We leven bij mijn weten nog steeds in een democratie, waar vrijheid van meningsuiting een hooggewaardeerd goed is. Toch hebben veel mensen het gevoel dat steeds meer dingen niet gezegd mogen worden wegens ‘mogelijk kwetsend’. Een duidelijk voorbeeld is de discussie – of het gebrek hieraan – rond de (trans)genderbeweging. Wanneer de Britse premier Sunak openlijk zegt “Een man is een man en een vrouw is een vrouw. Dat is gewoon gezond verstand”, krijgt hij een lawine van heftige reacties over zich heen als ‘transfoob’. Is het uiten van een eerlijke mening dan hate speech? In verschillende landen zijn al heuse rechtszaken bezig hierrond.
Neem bijvoorbeeld de Finse Päivi Räsänen, arts, parlementslid en (tot 2015) minister. Ze werd in 2021 aangeklaagd wegens uitspraken over het homohuwelijk en de steun van haar (Lutherse) kerk aan de LGBTQ-Pride: ze beriep zich hierbij op haar christelijke waarden en enkele bijbelverzen. De aanklacht was ‘opruiing tegen een minderheidsgroep’ en ze riskeerde tot twee jaar gevangenisstraf. De U.S. Commission on International Religious Freedom volgde deze zaak en maakte zich grote zorgen over deze ‘seculiere blasfemiewet’ en de vervolging omwille van een religieuze overtuiging. Je kan toch moeilijk beweren dat de traditionele christelijke visie op man-en-vrouw of homoseksualiteit – 1500 jaar lang mainstream in onze cultuur – ‘extreem, opruiend en gevaarlijk’ is? In 2022 werd Räsänen vrijgesproken, maar de aanklager ging in beroep: wordt vervolgd… Komen zulke rechtszaken binnenkort ook bij ons? Dat je voor een oprechte, kritische overtuiging in de gevangenis zal vliegen? Ik ben er niet zeker van… Sommigen zouden dit zeker willen.
Velen in mijn kennissenkring ervaren een grote druk vanuit onze media om het nieuwe genderdenken te moéten goedvinden: dat gender totaal losstaat van je biologie, dat iedereen in elke levensfase een nieuw gender mag kiezen uit de 72 bestaande en er zelfs nieuwe creëren, dat je reeds kleuters hierin moet ‘voorlichten’… Ze zwijgen zedig, want de angst om als ‘conservatief’ en intolerant gebrandmerkt te worden zit er diep in. Ze durven zelfs niet meer in hun hoofd toelaten dat hun buikgevoel – of: gezond verstand? – toch misschien juist is. Maar iedereen met een andere mening labelen als ‘transfoob’ is intellectueel niet eerlijk: het is ‘onder de gordel’ en hanteren van psychologische druk. Het beruchte shaming and blaming-mechanisme draait in onze media overuren.
Dezelfde druk hangt ook op wetenschappers! Wie durft nog openlijk zeggen dat puberteitsremmers in een experimentele fase zitten, en dat we de negatieve gevolgen op lange termijn niet kennen? Bij geen enkel ander medicijn zou men zoiets accepteren! In feite geven trouwens de wetenschappelijke argumenten nooit de doorslag: er zit een levensbeschouwelijk, ideologisch gekleurde visie achter, die nooit op tafel komt. Maar we kunnen het ons niet permitteren om met een hele generatie jongeren en hun seksuele gevoelens te experimenteren. De invloed van hypes in de sociale media is te prominent aanwezig in de toenemende genderverwarring. We vinden dat tieners vóór hun 16 jaar niet matuur genoeg zijn om alcohol of tabak te kopen, maar wel om – levenslang – van geslacht te veranderen?
Tolerantie moet van alle kanten komen, nietwaar? De LGBTQIA+-beweging zal misschien ook moeten accepteren dat een – grote? – groep van mensen hier niet voor applaudisseert, en dat dat óók helemaal OK is. Moeten wij niet allemaal leren op een volwassen manier met kritiek omgaan?
Natuurlijk willen we niemand stigmatiseren, nog meer lasten leggen op mensen die psychisch kwetsbaar zijn en in de knoop liggen met zichzelf en hun lichaam. Helaas zijn er schreeuwers en schelders, ook in de sociale media. Maar er zijn heus ook artsen, psychiaters en psychologen die in een tv-debat op een empathische en respectvolle manier over deze zaken kunnen spreken en toch eerlijke vragen te stellen. Waarom kunnen we niet gewoon uitgaan van de goede intenties van beide kanten? Ik vrees voor onze cultuur, maatschappij en democratie als dit debat niet openlijk mag gevoerd worden, zeker als het taboe gebetonneerd zou worden in wetgeving. Omdat bij een steeds grotere groep van de bevolking een onbehaaglijk gevoel van ‘kromme tenen’ toeneemt, wat dan het wantrouwen in de politiek en de media voedt. Geloven we echt in pluralisme? Gooi dan de ramen open en laat alle stemmen aan bod komen!