Hoe relevant is Kerstmis vandaag?

Origineel gepubliceerd op Doorbraak.

De kerstperiode roept bij mij altijd erg gemengde gevoelens op: veel drukte, veel reclamefolders, veel eten en cadeautjes, veel lichtjes en blink-blink. Gelukkig ook veel gezelligheid en familiemomenten. Het is het meest gevierde feest van het jaar, zelfs in onze seculiere cultuur: ergens wel vreemd voor een door en door christelijk feest.

Velen vieren uitbundig en gastronomisch zonder één seconde stil te staan bij de oorspronkelijke reden van het feest. Je moet al bijna aan archeologie doen om de vele oppervlakkige lagen eraf te graven: de kerstman, de kerstboom en de ballen, de sterren en engelen, stal, os en ezel… ach ja, wat ligt dat baby’tje daar weer te doen in die kribbe?

Tegencultuur

We vergeten dat dit verhaal 2000 jaar geleden behoorlijk choquerend was voor de toenmalige joodse cultuur. Erg countercultural, zouden we vandaag zeggen. De lang verwachte Messias en Redder werd geboren in het gezin van een onbeduidende timmerman? Uit een dorp zonder betekenis, Nazareth? Er was geen enkele glamour en glitter bij, want de kleine kwam ter wereld in een beestenstal, in een hoogst onhygiënische voederbak: een slechtere start van je leven kan je bijna niet bedenken. Ver van huis en familie, zonder vroedvrouw of steriel ziekenhuisbed.

De klassieke verwachting was dat de beloofde Messias als ‘zoon van David’ een prinsje zou zijn, geboren in een nobele familie, in een paleis. Dat God hem met zegen, glorie en succes zou omgeven, dat zijn pad met rozen bezaaid zou zijn. Niets was minder waar bij Jezus. Niemand wist van zijn geboorte, zeker niet de hogepriester – enkel wat simpele herders en een aantal vreemde wijzen uit het Oosten. De zoon van God kwam incognito.

Het werd erger

Maar het werd nog erger: de paranoïde koning Herodes hoorde dat een nieuwe koning geboren was, maar duldde geen rivaal naast zich, zelfs geen baby, zodat Jozef en Maria hals over kop moesten vluchten naar Egypte.

De joodse geschiedschrijver Flavius Josephus bevestigt dat Herodes meedogenloos en nietsontziend was: hij liet onder andere twee van zijn vrouwen en drie van zijn eigen zonen executeren. Alle kinderen onder de twee in Bethlehem in koelen bloede laten uitmoorden, raakte zijn koude kleren niet. Vandaag kijken we met veel meewarigheid op tv naar ontheemde kinderen op de vlucht in oorlogsgebieden, maar baby Jezus in Egypte was niet anders. De zoon van God werd een politieke vluchteling, niet welkom bij zijn eigen volk.

Offer

De Messias was wel degelijk geroepen om een koning te zijn, maar héél anders dan een Herodes, die met harde hand regeerde en krampachtig zijn eigen troon bewaakte. Jezus zou quasi alle omgekeerde waarden tentoonspreiden: liefde boven alles, kwaad met goed beantwoorden, de andere wang toekeren, onrecht incasseren. Hij kwam als een lam te midden van de wolven. Kwetsbaar durven zijn vraagt véél meer moed. Niet anderen executeren, maar jezelf aanbieden als offer.

De Messias zou een Verlosser zijn: de naam ‘Yeshua’ betekent exact ‘God redt’. Maar opnieuw niet dat soort revolutionair dat op de barricades schreeuwt ‘Dood aan de gehate dictator!’ om vervolgens zelf, met veel bloedvergieten, de macht te grijpen en een tegendictator te worden.

De engel zei tegen Jozef dat de Messias ‘zijn volk zou bevrijden van hun zonden’: niet van de gehate Romeinen of Herodes dus. Hij bracht een heel andere soort vrijheid dan in politieke revoluties gepredikt wordt. Hij kwam ons bevrijden van de innerlijke vijanden die zich in élk van ons verschuilen en de diepere bron zijn van alle andere ellende – die helaas véél moeilijker te bestrijden of overwinnen zijn! De Messias was een bevrijder die het kwaad bij de wortel aanpakte.

Schamen we ons?

Waarom wordt de christelijke betekenis van kerst vandaag zo bedolven onder een flauwe kerstman, de zeemzoete Coca Cola-figuur die als meest diepzinnige boodschap ‘hoho’ heeft? Schamen we ons voor de spirituele erfenis, rijke inhoud en hoge waarden van de evangelieverhalen? Is het kerstverhaal te soft, en zijn de zachte waarden van het christendom voorgoed passé? Beseffen we wel wat we als cultuur collectief weggooien? En staan we dan verbaasd als we vinden dat onze maatschappij almaar meer verhardt, cynisch wordt, dat er normvervaging optreedt en verruwing van de zeden?

Niet-gelovigen, atheïsten en vrijzinnigen wijzen dit verhaal uiteraard resoluut af, want ‘wij hebben geen redder nodig’: de mens is best in staat zichzelf te redden zonder enige God. ‘Alleen geloven wat ik zelf zie of kan begrijpen’ heeft iets eng en bekrompen, en een zuur smaakje. Wie niet meer verwonderd kan staan over de grootsheid van de schepping, wie niet meer kan geloven in het paradijs, de hemel of wonderen… heeft véél verloren, en is misschien cynisch geworden.

Ontroeren

Kunnen we ons opnieuw laten ontroeren door die baby in die kribbe? We kunnen het zeker niet allemaal bewijzen of begrijpen, maar diezelfde Jezus, die later een leraar van wereldformaat werd, zei dat volwassenen weer moeten worden als kinderen. Geloven als een kind heeft iets ontroerend, ontwapenend, open voor verwondering en mysterie, voor datgene wat ons overstijgt: onze kleinheid in het oneindige heelal beseffen en kunnen toegeven. Die baby heeft ons véél te vertellen, als we het kunnen horen…

Uber’m Sternenzelt muss ein lieber Vater wohnen’ wordt op onsterfelijke wijze bezongen in de negende van Beethoven: het onverwoordbare aanvoelen dat er boven de sterren een intens liefdevolle God moet zijn die met een vaderlijk oog op ons allen neerkijkt. Zelfs zozeer dat Hij zijn eniggeboren Zoon naar beneden stuurde, om als baby ons lot te delen, ook dat van daklozen, vluchtelingen en vervolgden. Kan het, mag het? Daarover gaat het kerstverhaal. Hoe moeilijk of makkelijk te geloven? Ontvankelijk worden als kinderen, weer contact maken met ons diepste zelf: het heeft iets uitermate bevrijdend.