Wie verdient onvoorwaardelijke steun in dit conflict?

Origineel gepubliceerd in De Morgen.

De onwrikbare steun van de Verenigde Staten voor Israël is welgekend. Te midden van de ontluikende oorlog tussen Israël en Hamas vloog de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken naar Israël om deze steun opnieuw te bevestigen: “We zullen altijd aan jullie zijde staan,” liet hij premier Benjamin Netanyahu weten. Het Amerikaanse leger begon onmiddellijk munitie en wapens te leveren, “zonder voorwaarden”, volgens de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin. Die benadrukte dat Amerika het volste vertrouwen heeft dat Israël “the right thing” zou doen met dit materiaal in zijn oorlogscampagne tegen Hamas.

Twee weken later doen de vijfduizend dode, vijftienduizend gewonde en een miljoen vluchtende Palestijnen de vraag stellen of Israël inderdaad “the right thing” doet.

Christelijk Zionisme

Wat drijft VS in hun schijnbaar onvoorwaardelijke steun voor Israël? Dé grootste factor is de invloedrijke Israël-lobby, waarbinnen het evangelische Christians United for Israel (CUFI) de grootste organisatie is, met meer dan tien miljoen leden verspreid over Amerika – van de Bible Belt tot de hoogste regionen van politieke macht in Washington. CUFI behoort tot een beweging binnen het evangelisch christendom die haar krachten bundelt voor Israël in het geloof dat God voor eeuwig het betwiste stuk land aan de Joden gaf, zoals kan gezien worden in de derde aflevering van VRT-reeks Evangelicals: from faith to power. CUFI verbindt zelfs Amerika’s welvaart aan deze steun: Israël zegenen brengt Gods zegen, het vervloeken brengt onheil.

Zij baseren dit geloof op Bijbelse passages waarin God het land als eeuwig bezit belooft aan de patriarch Abraham en zijn nageslacht. Volgens CUFI kunnen de Joden – allen afstammelingen van Abraham – dus nooit als bezetter gezien worden, want het is hun eigen land door Gods belofte. De wederopstanding van een Joodse staat na twee millennia van ballingschap is dan ook het miraculeuze bewijs dat Gods belofte ongebroken staat! Waren de Palestijnse christenen en moslims die eeuwenlang in het land woonden dan enkel pachters?

Anders dan de christenen van CUFI relativeerde Jezus himself nochtans het belang van het Beloofde Land. Hij sprak over een geestelijk koninkrijk dat overal aanwezig is waar mensen hun levens heroriënteren rond het zijne en waar zijn onderwijs in de praktijk gezet wordt, of het nu in het land Israël is of aan de einden der aarde. Jezus’ universele, hemelse koninkrijk, gekenmerkt door liefde voor vriend, vreemdeling en vijand, is van een andere orde dan het nationalistische, aardse koninkrijk dat CUFI’s onvoorwaardelijke steun krijgt.

Onvoorwaardelijke steun is echter een gevaarlijk gegeven, of het nu voor Israël of voor de Palestijnen is, of het nu christelijk, islamitisch, joods of niet-religieus gemotiveerd is. Het kan ons blind maken voor het lijden van anderen.

Al kunnen we moeilijk neutraal blijven in dit conflict, laat ons het vooral opnemen voor hen die de oneindige waarde van elk mensenleven voor ogen houden en de echte vijanden bestrijden: haat, ontmenselijking, machtslust, hebzucht, geweld, terreur, dood. Als christen durf ik daaraan toevoegen dat Jezus niet anders zou doen.

Laten we het opnemen voor de Israëliërs en Palestijnen die, net als Gandhi en Martin Luther King Jr., zich geweldloos verzetten tegen hun vijand. Zoals de Palestijnse ‘Tent of Nations’-boerderij waar Joden en Palestijnen samen gewelddadige kolonisten vreedzaam weerstaan door onder andere omgehakte boomgaarden te herbeplanten.

Of denk aan de Israëliërs en Palestijnen die, net als de barmhartige Samaritaan, offers brengen om een ‘vijand’ te redden. Zoals de Palestijns verpleger Awad Darawshe die vermoord werd nadat hij koos om op 7 oktober niet te vluchten voor de Hamas-militanten en in de plaats daarvan gewonde Joden verzorgde.

De huidige cyclus van geweld kent zijn eigen logica, die vreedzame initiatieven en humanitaire overwegingen verwerpt als hopeloos naïef. De reacties op VN-secretaris Guterres’ uitspraken onderstrepen dit. Zelfs het principe ‘oog om oog, tand om tand’, dat gewelddadige reacties binnen proporties houdt, is overboord gegooid. In het huidige opbod van geweld verdienen zij die vreedzaam strijden voor ieders menselijkheid daarom des te meer alle steun.