De nieuwe ommekeer van Ayaan Hirsi Ali

Origineel gepubliceerd in Tertio.

Ayaan Hirsi Ali (54) schopte het twintig jaar geleden van Somalische vluchtelinge tot Nederlands Kamerlid. Opgegroeid in een islamitische traditie werd ze op haar vijfde in opdracht van haar grootmoeder besneden. Het gezin ontvluchtte de oorlog in Somalië en kwam via Saoedi-Arabië en Ethiopië in Kenia terecht, waar Ayaan op school onder invloed kwam van radicaal-islamitische denkbeelden. Ze werd lid van de Moslimbroederschap en begon fanatiek haar geloof uit te dragen. Er werd haar ingeprent joden hartgrondig te haten en alle vriendschappen met niet-gelovigen te verbreken. In 1992 werd de 23-jarige Ayaan uitgehuwelijkt aan een verre neef in Canada en toen ze op weg daarheen even in Duitsland was, slaagde ze erin naar Nederland te vluchten: ze vroeg en kreeg er politiek asiel en de Nederlandse nationaliteit. Ze werkte als tolk, studeerde politicologie, ging in de politiek en werd in 2003 voor de liberale VVD verkozen in de Tweede Kamer. 

Van moslim tot atheïst

Na de terreuraanslagen van 11 september 2001 had ze geschokt de islam verlaten. Ze spaarde haar scherpe kritiek op de islam niet, wat veel controverse opwekte. Als overtuigde feministe klaagde ze vooral de onderdrukking van de moslimvrouw aan. Ze groeide uit tot een mediapersoonlijkheid die ook de aandacht van de Belgische pers trok. Haar ongezouten uitspraken leverden haar doodsbedreigingen op en ze moest onderduiken, zeker toen ze in 2004 meewerkte aan de anti-islam film Submission van Theo van Gogh, die daarop door islamisten werd vermoord. In 2006 was heftige politieke discussie over verklaringen in haar vluchtelingenverhaal die niet klopten en ze dreigde haar nationaliteit en status te verliezen. De hetze leidde zelfs tot de val van het kabinet-Balkenende. Omdat de controverse bleef duren, vroeg ze asiel aan in de VS, waar ze in 2013 de Amerikaanse nationaliteit verkreeg. Anderzijds ontving Hirsi Ali tientallen prijzen voor haar moedige spreken, en riep Time Magazine haar in 2005 uit tot een van de 100 meest invloedrijke mensen ter wereld.

Van atheïst tot christen

In november van vorig jaar kwam dan de klap op de vuurpijl: ze stapte officieel, en met veel publiciteit, over naar het christendom. Dat maakte ze bekend in een column op de Britse opiniewebsite Unherd. Onder de titel “Waarom ik nu een christen ben” opent ze met de vaststelling: “In 2002 ontdekte ik een lezing uit 1927 van Bertrand Russell (Brits filosoof) met de titel ‘Waarom ik geen christen ben’. Het kwam toen niet bij me op dat ik op een dag gedwongen zou zijn een essay te schrijven met precies de tegenovergestelde titel.” Het is begrijpelijk waarom atheïsme voor iemand met haar religieuze achtergrond zo aantrekkelijk was. “Bertrand Russell bood in zijn filosofie een eenvoudige, gratis ontsnapping aan uit een ondraaglijk leven van zelfverloochening en ‘het lastig vallen’ van andere mensen.” Maar na vele jaren in deze kringen – waar ze contact had met topatheïsten Richard Dawkins en Christopher Hitchens – was ze erg ontgoocheld. “‘The God hole’  – de leegte achtergelaten door de terugtrekking van de Kerk – is slechts opgevuld door een wirwar van irrationele quasi-religieuze dogma’s.”

Christelijke vrucht

Hirsi Ali verwijst ook naar Tom Holland’s Dominion, waarin de Britse historicus de vele unieke kwaliteiten van de christelijke beschaving opsomt. De moderne vrijheden, mensenrechten en waarden zijn een directe vrucht van de christelijke cultuur. Ze werd aan het denken gezet door de vele empirische onderzoeken die aantonen dat kinderen beter floreren in gezinnen waar de Schrift en duidelijke waarden nog aangeleerd worden. “Het komt steeds vaker voor dat mensen erop wijzen dat de pil en promiscuïteit destructief zijn voor het welzijn van vrouwen. Er is een veelheid van actuele kwesties die laten zien hoe een beschavingschristendom gewoon voordelig is voor de belangen van mensen – want westerse waarden zoals vrijheid van meningsuiting, democratie, tolerantie en menselijke waardigheid hebben allemaal hun basis in religieuze bronnen”, schrijft ze.

Het enige antwoord

Waarom ze zich nu een christen noemt? “Een deel van mijn antwoord is globaal. De westerse beschaving wordt bedreigd door (…) de heropleving van autoritarisme en expansionisme van de grote mogendheden (…) de opkomst van het wereldwijde islamisme (…) en de virale verspreiding van de woke-ideologie, die de morele vezels van de volgende generatie aanvreet. We proberen deze bedreigingen af te weren met moderne, seculiere instrumenten: militaire, economische, diplomatieke en technologische inspanningen om ze te verslaan, te overtuigen, te sussen of te surveilleren. En toch merken we dat we met elke ronde van conflicten terrein verliezen.” De seculiere wapens kunnen niet op tegen religieuze krachten, die veel diepere wortels hebben. “Het enige geloofwaardige antwoord ligt volgens mij in onze wens om de erfenis van de joods-christelijke traditie hoog te houden.”

Persoonlijke beleving

Hirsi Ali’s motieven voor haar bekering lijken meer een intellectuele of culturele ommezwaai vanuit een diepe bezorgdheid over de weerbaarheid van de westerse beschaving die haar zo dierbaar is geworden omwille van de vrijheden die ze er vond en die volgens haar tegelijk van binnenuit verzwakt is door het uithollen van de morele waarden. Toch ontbreekt de persoonlijke beleving niet. “Maar ik heb me ook tot het christendom gewend omdat ik uiteindelijk vond dat het leven zonder enige geestelijke troost ondraaglijk was – zelfs bijna zelfdestructief. Het atheïsme slaagde er niet in een eenvoudige vraag te beantwoorden: wat is de zin en het doel van het leven?” De behoefte aan zin en doel, het geloof in een hoger perspectief, de warmte en troost van een God van liefde vond ze niet in een “nihilistisch vacuüm”. “Natuurlijk heb ik nog veel te leren over het christendom,” erkent ze. “Ik ontdek elke zondag een beetje meer in de kerk. Maar ik heb erkend, tijdens mijn eigen lange reis door een wildernis van angst en twijfel aan mezelf, dat er een betere manier is om de uitdagingen van het bestaan aan te gaan dan de islam of het ongeloof te bieden had.”