israël en Gaza. Dit zal langs beide kanten gerechtvaardigd worden door verwijzingen naar concreet hedendaags lijden geïnterpreteerd door de lens van hopeloos onverzoenbare historische perspectieven.

Al jaren werken kleine grassroots organisaties zoals het Israëlisch-Palestijnse Musalaha voor verzoening in hun gebroken land. Ze brengen Israëli’s en Palestijnen samen om naar elkaars tegenstrijdige geschiedenissen en verhalen te luisteren. Onder ervaren begeleiding leren deze mensen hun eigen perspectief kritisch te bekijken en dat van de ‘vijand’ te begrijpen en te respecteren, zonder per se akkoord te gaan. Omdat het veel moeilijker is om iemand te haten wanneer je hem begrijpt, ontstaan er op deze manier regelmatig onwaarschijnlijke vriendschappen tussen Israëli’s en Palestijnen.

Dit werk is er echter één van heel lange adem en met weinig kans op slagen. De fysieke barrières tussen de twee volkeren zorgen dat er weinig kansen zijn op betekenisvolle ontmoetingen en de gruwelen van zaterdag en de nasleep ervan versterken alleen maar de onverzoenbare perspectieven. Toch moeten de kleine lichtpunten van vrede dierbaar gekoesterd worden in de vernietigende duisternis die het land omhult. Er is hoop, vrede is mogelijk, verzoening kan. Ook tussen Israëli’s en Palestijnen.

‘Godvergeten’: een molensteen om de hals van de kerk

Origineel gepubliceerd in De Morgen

Het seksuele misbruik in de kerk is al lang en algemeen bekend. En toch sloeg de vierdelige VRT-reportage Godvergeten in als een bom. Eindelijk plakken er gezichten op de tragische statistieken en hangen er concrete verhalen aan vast. Het gaat om Vlamingen zoals u en ik, om dorpen en parochies als de uwe en de mijne. Het had evengoed een vriend of een familielid kunnen overvallen – en misschien was dat ook zo.

De reeks laat een mengeling van droevig medeleven, diepe verontwaardiging en rechtvaardige woede achter. Onze verbolgenheid is echter niet zozeer gericht op de individuele priesters en paters – die zijn toch anoniem of onbereikbaar – maar op het systeem dat dit mogelijk heeft gemaakt, het instituut dat we elke dag kruisen wanneer we omhoogkijken naar de alomtegenwoordige kerken, basilieken en kathedralen in ons land. De kerk leidde deze zedendelinquenten op, huisvestte ze en stelde ze tewerk, en hield ze nadien de hand boven het hoofd wanneer hun slachtoffers de mond durfden te openen.

ONDERZOEKSCOMMISSIE

Had de kerk dan niet naar haar eigen stichter geluisterd? “Wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was.” Als iemand die een kind geestelijk doet struikelen, laat staan seksueel misbruikt, erger verdient dan een gruwelijke verdrinkingsdood, waar was de kerk dan mee bezig wanneer ze het ene na het andere geval van misbruik in de doofpot stak?

Hield de kerk dan meer van de macht die ze over de millennia heen verworven had dan van de schapen die ze hoorde te hoeden? “Het is van kapitaal belang dat er een einde komt aan de hypocrisie”, sprak de zus van een slachtoffer in Godvergeten. De kerk komt over als “witgepleisterde graven, die vanbuiten wel mooi lijken, maar vanbinnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid”, zoals Jezus de toenmalige hypocriete religieuze leiders berispte.

Is er wel nog plaats voor de kerk in onze maatschappij? Het aantal ontdopingen is enorm toegenomen sinds de eerste aflevering van Godvergeten, en de legitimiteit van overheidssubsidies voor de kerk wordt opnieuw ter discussie gesteld. Er blijft in elk geval niet veel over van de geloofwaardigheid van de kerk na eeuwen van hegemonie. Zelfs cd&v steunt de voorgestelde parlementaire onderzoekscommissie.

Als de kerk haar eigen schandalen wil overleven en opnieuw relevant wil zijn in onze moderne maatschappij, als ze weer priesters als Daens en paters als Damiaan wil voortbrengen, dan zal ze moeten afstappen van de illusie van haar machtspositie en moet ze terugkeren naar het onderwijs van haar stichter: “Wie zich dan zal vernederen als dit kind, die is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen.”

BEWUST KLEINER

De kerk moet zelf opnieuw kinderlijk worden in plaats van kinderen te misbruiken. Ze moet leren van haar kleine slachtoffers om zelf opnieuw klein – nederig en eenvoudig – te worden. Ze moet zichzelf kwetsbaar opstellen in plaats van andermans kwetsbaarheid te misbruiken. Ze moet opnieuw leren zichzelf op te offeren voor anderen. Ze moet niet alleen haar zonden belijden maar ook voorkomen dat ze telkens hervalt.

Kortom, de cultuur van geheimhouding en machtsmisbruik moet omgevormd worden tot een cultuur van nederig luisteren en dienstbaarheid. De kerk zelf moet meer lokaal en gedecentraliseerd worden, en misschien ook bewust kleiner. Snoeien en dood hout wegwerken is een gezond proces en kan op termijn voor méér impact zorgen in de grassroots. Maar daarvoor moet de relatie met Rome misschien wat losser, de hiërarchie wat minder strikt. In hoeverre dat mogelijk is, is een andere vraag.

Maar de kerk als instituut kan zeker veranderen. Ze kent nog vele krachten ten goede, vele priesters, bisschoppen en gemeenschappen die even verafschuwd zijn door de schandalen als u en ik, die bovendien mee de schuldenlast dragen door associatie, en die er nog iets proberen aan te doen ook. Zoals priester Rik Devillé, die al jaren strijdt voor slachtoffers van misbruik, of de oecumenische kloostergemeenschap Taizé in Frankrijk, waar de paters een wekelijkse open discussie houden met de vele jonge pelgrims over seksueel misbruik.

Maar als het de kerk niet lukt om terug te keren naar haar grondslagen, dan verdient ze misschien toch die molensteen.