Dat onze samenleving onvoorstelbaar snel evolueert is haast een dooddoener. Ik, prille zeventiger, kende nog de tijd dat de computer een zalenbreed toestel was dat je alleen kende van de verhalen van Cape Canaveral en het Kennedy Space Center en tot minder in staat was dan mijn smartwatch van vandaag. Over smartwatchen gesproken: ook dat waren slechts droomdingen waarover SF-schrijvers droomden.
Ik herinner me zelfs nog dat mijn ouders hun eerste auto kochten, en als ik nu daarop terugblik zie ik een vehikel dat met pleisters aaneen leek te hangen en ook zo bewoog (ja, het was een Oost-Europees geval, maar toch).
Anderzijds, het was nog de goede oude tijd (ja, lach maar). Mensen praatten nog met elkaar in plaats van met toestelletjes, gezinnen hingen (meestal) nog aaneen in plaats van te bestaan uit losse persoonlijkheden die zelfs aan de eettafel aan het gamen zijn. De naam Orwell verwees nog gewoon naar een literatuurschrijver in plaats van naar een dystopische realiteit.
Ergens zijn er in het bonte tapijt dat deze wereld geworden is weeffouten binnengeslopen. Ergens zijn er schaduwen over de samenleving geworpen die langzaam donkerder worden. Ergens is de indruk ontstaan dat het groene monster van de wetenschappelijke, technische en informatieve vooruitgang, het diepere menselijke wezen kapot aan het vreten is. Maar weet je, dat monster bestaat al eeuwen, neen millenia… alleen groeit en stoeit het vandaag sneller dan ooit tevoren, vrijer dan ooit tevoren.
Sommige ideeën hebben een couveuse nodig. Ik bedoel: een periode van overweging, van aftoetsing of en hoe dingen en ideeën kunnen losgelaten worden op de maatschappij. Want eens vrijgelaten, lijken sommige ervan op een slang: die kruipt ook nooit terug in haar ooit afgeworpen huid. Denk bijvoorbeeld aan wat er vandaag allemaal speelt rondom Artificiële Intelligentie: met zijn eindeloze kansen maar even eindeloze gevaren. Is een couveusetijd hier niet op zijn plaats? Denk aan het onopvallende afsterven van religies en van geestelijke begrippen en hun vervanging door het gelaïciseerd functioneel vrijbuitersgedrag dat ervoor in de plaats is gekomen. Is het ontbreken van een tijd in een couveuse hier niet de oorzaak van veel wat de laatste decennia is misgelopen op het vlak van bijvoorbeeld leven en dood, grenzeloosheid van promiscue, digitaal en egocentrisch gedrag, steeds extremere polarisering in de publieke arena, enzovoort?
En hoe meer we blootgesteld worden aan allerlei sociale en existentiële uitwassen, hoe dikker de schil rond het hart van de mensen aangroeit. En hoe meer mensen op zoek blijven gaan naar transcendentie, naar wat henzelf en de wereld overstijgt.
De magnetron versus de tajinepot
Wat bedoel ik met een couveusebehandeling? Wel, we weten allemaal dat ons eten beter smaakt als het lang gesudderd heeft, bijvoorbeeld in een tajinepan, in vergelijking met de bereiding ervan in een microgolfoven. En toch willen we maar al te vaak dat ons leven in zo’n magnetron wordt gezet, zodat we gewoon steeds sneller steeds verder kunnen gaan.
In de wachtkamer van de tajine sudderen we. Maar dat is wel de plaats waar de grootste veranderingen plaatsvinden. Zo’n wachtkamer is de smaakmaker, de verfijner, het zijn de lange nachten van onzekerheid waarin ons karakter wordt gevormd, onze waarden worden bepaald, onze ziel wordt gevormd. Wanneer we ervoor kiezen uit de wachtkamer te komen door impulsief of roekeloos te handelen, verspelen we de sudderende verandering die had kunnen zijn.
Maar wachten en wachten en wachten is drie. Passief wachten verspilt de tijd. Roekeloos wachten dwingt de tijd. Geduldig wachten gebruikt de tijd actief.
Verkwisten betekent dat we niet profiteren van de groeimogelijkheden die de wachtkamer biedt. Dwingen, forceren, betekent dat we besluiten dat de tijd om is, en dus verplaatsen we het seizoen van de slowcooker snel naar de magnetron. Met andere woorden, we zijn klaar (denken we). Die impuls is niet alleen maar slecht. Ik wil geen slachtoffer zijn. Ik wil niet passief zijn. Laten we wat actie ondernemen. Dat zijn eigenlijk goede dingen. Maar als we niet oppassen, kunnen we de betere optie missen – actief wachten. Want we zitten niet stil in de wachtkamer, maar duimen terwijl we wachten om uitgenodigd te worden in de examenruimte. We ondergaan het proces niet alleen. We groeien door het proces heen. Onze tijd in de wachtkamer hoeft geen verspilde tijd te zijn.
Ik herhaal: “Hoe meer we blootgesteld worden aan allerlei sociale en existentiële uitwassen, hoe dikker de schil rond het hart van de mensen aangroeit. En hoe meer mensen op zoek blijven gaan naar transcendentie, naar wat henzelf en de wereld overstijgt.”
Denk aan krill, minuscule zwermen ongewervelde zeediertjes die er wel in slagen om elke dag tweemaal ontzettend diep in de zee af te dalen en ’s nachts weer omhoog te komen drijven, naar de oppervlaktewateren. Zo vormen ze een verbinding tussen het diepste van de oceaan en zijn oppervlakte, tussen de werelden boven en onder water. Mensen hebben die behoefte ook: leven in een materiële wereld met al zijn beschadigde riooldeksels en de verborgen vunzigheden daaronder, en steeds opnieuw opstijgend naar een transcendente wereld met prachtig ogende, vergevende en genezende realiteiten. En opnieuw beginnen.
Misschien zit in het oplichten van sommige van die riooldeksels en de inhoud ervan confronteren met wat van het licht uit die tragere transcendente wereld ook wel een taak voor de hedendaagse media? Misschien is het snelle voortdenderen over de autostrades van het leven en het vergeten dat er daaronder vergeetputten zijn die het verder rotten faciliteren een hedendaagse fout van de media? Alleszins, dat is hoe wij met onze Denktank Inspiratio de wereld rondom ons willen bekijken: wat trager, wat diepergravend, wat meer toetsend aan de grondvesten van dit bestaan. En u, als media daar misschien wat mee besmetten?